ECLI:NL:GHLEE:2010:BO1678
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.M. Meijer-Campfens
- O. Anjewierden
- R.C. van Houten
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens verjaring en gebrek aan bewijs in economische delicten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was aangeklaagd voor twee overtredingen van de Flora- en faunawet, waarbij het openbaar ministerie stelde dat hij opzettelijk beschermde diersoorten had gekocht en in voorraad had. Het hof oordeelde echter dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte deze delicten opzettelijk had begaan. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de misdrijven.
Daarnaast werd het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de overtredingen, omdat de verjaringstermijn van drie jaar was overschreden. De verdachte had op 24 april 2007 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, maar meer dan drie jaar waren verstreken tot de betekening van de appeldagvaarding op 24 juli 2010. Het hof concludeerde dat er geen omstandigheden waren die de verjaring hadden gestuit, waardoor de vervolging niet meer mogelijk was.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de ten laste gelegde misdrijven, terwijl het openbaar ministerie niet-ontvankelijk werd verklaard in de vervolging van de overtredingen. Dit arrest benadrukt het belang van de redelijke termijn in strafzaken en de gevolgen van verjaring voor de vervolging van overtredingen.