ECLI:NL:GHSHE:2002:AD9744
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.J. van Muijen
- P.J.M. Bongaarts
- M.J. Ellis
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing over pensioenverplichting en de toepassing van het Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, staat de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen over een uitkering van een levensverzekeringsmaatschappij centraal. De belanghebbende, geboren in augustus 1935 en woonachtig in België, had in september 1998 een pensioenkapitaal van ƒ 440.255,-- dat door de levensverzekeraar G N.V. was overgemaakt naar H in België. De Inspecteur had een bedrag van ƒ 264.153,-- aan loonheffing ingehouden, waartegen de belanghebbende bezwaar maakte. Het bezwaar werd afgewezen, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof.
Tijdens de zitting werd het geschil toegespitst op de vraag of de loonheffing terecht was ingehouden. De belanghebbende betoogde dat de heffing in strijd was met het belastingverdrag tussen Nederland en België, en dat Nederland geen recht had om belasting te heffen over de afkoop van zijn pensioenaanspraak. De Inspecteur stelde daarentegen dat de aanspraak van de belanghebbende was afgekocht en dat de loonheffing terecht was ingehouden.
Het Hof oordeelde dat de Inspecteur onterecht had gesteld dat de aanspraak van de belanghebbende geen pensioenaanspraak meer was. Het Hof concludeerde dat de wetgever met de invoering van artikel 11c van de Wet op de loonbelasting 1964 niet de bedoeling had om dubbele belastingheffing te creëren, wat in strijd zou zijn met het belastingverdrag. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verleende teruggave van de ingehouden loonheffing, waarbij het ook de proceskosten van de belanghebbende vergoedde.