ECLI:NL:GHLEE:2009:BK5529

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
9 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.039.149
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Beswerda
  • M. Sekeris
  • J. van Schuijlenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen gematigde sanctie voor verkeersgedrag op kruispunt

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch, die op 2 juni 2009 een administratieve sanctie had gematigd voor een motorrijder die op 25 september 2008 op een kruispunt niet de richting volgde die het voorsorteervak aangaf. De motorrijder had gebruik gemaakt van het voorsorteervak voor rechtsaf om voor stilstaande vrachtwagens te passeren, met de intentie rechtdoor te rijden. De kantonrechter had de sanctie van € 150,- gematigd tot € 75,- omdat de betrokkene had aangevoerd dat hij dacht dat het inhalen in deze situatie was toegestaan, vergelijkbaar met het inhalen in files.

Het gerechtshof te Leeuwarden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de betrokkene de gedraging niet heeft bestreden. Het hof oordeelde dat de kantonrechter ten onrechte de sanctie had gematigd. Het hof benadrukte dat de regels omtrent het inhalen in files niet van toepassing zijn op de situatie van de betrokkene, en dat zijn misverstand over de verkeersregels niet kan leiden tot een lagere sanctie. Het hof concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van de vastgestelde sanctie af te wijken.

Uiteindelijk heeft het hof de beslissing van de kantonrechter vernietigd en het beroep ongegrond verklaard. De oorspronkelijke sanctie van € 150,- blijft dus in stand. Dit arrest is gewezen door de rechters A. Beswerda, M. Sekeris en J. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van griffier mr. Kuiper, en is uitgesproken ter openbare zitting op 9 november 2009.

Uitspraak

WAHV 200.039.149
9 november 2009
CJIB 19123803707
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch
van 2 juni 2009
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement 's-Hertogenbosch genomen beslissing gedeeltelijk gegrond verklaard en de sanctie gematigd tot een bedrag van € 75,-. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het procesverloop
De officier van justitie heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De betrokkene is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 150,- opgelegd ter zake van “op een kruising niet de richting volgen die het voorsorteervak aangeeft”, welke gedraging zou zijn verricht op 25 september 2008 om 15.40 uur op de N284 te Eersel.
2. In de procedure bij de kantonrechter heeft de betrokkene niet bestreden dat hij de gedraging heeft verricht, maar heeft hij aangevoerd dat er omstandigheden waren die tot matiging van de sanctie dienen te leiden. De betrokkene stond namelijk achter een drietal vrachtwagens te wachten voor het rode verkeerslicht. Omdat het voorsorteervak voor de richting rechts vrij was, heeft de betrokkene gebruik gemaakt van dat voorsorteervak en zich vervolgens opgesteld voor de rij wachtende vrachtwagens in de richting rechtdoor. Nadat het verkeerslicht groen ging stralen, is de betrokkene op het kruispunt rechtdoor gereden. De betrokkene dacht dat het - net als bij files - voor motorrijders was toegestaan naar voren te rijden. De ratio voor de uitzondering bij files is immers dat het veiliger is voor een motorrijder om niet achter een rij auto's te staan opgesteld.
3. De kantonrechter heeft - zakelijk weergegeven - overwogen dat het voor de betrokkene niet was toegestaan de wachtende rij voor het verkeerslicht in te halen door gebruik te maken van het voorsorteervak voor rechtsaf. Omdat de betrokkene ter zitting heeft aangegeven zijn rijgedrag ter zake te hebben aangepast, heeft de kantonrechter in dit ene geval aanleiding gezien het bedrag van de sanctie tot de helft te matigen.
4. Gelet op de stukken in het dossier en in aanmerking genomen dat de betrokkene de gedraging niet bestrijdt, is naar het oordeel van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Derhalve dient het hof te beoordelen of er redenen zijn de sanctie te matigen.
5. Op grond van artikel 2, derde lid, WAHV is de hoogte van de sanctie voor elke gedraging vastgesteld in de bij de wet behorende bijlage. Deze in hoge mate tariefsmatige afdoening van gedragingen brengt mee dat de omstandigheden van het concrete geval niet licht van invloed zullen zijn op de hoogte van de opgelegde sanctie. Slechts bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven om van de vastgestelde tarieven af te wijken.
6. Artikel 13, tweede lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) houdt het volgende in:
“Files mogen aan de rechterzijde worden ingehaald.”
7. Anders dan de kantonrechter, ziet het hof in hetgeen de betrokkene aanvoert geen aanleiding de sanctie te matigen. Dat voertuigen, waaronder motoren, in de file voertuigen rechts mogen inhalen is specifiek geregeld in artikel 13, tweede lid, RVV 1990. Dat de betrokkene ten onrechte dacht dat die bepaling ook in de onderhavige situatie van toepassing was, is een omstandigheid die voor zijn rekening en risico behoort te blijven. Dat de betrokkene heeft aangegeven zijn rijgedrag inmiddels te hebben aangepast, kan dan ook geen reden zijn voor matiging van de sanctie.
8. Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de kantonrechter niet in stand blijven en zal het hof doen hetgeen de kantonrechter had behoren te doen, te weten het beroep ongegrond verklaren.
Beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door mrs. Beswerda, Sekeris en Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Kuiper als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.