ECLI:NL:GHLEE:2012:BW7540
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Auteursrechtelijke bescherming van een voetensteun en slaafse nabootsing
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een geschil tussen twee partijen over de auteursrechtelijke bescherming van een voetensteun en de vraag of er sprake was van slaafse nabootsing. De appellanten, waaronder [appellant 1] en Score B.V., hadden in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de geïntimeerden, [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2], met als doel een verklaring voor recht te verkrijgen dat de geïntimeerden toerekenbaar tekort waren geschoten in hun verplichtingen uit hoofde van een overeenkomst die ten grondslag lag aan een aandelenoverdracht. De rechtbank Groningen had in haar vonnis van 7 juli 2010 geoordeeld dat de voetensteun niet auteursrechtelijk was beschermd, omdat deze niet voldeed aan het oorspronkelijkheidscriterium van de Auteurswet. De rechtbank had ook geoordeeld dat er geen sprake was van slaafse nabootsing, omdat de vorm van de voetenplank voornamelijk technisch en functioneel was bepaald.
In hoger beroep voerden de appellanten aan dat de voetenplank wel degelijk een auteursrechtelijk werk was en dat de geïntimeerden onrechtmatig hadden gehandeld door een licentie te verstrekken aan een concurrent. Het hof oordeelde dat de voetenplank niet als een werk in de zin van de Auteurswet kon worden aangemerkt, omdat de vorm ervan in overwegende mate was ingegeven door functionele en technische eisen. Het hof bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en oordeelde dat de appellanten onvoldoende bewijs hadden geleverd voor hun stelling dat de voetensteun een eigen plaats op de markt had en voldoende onderscheidend vermogen bezat. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de appellanten in de kosten van het geding in hoger beroep.