ECLI:NL:GHSGR:2012:4209

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
21 februari 2012
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
200.101.667-01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming huurwoning wegens veroorzaking overlast

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Stichting Mozaïek Wonen, die de ontruiming van de huurwoning van [appellant] heeft gevorderd wegens ernstige overlast. De huurovereenkomst tussen [appellant] en Mozaïek Wonen werd op 9 september 2008 gesloten, waarbij [appellant] instemde met woonbegeleiding door de GGZ. Op 27 december 2011 heeft Mozaïek Wonen [appellant] gedagvaard, met als argument dat hij ernstige overlast veroorzaakte. De kantonrechter heeft de vordering van Mozaïek Wonen toegewezen, wat leidde tot het hoger beroep van [appellant].

Het hof heeft de zaak met bijzondere spoed behandeld, waarbij het een voorlopige voorziening heeft getroffen om de ontruiming tijdelijk te verbieden. Tijdens de zitting op 10 februari 2012 hebben beide partijen hun standpunten gepresenteerd. [appellant] betwistte de beschuldigingen van overlast en voerde aan dat hij door Mozaïek Wonen niet adequaat was behandeld. Hij gaf aan dat hij inmiddels begeleiding ontving en bereid was om excuses aan te bieden.

Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was dat [appellant] in de maanden voorafgaand aan de procedure ernstige overlast had veroorzaakt, waaronder geluidsoverlast en intimiderend gedrag. Het hof concludeerde dat de tekortkomingen van [appellant] zodanig ernstig waren dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. Het hoger beroep van [appellant] werd verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij [appellant] werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector Civiel recht
Zaaknummer: 200.101.667/01
Zaaknummer rechtbank: 1128820 \ CV EXPL 11-4247

Arrest van 21 februari 2012

inzake:

[appellant],

wonende te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. C.C.A. Stallen te Eindhoven,
tegen

Stichting Mozaïek Wonen,

gevestigd te [plaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: Mozaïek Wonen,
advocaat: mr. T.J. de Groot te Woerden.

Het geding

1.
Bij per telefax verzonden brief van 7 februari 2012 heeft [appellant], onder overlegging van een concept-dagvaarding, verzocht om een spoedprocedure op de grond dat Mozaïek Wonen niet bereid was de ontruiming die gepland stond voor 8 februari 2012, op te schorten in afwachting van het hoger beroep. Het hof heeft daarop beslist om het in te stellen hoger beroep te behandelen met bijzondere spoed (als bedoeld in artikel 9.1.14 van het procesreglement) en heeft Mozaïek Wonen, bij wijze van tijdelijke voorlopige voorziening, mondeling verboden om in de periode tot en met 10 februari 2012 te ontruimen. Bij exploot van 8 februari 2012 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank ’s‑Gravenhage, sector kanton, locatie Gouda (hierna: de kantonrechter) tussen partijen gewezen vonnis van 19 januari 2012 en heeft hij zijn grieven tegen het vonnis aangevoerd. Op 9 februari 2012 heeft [appellant] het procesdossier overgelegd. Bij afzonderlijke brieven van 9 februari 2012 hebben [appellant] en Mozaïek Wonen aanvullende producties in het geding gebracht. Ter zitting van 10 februari 2012 hebben partijen hun standpunten door hun advocaten onder overlegging van pleitnota’s doen bepleiten. Partijen hebben vervolgens afstand gedaan van hun recht op het nemen van een memorie van grieven respectievelijk een memorie van antwoord en arrest gevraagd.

De beoordeling van het hoger beroep

2.
Het gaat in deze zaak om het volgende.
3.
Mozaïek Wonen heeft met [appellant] op 9 september 2008 een huurovereenkomst gesloten voor een twee-kamer galerijflat aan het [adres]. Daarbij heeft Mozaïek Wonen de voorwaarde gesteld dat [appellant] instemt met woonbegeleiding door de GGZ. [appellant] heeft op 9 september 2008 met de GGZ een woonbegeleidingsovereenkomst voor minimaal één jaar gesloten. Deze overeenkomst is nadien niet verlengd.
4.
Mozaïek Wonen heeft [appellant] op 27 december 2011 gedagvaard en de ontruiming van de woning gevorderd. Zij heeft aan die vordering ten grondslag gelegd dat [appellant] ernstige overlast veroorzaakt.
5.
De kantonrechter heeft de vordering toegewezen. Daartoe heeft hij overwogen dat gelet op de vele overgelegde verklaringen voorshands als vaststaand is aan te nemen dat [appellant] de omwonenden ernstige overlast aandoet.
6.
[appellant] ontkent en betwist de feiten die Mozaïek Wonen aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd. Ook ontkent en betwist hij dat hetgeen is gepasseerd, rechtvaardigt dat hij zijn woning moet verlaten. Hij heeft een hartinfarct gehad en de overlast die hij heeft ervaren, is door Mozaïek Wonen niet op de gebruikelijke wijze met de gebruikelijke formulieren behandeld. Mozaïek Wonen is volgens [appellant] tekortgeschoten. De omwonenden wilden niet samenwerken met de hulpverlening voor burenproblemen (Faktor G).[appellant] heeft zich hierdoor miskend en in toenemende mate machteloos gevoeld hetgeen over en weer reacties heeft veroorzaakt en versterkt. [appellant] betreurt hetgeen is voorgevallen. Hij wordt (weer) begeleid en is bereid de begeleiding voort te zetten. Ook de hulpverlening is daartoe bereid. Hij is aanspreekbaar en in staat zich adequaat te gedragen, hetgeen ertoe heeft geleid dat hij geen overlast meer veroorzaakt. De voor het pleidooi door Mozaïek Wonen overgelegde klachten begrijpt hij niet. Mozaïek Wonen heeft pas op 14 december 2011 een melding gedaan bij de GGD. De GGD heeft [begeleider] (de begeleider van [appellant]) niet benaderd. De GGZ heeft [appellant] niet benaderd. Men is ook niet ingegaan op het voorstel van [appellant] om een mediator in te schakelen. [appellant] heeft zelf contact opgenomen met de GGD voor hulp, maar de GGD heeft de zaak afgesloten. Hij wordt wel begeleid door [begeleider]. [appellant] stelt dat hij meent fouten te hebben gemaakt, maar dat er praktisch resultaat is geboekt door een omslag aan zijn zijde. [appellant] is bereid tot het maken van excuses. Hij acht het niet aannemelijk dat in een bodemprocedure tot beëindiging van de huurovereenkomst wordt beslist.
7.
Het hof is van oordeel dat voorshands aannemelijk is dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst tussen [appellant] en Mozaïek Wonen zal worden ontbonden. [appellant] heeft immers gedurende de laatste maanden van 2011 ernstige overlast veroorzaakt voor zijn buren en medewerkers van Mozaïek Wonen. Het ging daarbij blijkens de vele overgelegde meldingen onder meer om ernstige geluidsoverlast met harde muziek, om het bonken op muren, buizen en balkonhekken, intimiderend gedrag, het lastigvallen van omwonenden, het uiten van bedreigingen, beledigingen en om schelden. Blijkens de brief van 25 januari 2012 van [begeleider] heeft [appellant] tijdens begeleidingsgesprekken in oktober/november 2011 aangegeven “gestart te zijn met opzettelijke overlast (harde muziek draaien) als test”. Aldus heeft [appellant] zich niet als een goed huurder gedragen en in strijd gehandeld met artikel 6.10 van de overeengekomen algemene huurvoorwaarden van Mozaïek Wonen. Mozaïek Wonen heeft [appellant] diverse malen en gedurende lange tijd zowel mondeling als schriftelijk gewezen op zijn tekortkomingen. Ten slotte heeft Mozaïek Wonen [appellant] gewaarschuwd dat indien aan de overlast geen eind zou komen, een procedure tot ontbinding zou worden gestart desnoods voorafgegaan door een kort geding waarin ontruiming zou worden gevorderd. Het lag primair op de weg van [appellant] om - tijdig - begeleiding te zoeken. Het gestelde tekortschieten van de GGD doet er niet aan af dat de situatie voor de buren van [appellant] onhoudbaar is geworden. De stelling van [appellant] dat hij zelf ook overlast van zijn buren ondervond en dat zijn gedrag daarop een reactie was, doet aan het oordeel van het hof niet af. Het kan niet worden aanvaard dat een huurder bij eventueel ondervonden overlast zelf ook overlast gaat veroorzaken, zeker niet in die ernstige mate waarin [appellant] dat heeft gedaan. Dat [appellant] inmiddels tot het juiste inzicht is gekomen en begeleiding ontvangt en, naar hij stelt, nu geen overlast meer veroorzaakt, is door Mozaïek Wonen gemotiveerd betwist met enkele nieuwe meldingen van overlast. Overigens blijft staan dat [appellant] eind 2011 ernstig tekort is geschoten en dat tekortschieten grond voor ontbinding oplevert. Daarbij komt dat de tekortkoming zodanig ernstig is dat niet gezegd kan worden dat zij gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis de ontbinding met haar gevolgen niet zou rechtvaardigen.
8.
De slotsom is dat het hoger beroep faalt en het vonnis moet worden bekrachtigd met veroordeling van [appellant] in de kosten van het hoger beroep.

De beslissing

Het hof:
- bekrachtigt het bestreden vonnis;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep tot op heden aan de zijde van Mozaïek Wonen bepaald op € 666,= aan verschotten en op € 1.788,= aan salaris voor de advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.J.H. van Meegen, M.J. van der Ven en J.E.H.M. Pinckaers en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 februari 2012 in aanwezigheid van de griffier.