ECLI:NL:GHLEE:2007:BA2602
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Recht op zelfstandigenaftrek in de inkomstenbelasting voor een medisch secretaresse met een eenmanszaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de vraag centraal of de belanghebbende recht heeft op zelfstandigenaftrek in de inkomstenbelasting voor het jaar 2002. De belanghebbende, een medisch secretaresse die ook een eenmanszaak runt, had een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 21.134,- na vermindering van een eerder opgelegde aanslag. De inspecteur van de Belastingdienst had de zelfstandigenaftrek van € 6.358,- niet geaccepteerd, omdat de belanghebbende niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij aan het urencriterium voldeed. De rechtbank Leeuwarden had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting bij het hof op 15 maart 2007 werd duidelijk dat de belanghebbende gedurende het jaar 2002 25,75 uur per week in loondienst werkte en daarnaast haar onderneming dreef. De inspecteur had een boekenonderzoek ingesteld, waaruit bleek dat de urenregistratie van de belanghebbende te globaal was en niet overeenkwam met de in de agenda genoteerde afspraken. Het hof oordeelde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat zij meer dan 1225 uren aan haar onderneming had besteed, wat noodzakelijk is om in aanmerking te komen voor de zelfstandigenaftrek.
Het hof concludeerde dat de inspecteur terecht de zelfstandigenaftrek had afgewezen, omdat de belanghebbende niet voldeed aan de bewijslast. De eerdere toezegging van de inspecteur dat een urenspecificatie niet nodig was, werd door het hof niet erkend. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hof oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd op 6 april 2007 openbaar uitgesproken door de voorzitter en de griffier.