ECLI:NL:GHSGR:2012:BX7241
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ontruiming huurwoning en opschorting huurprijs
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is aangespannen door [appellant] tegen [geïntimeerde] betreffende de ontruiming van een huurwoning en de opschorting van de huurprijs. [Appellant] is eigenaar geworden van de woning in Rotterdam in april 2011, waarna [geïntimeerde] in juni 2011 in de woning is gaan wonen. Er was een afspraak dat [geïntimeerde] tijdelijk in de woning mocht verblijven tegen betaling van gas, licht en elektra. Toen [appellant] verzocht om de woning te verlaten omdat hij deze wilde verhuren, weigerde [geïntimeerde] dit. [Appellant] stelde dat het gebruik van de woning onrechtmatig was, omdat er geen huurovereenkomst was en vorderde ontruiming van de woning.
In eerste aanleg heeft de voorzieningenrechter de vordering van [appellant] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een huurovereenkomst en dat [geïntimeerde] recht had op opschorting van de huurbetaling vanwege het ontbreken van een schriftelijke huurovereenkomst, wat noodzakelijk was voor het aanvragen van huursubsidie. [Appellant] ging in hoger beroep en vroeg vernietiging van het vonnis en toewijzing van zijn vordering.
Het hof oordeelde dat [appellant] als verhuurder verplicht was om een schriftelijke huurovereenkomst te verstrekken, maar dat de opschorting van de huurprijs niet volledig gerechtvaardigd was. Het hof concludeerde dat de vordering tot ontruiming in eerste aanleg toewijsbaar was geweest, en dat de grief van [appellant] slaagde. Aangezien de woning inmiddels was ontruimd, had [appellant] geen belang meer bij een veroordeling tot ontruiming, maar het hof vernietigde het vonnis voor zover het de proceskostenveroordeling betrof. [Geïntimeerde] werd veroordeeld in de proceskosten in beide instanties.