ECLI:NL:RBOVE:2024:857
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak betreffende overtreding van de Meststoffenwet
In de zaak voor de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, is de verdachte vrijgesproken van de overtreding van artikel 21b van de Meststoffenwet. De verdachte, geboren in 1959 en wonende in Rouveen, werd beschuldigd van het produceren van meer fosfaat dan toegestaan op zijn landbouwbedrijf in de jaren 2018 en 2019. De officier van justitie, mr. drs. M.J. Blotwijk, had gerekwireerd tot bewezenverklaring van beide feiten. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.M.M. Kroon, voerde aan dat de verdachte niet als landbouwer in de zin van de wet kan worden aangemerkt en dat de feiten niet opzettelijk zijn gepleegd. De rechtbank heeft het onderzoek gevoerd op openbare terechtzittingen op 9 oktober 2023, 25 januari 2024 en 5 februari 2024. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet als pleger of medepleger van de tenlastegelegde feiten kan worden aangemerkt, omdat hij als vennoot van een vennootschap opereert die het landbouwbedrijf exploiteert. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte de overtredingen had begaan, wat leidde tot zijn vrijspraak. De rechtbank verklaarde de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging, maar sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten.