Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 9955990 CV EXPL 22-19245
Bellamy Gallery B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 13 juni 2023, waarmee de curator in hoger beroep is gekomen van het tussenvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 23 december 2022 en het eindvonnis van 31 maart 2023;
- het arrest van dit hof van 1 augustus 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast (deze is niet gehouden);
- de memorie van grieven van de curator, tevens vermeerdering van eis;
- de memorie van antwoord van Herbel.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Inleiding
nietis dat er een hogere omzet kan worden behaald. Of in het gehuurde precies dezelfde omzet zou zijn behaald als in de oude winkel, of juist een iets hogere of iets lagere, zal juist door de coronacrisis nooit met zekerheid vastgesteld kunnen worden. Het hof gaat er echter, gelet op de door de curator geschetste achtergrond van de verhuizing, vanuit dat in ieder geval dezelfde omzet, maar waarschijnlijk een iets hogere omzet behaald zou kunnen zijn geworden in het gehuurde als in de oude winkel. Eventuele aanloopverliezen na de verhuizing zullen er mogelijk ook zijn geweest, maar het hof acht die ook zo onzeker dat het redelijk is die weg te strepen tegen de verwachte mogelijk hogere omzet. Om die reden zal het hof de omzetten van de vorige winkel als referentie aannemen.
7.Beslissing
opnieuw rechtdoende:
- wijst de vorderingen van Herbel af;
- verklaart voor recht dat Bellamy recht had op een huurkorting van € 26.086,99 over de periode van 15 maart 2020 tot en met 24 februari 2022;
- veroordeelt Herbel tot betaling van € 9.523,26 en € 12.350,-, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt Herbel in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van de curator tot op 31 maart 2023 begroot op € 726,- aan salaris advocaat;