ECLI:NL:GHSHE:2001:AD3671
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J.M. Bongaarts
- R.J. Koopman
- W.F.G. Wijnen
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en negatieve inkomsten uit eigen woning van een Duitser na emigratie naar Duitsland
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 24 augustus 2001, gaat het om een belastingaanslag die is opgelegd aan een Duitser, belanghebbende, die in 1993 vanuit Nederland naar Duitsland is geëmigreerd. De aanslag is berekend op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 59.833,--. Na bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarop belanghebbende in beroep is gegaan bij het Hof. Tijdens de procedure heeft het Hof partijen verzocht om schriftelijk nadere inlichtingen te verstrekken, wat leidde tot een briefwisseling tussen het Hof en de partijen. Belanghebbende heeft in dit kader aanvullende informatie verstrekt, waarop de Inspecteur heeft gereageerd.
Belanghebbende, geboren op 7 november 1956, was in dienst bij S BV in Nederland en had een negatief inkomen uit zijn in Duitsland gelegen eigen woning. De kern van het geschil betreft de vraag of de negatieve inkomsten uit de eigen woning, die zijn ontstaan na de emigratie, in aftrek kunnen worden toegelaten. De Inspecteur heeft deze aftrekken niet toegestaan, wat leidde tot het beroep van belanghebbende. Het Hof overweegt dat Nederland in het kader van bilaterale verdragen ter vermijding van dubbele belasting de aanknopingsfactoren voor heffingsbevoegdheden kan vaststellen, en dat er geen sprake is van discriminatie op grond van nationaliteit.
Het Hof oordeelt dat de stelling van belanghebbende, dat hij ongelijk wordt behandeld ten opzichte van een inwoner van Nederland, geen steun vindt in het recht. De Inspecteur heeft ter zitting medegedeeld dat de rente van schulden ad ƒ 37,-- wel aftrekbaar is, maar dat de negatieve opbrengst van de eigen woning niet in aftrek kan worden toegelaten. Het Hof vernietigt de bestreden uitspraak, handhaaft de aanslag na ambtshalve vermindering, en veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van ƒ 1.493,--.