ECLI:NL:GHLEE:2008:BD2150
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.M. van der Meer
- J.D.S.L. Bosch
- F.J.W. Drion
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen naheffingsaanslag en boete motorrijtuigenbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, X, tegen een naheffingsaanslag en een boete opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale Administratie. De naheffingsaanslag betreft de Motorrijtuigenbelasting voor het tijdvak van 22 februari 2005 tot en met 21 februari 2006, met een totaalbedrag van € 2.141,--. Daarnaast is er een boete opgelegd van hetzelfde bedrag, die later door de inspecteur is verminderd tot 50%. De rechtbank Leeuwarden heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan.
De feiten van de zaak zijn als volgt: belanghebbende was houder van een Volkswagen met kenteken YY-00-XX, die geschorst was van 3 september 2004 tot 23 augustus 2005. Op 24 januari 2006 werd de auto geconstateerd op de openbare weg, wat leidde tot de naheffingsaanslag. Belanghebbende stelt dat hij de auto aan een derde ter beschikking had gesteld voor ombouw tot camper en dat hij had aangegeven dat de auto niet op de openbare weg mocht worden geparkeerd. De inspecteur is van mening dat de naheffingsaanslag en de boete terecht zijn opgelegd.
Het hof overweegt dat de belasting wordt geheven voor het houden van motorrijtuigen en dat bij constatering van gebruik van de weg tijdens een schorsing, de belasting kan worden nageheven. Het hof concludeert dat de inspecteur de naheffingsaanslag terecht heeft opgelegd, omdat de auto op de openbare weg stond terwijl deze geschorst was. Het verweer van belanghebbende faalt, omdat hij niet heeft aangetoond dat hij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om gebruik van de openbare weg te voorkomen.
Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is. Er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.