Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De stukken
- de vordering ‘verlenging terbeschikkingstelling met verpleging’ van de officier van justitie d.d. 23 maart 2016;
- het met betrekking tot [terbeschikkinggestelde] opgemaakte verlengingsadvies van Trajectum d.d. 25 februari 2016, ondertekend door [arts 1] (Hoofd TBS Trajectum) en [arts 2] (regiebehandelaar), verbonden aan voornoemde inrichting;
- de omtrent [terbeschikkinggestelde] gehouden wettelijke aantekeningen over de periode van week 8 van 2015 tot en met week 6 van 2016;
- het vonnis van de rechtbank Roermond d.d. 24 februari 2003 in de strafzaak tegen [terbeschikkinggestelde] met bovenstaand parketnummer;
- het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 24 september 2003 in de strafzaak tegen [terbeschikkinggestelde] met (ressorts-)parketnummer 20.001018.03;
- de beslissing van deze rechtbank d.d. 1 mei 2015 in de zaak met bovenstaand parketnummer.
2.De procesgang
3.Het standpunt van de inrichting
- [terbeschikkinggestelde] weliswaar enige vooruitgang boekt, maar dat hij moeite blijft hebben met het bespreekbaar maken van negatieve emoties en frustraties;
- [terbeschikkinggestelde] niet altijd de noodzaak ziet om de begeleiding hierbij te betrekken;
- de behandeling van [terbeschikkinggestelde] in enge zin is afgerond en dat de behandeling nu bestaat uit begeleidingscontacten (onder andere gesprekken met de psycholoog);
- een aanvraag voor onbegeleid verlof in het afgelopen jaar door het Ministerie van Veiligheid en Justitie niet is goedgekeurd en dat er inmiddels een nieuwe aanvraag is ingediend;
- het van belang is om aan de hand van onbegeleid verlof te beoordelen of [terbeschikkinggestelde] zijn vrijheden aankan en dat eerst na een positieve beoordeling op dit punt proefverlof en vervolgens een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aan de orde kan zijn;
- [terbeschikkinggestelde] is ingeschreven voor specialistische woonbegeleiding op de afdeling Nieuwstad te Zutphen, onderdeel van Trajectum, maar dat deze afdeling pas een intake wil inplannen als [terbeschikkinggestelde] heeft laten zien dat hij kan omgaan met grotere vrijheden;
- het hele traject zeker nog twee jaar zal duren;
- zij de dwangverpleging nodig acht om intensieve nazorg te kunnen bieden en om de risicofactoren te kunnen begeleiden.
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw
6.De beoordeling
- [terbeschikkinggestelde] eerst overgeplaatst zal worden naar de afdeling van specialistische woonbegeleiding als hij heeft laten zien dat hij kan omgaan met grotere vrijheden;
- er door het Ministerie van Veiligheid en Justitie nog geen goedkeuring is verleend voor onbegeleid verlof;
- eerst na een periode van onbegeleid verlof beoordeeld kan worden of proefverlof kan worden aangevraagd;
7.De beslissing
- verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege met twee jaar;
- wijst af het verzoek om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen;
- wijst af het verzoek om de beslissing over de verpleging van overheidswege aan te houden.