ECLI:NL:GHLEE:2006:AV7743
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Kuiper
- A. Breemhaar
- H. Zondag
- M. Streppel
- Rechtspraak.nl
Misbruik van ontslagbevoegdheid tijdens proeftijd en de geldigheid van het proeftijdbeding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, stond de vraag centraal of de appellante misbruik heeft gemaakt van haar ontslagbevoegdheid tijdens de proeftijd van de werknemer, geïntimeerde. De zaak is ontstaan na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de geïntimeerde, die als montagemedewerker werkzaam was bij een failliete onderneming. De appellante had de arbeidsovereenkomst met de geïntimeerde beëindigd met een beroep op het proeftijdbeding, omdat er onvoldoende werk zou zijn. De geïntimeerde betwistte de geldigheid van het proeftijdbeding en vorderde dat de arbeidsovereenkomst na de beëindiging zou blijven bestaan.
Het hof overwoog dat de wettelijke bepalingen inzake de proeftijd partijen de gelegenheid moeten bieden om zich proefondervindelijk op de hoogte te stellen van elkaars hoedanigheden en geschiktheid voor de bedongen arbeid. De appellante had aangevoerd dat de geïntimeerde minder geschikt bleek voor de werkzaamheden die beschikbaar waren, en dat dit aanleiding gaf om het proeftijdbeding in te roepen. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was dat de appellante haar bevoegdheid tot ontslag had misbruikt.
De grieven van de appellante werden gegrond verklaard, en het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank, waarbij de vorderingen van de geïntimeerde werden afgewezen. De geïntimeerde werd veroordeeld in de kosten van de procedure. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontslagbevoegdheden en de voorwaarden waaronder een proeftijdbeding kan worden ingeroepen.