ECLI:NL:GHLEE:2010:2534
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Van Schuijlenburg
- mr. Hiemstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenvergoeding en beroepsmatig verleende rechtsbijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Arnhem, die op 18 augustus 2009 een beroep ongegrond verklaarde dat was ingesteld door de betrokkene tegen een administratieve sanctie opgelegd door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie. De sanctie betrof een boete van € 180,- voor het niet voldoende afstand houden en snelheidsovertreding op 10 juni 2008. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om vergoeding van proceskosten, die zij had gemaakt in het kader van deze procedure.
De advocaat-generaal heeft echter besloten om de inleidende beschikking in te trekken, waardoor de betrokkene het doel van het hoger beroep, namelijk de vernietiging van de beschikking, al had bereikt. Hierdoor had de betrokkene geen belang meer bij een uitspraak op het hoger beroep, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De gemachtigde van de betrokkene had ook verzocht om vergoeding van kosten, maar het hof oordeelde dat er geen sprake was van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De informatie die was verstrekt over de gemachtigde, een gecertificeerd belastingadviseur, toonde aan dat het verlenen van rechtsbijstand geen vast onderdeel was van haar taakuitoefening en dat zij niet de benodigde juridische scholing had genoten om als zodanig te worden beschouwd.
Het hof heeft daarom het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen en het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is genomen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Hiemstra als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 juni 2010.