ECLI:NL:GHSGR:2007:1849
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geldigheid van een koopovereenkomst met een nietige afspraak over de koopprijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 december 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een appellante en een geïntimeerde met betrekking tot een koopovereenkomst. De kern van de zaak betreft de afspraak tussen partijen dat een deel van de koopprijs contant zou worden voldaan, wat op zichzelf niet in strijd is met de goede zeden of de openbare orde. Echter, de afspraak om in de schriftelijke overeenkomst een lagere koopprijs dan de werkelijk overeengekomen prijs te vermelden, werd als nietig beschouwd. Dit omdat deze afspraak zou leiden tot een verboden prestatie, namelijk het opmaken van een akte die niet overeenstemt met de werkelijkheid, en het ontduiken van belastingplicht mogelijk maakt.
Het hof heeft vervolgens beoordeeld of de koopovereenkomst in zijn geheel in onverbrekelijk verband staat met de nietige afspraak. Hierbij is gekeken naar de vraag of aannemelijk is dat de overeenkomst ook zonder het nietige beding zou zijn gesloten. De appellante heeft gesteld dat zij ook akkoord zou zijn gegaan met de verkoop van de onderneming indien de werkelijk overeengekomen koopsom van € 65.000,= in de schriftelijke overeenkomst zou zijn vermeld. Het hof oordeelde dat de appellante, om gezondheidsredenen, de onderneming wilde verkopen en dat zij bereid was de daadwerkelijk overeengekomen koopprijs in een nieuwe overeenkomst op te nemen.
Uiteindelijk concludeerde het hof dat de afspraak om een lagere koopprijs te vermelden nietig was, maar dat de koopovereenkomst voor het overige in stand blijft. De grieven van de appellante slagen, en de bestreden vonnissen worden vernietigd. De geïntimeerde wordt veroordeeld tot betaling van € 41.000,= aan de appellante, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens worden de kosten van de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep aan de geïntimeerde opgelegd.