ECLI:NL:GHLEE:2007:BA6081
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- J. Huiskes
- G.W.B. van Westen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake naheffingsaanslag loonbelasting en boete
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin de rechtbank een naheffingsaanslag loonbelasting en een bijbehorende boete had vernietigd. De inspecteur had aan belanghebbende, een B.V., een naheffingsaanslag opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003, met een bedrag van € 22.220,- en een boete van 50% van dat bedrag. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet had aangetoond dat er sprake was van (voorwaardelijk) opzet en vernietigde de boete. De inspecteur ging in hoger beroep, stellende dat de rechtbank ten onrechte de boete had vernietigd en dat er wel degelijk sprake was van opzet of grove schuld.
Tijdens de zitting in hoger beroep, waar belanghebbende niet aanwezig was, werd de zaak behandeld. De inspecteur voerde aan dat belanghebbende zich bewust had moeten zijn van de kans dat er te weinig belasting was afgedragen. Het hof oordeelde dat de rechtbank niet had gekeken naar de mogelijkheid van grove schuld, hoewel de inspecteur dit subsidiair had aangevoerd. Het hof concludeerde dat er wel sprake was van grove schuld, wat leidde tot een aanpassing van de boete tot 25% van het nageheven bedrag aan loonheffing, wat neerkomt op € 3.048,-. Het hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze de boetebeschikking betrof, maar bevestigde de uitspraak voor het overige.
De uitspraak werd op 25 mei 2007 gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak is ondertekend door de voorzitter en de griffier.