ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Breemhaar
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
De rechtsgeldigheid van een makelaarsopdracht en de gevolgen voor de koopovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 20 juni 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Makelaardij Sneek B.V. en een particuliere koper, aangeduid als [geïntimeerde]. De kern van het geschil betreft de vraag of Makelaardij Sneek, die was ingeschakeld voor de bemiddeling bij de verkoop van een pand, de bevoegdheid had om namens de verkopers een koopovereenkomst te sluiten. Het hof stelt voorop dat volgens vaste rechtspraak een opdracht aan een makelaar tot bemiddeling bij de verkoop van een pand geen volmacht inhoudt voor het sluiten van een koopovereenkomst. Dit betekent dat de makelaar niet automatisch gemachtigd is om namens de verkoper een overeenkomst te ondertekenen.
In het onderhavige geval heeft het hof vastgesteld dat uit de communicatie van de makelaar met de koper niet kon worden afgeleid dat de makelaar gemachtigd was om de koopovereenkomst te sluiten. De mededeling van de makelaar dat het bod was geaccepteerd, gaf de koper geen recht om aan te nemen dat er een koopovereenkomst was gesloten. Het hof oordeelt dat de makelaar niet als pseudo-gevolmachtigde heeft gehandeld, wat betekent dat er geen aansprakelijkheid van de makelaar kan worden vastgesteld op basis van artikel 3:70 van het Burgerlijk Wetboek.
Het hof vernietigt de eerdere vonnissen van de rechtbank Leeuwarden en wijst de vordering van de koper af. Tevens wordt de koper veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen hij reeds van de makelaar heeft ontvangen, vermeerderd met wettelijke rente. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke mandaten en de rol van makelaars in vastgoedtransacties, en bevestigt dat een makelaar niet zonder meer bevoegd is om namens een opdrachtgever te handelen zonder expliciete volmacht.