ECLI:NL:RBLEE:2006:BA8406
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag loonbelasting en boetebeschikking
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 15 juni 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onderneming die zich bezighoudt met bestratingwerkzaamheden, en de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had eiseres een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd voor het tijdvak 2002 tot en met 2003, ter hoogte van € 22.220, en een boete van € 11.110. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat zij van mening was dat de naheffingsaanslag en de boete onterecht waren opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [A], de enige aandeelhouder van eiseres, in 2003 werkzaamheden voor de onderneming heeft verricht, maar geen loon heeft genoten. De inspecteur stelde dat er sprake was van een gebruikelijk loon dat vastgesteld moest worden op basis van de Wet op de loonbelasting 1964. Eiseres betwistte dit en stelde dat de heer [A] slechts parttime werkzaam was voor de onderneming.
Tijdens de zitting op 21 april 2006 is eiseres niet verschenen, terwijl de inspecteur wel vertegenwoordigd was. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat het gebruikelijk loon van de heer [A] te hoog was vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet voldoende bewijs had geleverd voor de opgelegde boete, en heeft deze vernietigd.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, verminderde de belastingaanslag tot € 14.830 en vernietigde het primaire boetebesluit. Eiseres kreeg het door haar betaalde griffierecht vergoed. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.