ECLI:NL:GHDHA:2025:413
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken recente volmacht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep van [Y] tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 11 januari 2024. De zaak betreft een geschil over de WOZ-waarde van een onroerende zaak, vastgesteld door de Heffingsambtenaar op € 869.000 voor het jaar 2022. De Rechtbank had het beroep van [Y] gegrond verklaard en de waarde verlaagd tot € 800.000.
In hoger beroep heeft het Hof geconstateerd dat [Y] geen recente volmacht kon overleggen, ondanks herhaaldelijke verzoeken van het Hof om een geldige machtiging en een kopie van het identiteitsbewijs van de volmachtgever. Het Hof heeft vastgesteld dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [Y] in twijfel werd getrokken, gezien het tijdsverloop sinds de laatste overgelegde volmacht en de omstandigheden rondom de zaak.
Het Hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat [Y] niet heeft voldaan aan de verzoeken om de benodigde documenten aan te leveren. De uitspraak benadrukt het belang van een geldige volmacht in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van het ontbreken daarvan voor de ontvankelijkheid van hoger beroep.