ECLI:NL:GHDHA:2025:308

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
11 maart 2025
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
200.263.724/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude door werknemer vastgesteld op basis van deskundigenbericht in arbeidsrechtelijke geschil

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 maart 2025 een eindarrest uitgesproken in een hoger beroep dat volgde op eerdere tussenarresten van 20 september 2022 en 13 juni 2023. De zaak betreft een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [appellant], en zijn werkgever, [geïntimeerde] B.V. Het hof heeft op basis van een deskundigenbericht vastgesteld dat de werknemer een aanzienlijk bedrag aan de kas heeft onttrokken, tot een totaal van 6.178.717,84 Roebel. Dit bedrag is vastgesteld na een gedetailleerd onderzoek door de deskundige, die de administratie van de werkgever heeft geanalyseerd en onregelmatigheden heeft geconstateerd in de kasadministratie. De deskundige concludeerde dat de appellant als kassier verantwoordelijk was voor de onttrekkingen en dat er geen bewijs was dat andere medewerkers betrokken waren bij de fraude. Het hof heeft de grieven van de appellant gedeeltelijk toegewezen, maar het vonnis van de rechtbank vernietigd voor zover het een hoger bedrag dan 6.178.717,84 Roebel betrof. De appellant is veroordeeld tot betaling van de tegenwaarde van dit bedrag in euro's, evenals de proceskosten en het honorarium van de deskundige. Het hof heeft de bewijsaanbiedingen van de appellant verworpen als niet ter zake dienend. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

afdeling civiel recht
zaaknummer : 200.263.724/01
zaaknummer rechtbank Den Haag: 6636696 RL EXP 18-2799
arrest van 11 maart 2025
inzake
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. A. Sarkis te Maastricht,
tegen
[geïntimeerde] B.V.(voorheen genaamd: [voormalige bedrijfsnaam] B.V.),
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. O.R. van Hardenbroek van Ammerstol te Den Haag.
Partijen worden hierna [appellant] en [geïntimeerde] genoemd.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

In deze zaak heeft het hof een tussenarrest uitgesproken op 13 juni 2023. Voor het verloop van het geding tot die datum verwijst het hof naar dat tussenarrest.
Bij dat tussenarrest heeft het hof een onderzoek door een deskundige bevolen, met benoeming van [deskundige] RA CFE als deskundige.
Bij beschikking van 13 oktober 2023 is het voorschot voor de deskundige verhoogd.
De deskundige heeft vervolgens zijn Rapport van bevindingen (met bijlagen A t/m F), gedateerd 2 april 2024, bij het hof ingediend.
Bij beschikking van 23 april 2024 heeft het hof de schadeloosstelling en het loon van de deskundige begroot.
Partijen hebben vervolgens ieder een memorie na deskundigenbericht genomen. [appellant] heeft daarbij producties overgelegd, [geïntimeerde] één productie.
2. De verdere beoordeling
2.1.
Het hof verwijst naar zijn tussenarresten van 20 september 2022 en 13 juni 2023. Het blijft bij de inhoud van deze arresten, tenzij hierna anders wordt overwogen.
2.2.
In het tussenarrest van 13 juni 2023 heeft het hof de volgende vragen (met inleiding daarop) ter beantwoording door de deskundige geformuleerd:
In de onderhavige zaak acht het hof nader onderzoek door een deskundige noodzakelijk naar de door [geïntimeerde] gestelde fraude door [appellant]. Bij tussenuitspraak van 20 september 2022 heeft het hof beslist dat het hier nog slechts gaat om fraude die verband houdt met de transacties die in die tussenuitspraak zijn vermeld onder 5.7. Onder 5.9 is beslist dat van deze transacties ook de transactie ‘Veprentsev’ buiten beschouwing blijft.
1.
Kunt u op basis van uw onderzoek aan de hand van de administratie (in elk geval: RedSky en het excel kasboek) en/of anderszins vaststellen of waar is dat, zoals [geïntimeerde] stelt, [appellant] ter zake van de transacties waar het nog om gaat, gelden aan de kas heeft onttrokken tot een totaal bedrag van 6.505.518,41 Roebel dan wel enig ander bedrag? Wilt u daarbij aandacht geven aan de door [appellant] genoemde mutaties/logboekgegevens in RedSky en de rol daarin van andere werknemers?
2.
Kunt u beschrijven op welke wijze door u geconstateerde onregelmatigheden hebben plaatsgehad en wat de rol van [appellant] daarbij is geweest?
3.
Wilt u daarbij inzichtelijk maken op basis van welke bevindingen u tot uw oordeel bent gekomen? Voor zover uw bevindingen mede zijn ontleend aan interviews van werknemers en [appellant], wilt u dan vastleggen welke mededelingen aan u zijn gedaan?
4.
Heeft u verder opmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?
2.3.
De deskundige heeft een misslag in het tussenarrest van 20 september 2022 gesignaleerd. In rechtsoverweging 5.10 heeft het hof een bedrag genoemd van 6.505.518,41 Roebel en daarbij over het hoofd gezien dat de in rechtsoverweging 5.8 genoemde transactie (‘[naam]’) buiten beschouwing moet blijven. Met verbetering van deze misslag moet het bedrag van 6.505.518,41 Roebel worden gelezen als: 6.220.719,44 Roebel.
2.4.
De deskundige heeft nog een andere correctie aangebracht na vaststelling dat voor zeven TPO-formulieren het in het kasboek opgenomen bedrag afwijkt van het overzicht in het tussenarrest van 20 september 2022 (in totaal 42.001,60 Roebel). Het hiervoor genoemde bedrag van 6.220.719,44 Roebel zal daarom worden teruggebracht tot 6.178.717,84 Roebel.
2.5.
De deskundige heeft op basis van zijn onderzoek geconcludeerd dat dit laatste bedrag het bedrag is dat in totaal door [appellant] is onttrokken aan de kas. Zijn bevindingen worden hierna (2.6 t/m 2.13) kort weergegeven.
In antwoord op vraag 1 eerste deel:
2.6.
Gebleken is dat [appellant] de functie van kassier had, hetgeen betekent dat hij verantwoordelijk was voor (a) het doen van betalingen en in ontvangst nemen van geldbedragen, alsmede de registratie daarvan in het Excelkasboek, (b) voor het beheer en bewaren van de kas en daarin aanwezige contanten en (c) voor het sleutelbeheer van de kluis en de kas.
2.7.
Ad (a). In het Excelkasboek zijn hogere bedragen (betalingen) opgenomen dan overeenkomt met de bedragen voor de betaling van de inklaringskosten aan de douane. Voor de periode 2014 is voor acht dossiers het TPO-formulier opgeslagen in RedSky. Voor de periode 2015-2016 zijn voor de overige dossiers geen TPO-formulieren in RedSky opgeslagen. [appellant] beweert dat hij in het Excelkasboek het bedrag heeft ingevoerd dat in RedSky is ingevoerd door de operations manager/quality controller. Een berekening of ander bewijs (documenten) voor de hogere bedragen is niet aangetroffen in RedSky of andere administratie bij [geïntimeerde]. De Excelkasboeken zijn beveiligd met een wachtwoord, tevens zijn deze kasboeken/bestanden opgeslagen met een accountnaam en wachtwoord in een separate sectie/plaats op de server die is toegewezen aan [appellant]. Dit betekent dat alleen [appellant] toegang had tot de versie van het Excelkasboek die hij gebruikte.
2.8.
Ad (b). Uit het Excelkasboek blijkt dat [appellant] het hogere bedrag aan de custom broker/declarant zou hebben betaald. Volgens een schriftelijke verklaring van deze laatste heeft hij van [appellant] het bedrag volgens het TPO-formulier ontvangen. Volgens [appellant] heeft hij het hogere bedrag ingevoerd nadat dit door de operations manager/quality controller was ingevoerd in RedSky. Hij maakt daarbij geen onderscheid tussen de perioden 2014 en 2015-2016. Dit zou betekenen dat hij als kassier bedragen heeft betaald waarvoor geen berekening, document of ander bewijs in de administratie is opgenomen. Volgens een schriftelijke verklaring van de operations manager/quality controller heeft zij RedSky bijgewerkt na het mondeling aan haar doorgeven van het bedrag door [appellant]. [appellant] heeft schriftelijk door de deskundige aan hem voorgelegde verklaringen niet beantwoord. Als het hogere bedrag niet is uitbetaald aan de custom broker/declarant is het verschil tussen de bedragen nog in de kas gebleven. Het kasoverschot zou moeten zijn geconstateerd door [appellant], hetgeen niet het geval is. De enige hieruit te trekken conclusie is dat nadat in het Excelkasboek het hogere bedrag is ingevoerd deze positieve kasverschillen uit de kas zijn gehaald (afgeroomd). Dat betekent ook dat in het saldo van het gecontroleerde Excelkasboek aan het einde van de maand het onttrokken bedrag steeds was verwerkt. Het Excelkasboek zoals per mail toegezonden aan [appellant], is, zo blijkt uit de metagegevens, het laatst gebruikt door [appellant].
2.9.
Ad (c). Om het verschil tussen de bedragen te kunnen onttrekken aan de kas dient er toegang te zijn tot de kluis en de daarin opgeslagen kas. Het gebruik van de sleutel van [appellant] door anderen is goed mogelijk geweest, maar raadpleging van de kasboeken leert dat dat zeer beperkt moet zijn geweest.
In antwoord op vraag 1 tweede deel:
2.10.
[appellant] heeft meermaals aangegeven dat de mutaties en logboekgegevens in RedSky in het onderzoek moeten worden betrokken. Hij heeft niet aangegeven wat hij verwacht in deze gegevens aan te treffen, maar hij lijkt te suggereren dat andere medewerkers mogelijk betrokken kunnen zijn bij het onttrekken van geld aan de kas inzake de 34 dossiers. Logboekgegevens in RedSky dossiers zijn diverse meestal in chronologische volgorde ingevoerde gegevens betreffende de door [geïntimeerde] uitgevoerde activiteiten en werkzaamheden inzake een verhuizing, waaronder de inklaring. Gebruikers van RedSky loggen in met hun accountnaam en wachtwoord. Het onderzoek in RedSky heeft bestaan uit analyse van de in RedSky opgeslagen dossiers. Vastgesteld is dat de coördinator en controleur het meest voorkomen in deze dossiers vanuit hun specifieke rol en functie. De ingevoerde gegevens zijn voor 2015-2016 zonder het TPO-formulier. De door de coördinator ingevoerde gegevens betreffen met name de schatting van de te verwachten en de werkelijke inklaringskosten. Onderliggende documenten als een TPO-formulier of bankkwitantie als bewijs van storting bij de bank door de custom broker/declarant zijn in het dossier opgenomen, echter niet bij alle dossiers. De coördinator heeft steeds het bedrag van het TPO-formulier ingevoerd. Uit RedSky blijkt dat de controleur de hogere bedragen invoerde zonder enige onderbouwing. [appellant] heeft in de procedure verklaard dat hij de door de controleur ingevoerde bedragen uit RedSky invoerde in het Excelkasboek. Verder blijkt dat voor de dossiers uit 2015-2016 de datum van het door de controleur ingevoerde bedrag in RedSky ligt ná de datum waarop [appellant] dat bedrag in het Excelkasboek invoerde als betaling van het hogere bedrag. [appellant] heeft hierover niets verklaard. Wat opvalt is dat in RedSky geen berekening of onderbouwing van de hogere bedragen is aangetroffen. Het niet meer invoeren van deze gegevens en documenten in RedSky impliceert dat controle op de juistheid van uitgevoerde betalingen bemoeilijkt werd. In RedSky zijn geen gegevens aangetroffen die kunnen duiden op een ander scenario waarin andere medewerkers verantwoordelijk zijn te houden voor de gebleken onttrekkingen.
In antwoord op vraag 2:
2.11.
Door een hoger bedrag dan daadwerkelijk betaald op te nemen in het kasboek ontstaat een kasoverschot. Dit overschot was op het einde van de maand na controle van de kas niet meer aanwezig in de kas. Het verschil tussen de TPO-formulieren en de in het kasboek opgenomen betalingen voor invoerrechten is administratief gezien daarmee door [appellant] uit de kas gehaald en onttrokken.
In antwoord op vraag 3:
2.12.
Er zijn geen andere medewerkers die verantwoordelijk dan wel betrokken waren en tevens de gelegenheid hadden om toegang te krijgen tot én de kluisruimte én de kas én de H schijf op de server alsmede de e-mails en EXCEL bestanden (kasboeken). Bovendien heeft [appellant] als kassier het kasboek en de kasgelden maandelijks geteld en gecontroleerd, alsmede het maandelijkse kasboek ter verantwoording per e-mail verstuurd aan de financieel directeur. De bevindingen uit het financiële onderzoek (vastgelegd in een document met de naam Relaas bevindingen onderzoek kas/kasoverzicht) zijn in het kader van hoor en wederhoor voorgelegd aan [appellant] en zijn raadsman. [appellant] noch zijn raadsman hebben een reactie op het relaas gegeven. Zij hebben ook de vragen, toegestuurd op 19 september 2023 niet beantwoord.
In antwoord op vraag 4:
2.13.
De onttrokken bedragen zijn gedaan in Roebels en ook in het kasboek verantwoord in Roebels. In andere systemen zoals RedSky en Navision zijn de Roebels bedragen steeds omgerekend naar Euro’s op basis van dagkoersen.
2.14.
Op grond van het deskundigenbericht, met de inhoud waarvan het hof zich verenigt, komt het hof tot het oordeel dat als vaststaand moet worden aangenomen dat [appellant] gelden aan de kas heeft onttrokken tot een totaalbedrag van 6.178.717,84 Roebel. Hetgeen [appellant] bij memorie na deskundigenbericht naar voren heeft gebracht ter bestrijding van de bevindingen van de deskundige heeft geen succes. Het hof licht dat hierna toe.
2.15.
Uit het rapport van de deskundige volgt dat het door hem uitgevoerde onderzoek is verricht in het kader van de onderhavige procedure. Er bestaat geen grond voor de door [appellant] geopperde veronderstelling dat het onderzoek niet [geïntimeerde] zou betreffen maar “[geïntimeerde] […] o.o.”.
2.16.
Anders dan [appellant] heeft aangevoerd, volgt uit het deskundigenbericht op welke wijze en aan de hand van welke gegevens en informatie de deskundige tot zijn bevindingen is gekomen. De deskundige heeft onder meer vermeld dat hij onderzoek heeft gedaan naar 34 posten, zoals opgenomen in Navision, de financiële administratie van [geïntimeerde]. Dat, zoals [appellant] heeft aangevoerd, ondernemingen in Rusland over een kasapparaat dienen te beschikken dat geregistreerd staat bij de Russische belastingdienst en dat [geïntimeerde] daarover niet beschikte, acht het hof voor de beoordeling van deze zaak niet van belang.
2.17.
[appellant] heeft ten aanzien van acht klanten opgemerkt dat er een verschil ontstaat “bij de overschrijvingsformulieren van de bank en TPO-formulieren van 69 812.09 Roebel (€ 1200-1300)”. Het is voor het hof niet duidelijk geworden op welke overschrijvingsformulieren van de bank [appellant] het oog heeft en wat de strekking is van zijn opmerking. Wel constateert het hof dat van de door [appellant] genoemde namen alleen [namen] voorkomen op het overzicht op blz 6 van het deskundigenbericht. Het hof verwerpt het betoog van [appellant] op dit punt als onvoldoende begrijpelijk.
2.18.
Een andere tegenwerping van [appellant] tegen de uitkomst van het deskundigenbericht is dat de onderzochte stukken van Microsoft Excel, RedSky en Navision makkelijk door [geïntimeerde] tussentijds althans vóór de overdracht van de stukken aan de deskundige kunnen zijn gewijzigd. Het hof wijst deze tegenwerping van de hand en verwijst daartoe in het bijzonder naar het antwoord van de deskundige op vraag 3:
“Er zijn geen andere medewerkers die verantwoordelijk, dan wel betrokken waren en tevens de gelegenheid hadden om toegang te krijgen tot èn de kluisruimte èn de kas, èn de H schijf op de server, alsmede de e-mails en EXCEL bestanden (kasboeken). Bovendien heeft […] ([appellant],
hof) als kassier het kasboek en de kasgelden maandelijks geteld en gecontroleerd, alsmede het maandelijkse kasboek ter verantwoording per email verstuurd naar […] ([financieel directeur],
hof). De onttrokken bedragen zijn na de onttrekking uiteindelijk verwerkt in de jaarrekening van [geïntimeerde] over de jaren 2014-2016.
De bevindingen uit het financiële onderzoek (vastgelegd in het eerdergenoemde relaas) zijn in het kader van hoor/wederhoor voorgelegd aan [appellant] en zijn raadsman; [appellant] noch zijn raadsman hebben een reactie op het relaas gegeven; zij hebben ook de vragen, toegestuurd op 19 september 2023) niet beantwoord.”
Verder is er geen enkele aanwijzing dat de gesuggereerde manipulatie van systemen heeft plaatsgevonden.
2.19.
[appellant] heeft gewezen op enkele overwegingen uit het tussenarrest en aangevoerd dat de deskundige een en ander buiten beschouwing heeft gelaten. Deze klacht miskent echter dat het hof aan de omstandigheden die zijn genoemd in het tussenarrest onder 5.16 slechts de conclusie had verbonden dat deze noopten tot extra behoedzaamheid bij de waardering van de stellingen van [geïntimeerde]. Zij betekenen niet dat het hof, met inachtneming van die behoedzaamheid, de bevindingen van de deskundige niet zou kunnen volgen of dat meer of ander onderzoek zou zijn aangewezen. Wat het tussenarrest onder 5.15 betreft (de toegang tot RedSky, het Excel kasboek en de sleutel van de kas), verwijst het hof naar het overwogene hiervóór onder 2.18.
2.20.
[appellant] heeft opmerkingen gewijd aan het “onderzoek over client [naam]”, maar heeft er daarbij aan voorbij gezien dat deze transactie juist buiten beschouwing blijft (zie hiervóór onder 2.3).
2.21.
Gelet op de bevindingen van de deskundige, ziet het hof geen goede grond voor enig nader onderzoek of voor de benoeming van een andere deskundige.
2.22.
[appellant] betoogt ten slotte dat er diverse mogelijkheden zijn dat door anderen uit de kas is ontvreemd, maar niet door hem. Met de mutaties kan gesjoemeld worden, volgens [appellant].
2.23.
Het hof acht het verweer van [appellant] op dit punt voldoende weerlegd in het deskundigenbericht. Het hof acht het deskundigenbericht overtuigend. Bij de beoordeling weegt mee dat de deskundige als bijlage F een aantal vragen heeft geformuleerd voor [appellant] die [appellant] niet heeft beantwoord. De deskundige heeft daarvan op verschillende plaatsen in het deskundigenbericht melding gemaakt. [appellant] is daarop niet ingegaan in zijn memorie na deskundigenbericht. Op de door de deskundige geformuleerde vragen is [appellant] overigens ook in zijn memorie na deskundigenbericht niet behoorlijk ingegaan. Het komt er dus op neer dat [appellant] weliswaar de nodige vragen stelt, andere mogelijkheden oppert en twijfel tracht te zaaien, maar niet ingaat op een aantal concrete en relevante vragen die de deskundige hem in het kader van zijn onderzoek heeft gesteld. Los hiervan geldt dat de deskundige genoegzaam heeft uiteengezet dat het gaat om het samenstel van in de financiële administratie opgenomen gegevens en documenten en dat er geen andere medewerkers zijn die verantwoordelijk zijn voor dan wel betrokken waren bij en tevens de gelegenheid hadden om toegang te krijgen tot, kort gezegd, de gehele financiële keten.
2.24.
Zoals hiervoor overwogen, neemt het hof als vaststaand aan dat [appellant] gelden aan de kas heeft onttrokken tot een totaalbedrag van 6.178.717,84 Roebel. In het bestreden vonnis is uitgegaan van een bedrag van 9.191.384,- Roebel. In zoverre slagen de grieven II t/m IV. Deze grieven falen voor het overige. Voor de redengeving verwijst het hof naar zijn eerdere overwegingen. Grief I behoeft na hetgeen het hof in zijn tussenarrest van 20 september 2022 heeft overwogen geen verdere bespreking.
2.25.
Het gedeeltelijk slagen van de grieven brengt mee dat het vonnis niet in stand kan blijven. [appellant] is daarbij veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 132.268,-, als de tegenwaarde van 9.191.384,- Roebel overeenkomstig de opgave bij inleidende dagvaarding. Het hof zal het vonnis vernietigen voor zover [appellant] daarbij is veroordeeld tot een hoger bedrag dan overeenkomt met de tegenwaarde van 6.178.717,84 Roebel, berekend naar dezelfde koers, derhalve € 88.914,43. Het hof herberekent de buitengerechtelijke incassokosten over het in hoger beroep toewijsbare deel van de hoofdvordering op € 1.664,14.
2.26.
[appellant] dient als de in beide instanties overwegend in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van beide instanties. Het hof zal de proceskosten in eerste aanleg herberekenen op basis van het in hoger beroep toewijsbare deel van de hoofdvordering. Tot de proceskosten in hoger beroep behoort ook het honorarium van de deskundige ten bedrage van € 26.695,63.
2.27.
Het hof verwerpt de bewijsaanbiedingen als niet ter zake dienend dan wel als te vaag.

3.Beslissing

Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis maar uitsluitend voor zover [appellant] daarbij is veroordeeld
- tot voldoening van een hoger bedrag wegens schadevergoeding dan € 88.914,43,
- tot voldoening van een hoger bedrag wegens buitengerechtelijke kosten dan € 1.664,14, en
- tot veroordeling van een hoger bedrag wegens proceskosten in eerste aanleg dan € 2.837,05;
wijst de vorderingen in zoverre alsnog af;
bekrachtigt het vonnis voor het overige;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep en begroot deze aan de zijde van [geïntimeerde] op € 5.382,- wegens verschotten, € 26.695,63 wegens deskundigenhonorarium en € 9.958,50 wegens salaris en op € 178,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 92,- voor nasalaris in geval van betekening van dit arrest, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest aan deze kostenveroordeling is voldaan;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.J.F. Thiessen, R.S. van Coevorden en P.S. Fluit en is door de rolraadsheer uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 maart 2025 in aanwezigheid van de griffier.