ECLI:NL:GHLEE:2007:BA0187
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Huiskes
- G.M. van der Meer
- H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Recht op zelfstandigenaftrek voor ondernemer volgens de Wet inkomstenbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 2 maart 2007 uitspraak gedaan over de vraag of de belanghebbende, de heer X, recht heeft op de zelfstandigenaftrek zoals vastgelegd in artikel 3.76 van de Wet inkomstenbelasting. De belanghebbende had een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen voor het jaar 2001, waarbij de inspecteur van de Belastingdienst de zelfstandigenaftrek niet had toegestaan. De belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat uiteindelijk leidde tot een beroepsprocedure bij het hof.
De belanghebbende, die als ondernemer wordt beschouwd, heeft gesteld dat hij voldoet aan het urencriterium en daarom recht heeft op de zelfstandigenaftrek. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht, waaronder de rol van de belanghebbende als directeur van F B.V. en zijn betrokkenheid bij de CV. Het hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende in 2001 feitelijk de onderneming dreef, met personeel en verantwoordelijkheden die hem als ondernemer kwalificeerden.
Het hof heeft geoordeeld dat de belanghebbende inderdaad als ondernemer moet worden aangemerkt en dat hij voldeed aan het urencriterium. Hierdoor heeft hij recht op de zelfstandigenaftrek. De uitspraak van de inspecteur werd vernietigd voor zover deze betrekking had op de verliesbeschikking, en het hof heeft het belastbare inkomen uit werk en woning vastgesteld op negatief € 76.388,-. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de inspecteur, die deze moest vergoeden aan de belanghebbende.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van de feitelijke omstandigheden en de rol van de ondernemer in het bepalen van het recht op belastingaftrekken. Het hof heeft de belanghebbende in het gelijk gesteld en de inspecteur veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten.