3.2Met inachtneming van wat in dit hoger beroep nog is komen vast te staan, gaat het in deze zaak om het volgende.
( i) [verweerster] heeft acht scholen op zes onderwijslocaties, waaronder middelbare scholen. Eén van die scholen is [de internationale school] , voor middelbaar- en basisonderwijs (hierna: de internationale school).
(ii) [verzoeker] , geboren op [geboortedatum] , is sinds 1 oktober 2009 in dienst van [verweerster] , laatstelijk op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hij verrichtte zijn werk op de internationale school. Zijn laatste functie was die van conciërge tegen een salaris van € 2.961,- bruto per maand te vermeerderen met vakantietoeslag en emolumenten.
(iii) De internationale school werkt met een team van conciërges. De hoofdconciërge was aanvankelijk [naam 1] en daarna [naam 2] (hierna: [naam 2] ). Per 1 oktober 2020 is [naam 3] (hierna: [naam 3] ) bij [verweerster] in dienst getreden als “head of facility services”. Tot zijn taak behoorde het geven van leiding aan het team van conciërges.
(iv) Naar aanleiding van klachten van [verzoeker] over de sfeer binnen het conciërgeteam, onder meer over door hem ervaren negativiteit en roddels in een e-mail van 15 november 2020 van hem aan [verweerster] , heeft [naam 3] op 20 november 2020 in aanwezigheid van [conrector bedrijfsvoering] , conrector bedrijfsvoering, (hierna: [conrector bedrijfsvoering] ) met [verzoeker] gesproken. In dat gesprek zijn afspraken met [verzoeker] gemaakt. Op 23 november 2020 heeft [naam 3] de volgende afspraken aan [verzoeker] bevestigd:
“
Zoals je aangeeft ga je de afgelopen situatie loslaten.
De aansturing via [naam 2] gaat duidelijker. Ik zal dit met [naam 2] bespreken. Mocht het zo zijn dat iets niet duidelijk is in de aansturing, geef jij dit direct aan bij [naam 2] .
Jij stuurt geen mails of berichten waarin jij de onvrede beschrijft, maar gaat het gesprek aan.
Als jij ergens mee zit aangaande de collega’s dan spreek je de betreffende collega direct en op een rustige manier aan.
Je gaat zelf nadenken over hoe de situatie kan worden verbeterd voor jezelf en bedenkt hoe je dat gaat doen.
We maken over 1,5 maand een afspraak om deze punten door te nemen (…)”
[naam 3] en [verzoeker] hebben daarna vervolggesprekken gevoerd.
( v) Op 18 februari 2021 heeft zich een incident voorgedaan tussen [verzoeker] en een collega-conciërge. [verweerster] heeft [verzoeker] daarover aangeschreven, dat dit niet overeenkomstig de gemaakte afspraken is, dat de collega wordt aangesproken en dat ‘
we de toekomst op een positieve wijze tegemoet gaan’.
(vi) Op 23 maart 2021 heeft [naam 3] met [verzoeker] een door [naam 3] opgestelde brief besproken met daarin een ‘verbeterplan met concrete doelstellingen’ en onder meer de volgende afspraken:
“
3. Als je een onenigheid met een collega hebt spreek je hem daar rustig en binnen 24 uur op aan en laat je mij dit weten.
4. Je neemt een pro-actieve houding aan door persoonlijk toegewezen werkzaamheden uit te voeren. Als er geen gemeenschappelijke werkzaamheden zijn, zoek je andere taken of werkzaamheden die kan uitvoeren of vraag je aan [naam 2] hoe je kan helpen.”
(vii) Bij e-mail van 25 maart 2021 heeft [verzoeker] aan [verweerster] bevestigd dat er afspraken zijn gemaakt en dat alles goed in het verslag staat. [verzoeker] merkt evenwel op dat [naam 2] privégesprekken met anderen deelt en daarmee het vertrouwen schaadt. Ook is [verzoeker] het er niet mee eens dat in de e-mail staat dat hij zich buitensluit door buiten de conciërgekamer koffie te drinken; hij wordt al jaren buitengesloten omdat hij over misstanden binnen het conciërgeteam heeft geklaagd.
(viii) In de ‘
tussentijdse evaluatie van jouw verbetertraject’ van 22 juni 2021 heeft [naam 3] een aantal positieve ontwikkelingen beschreven met betrekking tot de onderwerpen Aansturing, Actief deelnemen aan de groep ( [verzoeker] start op tijd in de conciërgekamer), Het aanspreken van collega’s (slechts één conflict in de laatste periode en besproken hoe dit volgende keer beter of anders kan worden opgelost), en verantwoordelijkheid nemen (‘ [verzoeker] voert zijn werkzaamheden goed uit en werkt goed mee met de groep’).
(ix) Op 16 augustus 2021 heeft [naam 3] aan [verzoeker] geschreven dat zij die ochtend een gesprek hebben gehad, dat [verzoeker] heeft gezegd dat hij niet eerlijk wordt behandeld, dat hij het gesprek zou hebben opgenomen en dat [naam 3] hem discrimineert. Verder heeft [naam 3] geschreven: “
[verzoeker] , ik heb heel veel gesprekken met jou gehad, we hebben afspraken gemaakt waar jij het mee eens was en ik heb je heel veel ruimte en kansen gegeven. Ik ben het ook niet eens met jouw beschuldigingen”.
( x) [verzoeker] heeft hier bij e-mail van 30 augustus 2021 op gereageerd en geschreven dat het hem ging over de oneerlijke verloting van de
lost and foundvan 16 juli 2021, dat hij niet heeft gezegd dat [naam 3] en [naam 2] hem oneerlijk behandelen, dat er telkens wordt gedreigd met HR, dat er sprake is van kliekvorming in het conciërgeteam omdat collega’s vinden dat hij ( [verzoeker] ) in de weg staat aan de vrijheid en wetteloosheid die zij al jaren gewend zijn, dat hij ( [verzoeker] ) overal de schuld van krijgt en gediscrimineerd wordt en dat eenzijdige en onterechte verslagen worden opgemaakt en tegen hem verzameld.
(xi) In het door [naam 3] opgestelde beoordelingsverslag van 6 oktober 2021 is onder meer vermeld: “
Wij zien dat een aantal essentiële punten voor verbetering niet voldoende zijn ontwikkeld voor jouw functie en hier willen wij graag verbetering in zien”. [naam 3] noemt acht concrete ontwikkelpunten (Communicatie, Feedback positief en respectvol, Naleven integriteitscode, HR gerelateerde gesprekken met minimaal drie personen, Oude afspraken blijven actief (op tijd komen, bij onenigheid collega aanspreken binnen 24 uur op een rustige manier, proactieve houding), Praten met eigen huisarts en vragen om verwijzing naar sociaal maatschappelijk werk. Doelstelling is dat [verzoeker] binnen drie maanden werkt op het gewenste niveau van Conciërge schaal 4.
(xii) [verzoeker] heeft op 10 november 2021 schriftelijk gereageerd waarbij hij heeft aangegeven aan de ontwikkelpunten te willen werken.
(xiii) Op 9 maart 2022 heeft [verzoeker] aangegeven alleen nog gesprekken te willen voeren in aanwezigheid van een vertrouwenspersoon en gevraagd om het geplande gesprek van 10 maart 2022 met [naam 3] en [HR adviseur] , HR adviseur bij [verweerster] (hierna: [HR adviseur] ), daarom uit te stellen. Het gesprek heeft vervolgens op 21 april 2022 plaatsgevonden in aanwezigheid van een vertrouwenspersoon.
(xiv) Op 2 juni 2022 heeft een gesprek plaatsgehad waarbij [verzoeker] werd bijgestaan door [vakbondsconsulent] , vakbondsconsulent sociale zekerheid & arbeidsmarkt FNV (hierna: [vakbondsconsulent] ). Namens [verweerster] waren aanwezig [naam 3] en [stafadviseur HR] , stafadviseur HR (hierna: [stafadviseur HR] ). In het verslag van dat gesprek is onder andere vermeld:
“
Samenvattend is de heer [naam 3] van mening dat de heer [verzoeker] :
• onvoldoende progressie laat zien in houding en gedrag;
• zich niet pro-actief in zijn werk opstelt en alleen doet wat hem wordt opgedragen;
• met collega's en leidinggevenden langdurig snel conflicten heeft;
hij daarbij regelmatig emotioneel reageert, de laatste keer zodanig dat de HR-adviseur, mevrouw [HR adviseur] , zich daar zelfs zeer onprettig bij voelde en de kamer is uitgelopen waarna het overleg moest worden geschorst;
• de Nederlandse taal een barrière blijft voor een goede communicatie;
• afspraken om met elkaar in gesprek te gaan, uitstelt of afzegt;
• achterdochtig is en een vijandige toon heeft in communicatie en emails.
Volgens de heer [vakbondsconsulent] , laat de correspondentie die hij van de heer [verzoeker] heeft gekregen, juist zien dat:
• het de laatste tijd beter ging met het functioneren van de heer [verzoeker] ;
• de tussentijdse evaluaties zoals die van juni 2021 en de samenvattende evaluatie van december 2021 juist melding maken van het feit dat het beter/goed gaat;
• het verbetertraject veel korter heeft geduurd dan de heer [naam 3] aangeeft,
• de school onvoldoende heeft gedaan om de heer [verzoeker] te helpen om de taalbarrière te
overbruggen;
• niet wordt aangegeven wat er niet goed gaat.
De heer [naam 3] zegt dat de heel basale dingen, na hem daar meerdere malen op aangesproken te hebben, zoals het op tijd komen en de opgedragen taken uitvoeren, inderdaad beter gaan maar dat de door hem genoemde punten nog steeds een probleem vormen in het functioneren van de heer [verzoeker] . Het zijn vooral de omgangsvormen en het totale gebrek aan pro-activiteit die niet alleen de leidinggevenden maar ook de collega’s tot grote irritatie leiden. Al meerdere malen hebben leidinggevenden de heer [verzoeker] op dit gedrag aangesproken maar telkens zonder resultaat. De heer [verzoeker] vervalt telkens in zijn oude gedrag, aldus de heer [naam 3]
(…)
Volgens de heer [verzoeker] probeert de heer [naam 3] hem onderuit te halen en zou hij erop uit zijn om hem in een negatief daglicht te zetten. Hij voelt zich door de heer [naam 3] in de gaten gehouden en vindt het vervelend dat alles wordt vastgelegd. Hij heeft hiermee het gevoel dat er een dossier over hem wordt aangelegd dat tegen hem gebruikt wordt.
(…)
De heer [stafadviseur HR] vertelt dat de school en het management al zeer lang bezig zijn om de heer [verzoeker] aan te spreken op zijn houding en gedrag maar dat er op dat vlak niet of nauwelijks verbetering is. Een dieptepunt was het gesprek met de HR adviseur waarin hij mevrouw [HR adviseur] ernstig schoffeerde door haar van alles te verwijten en haar verdacht van samenzwering om hem weg te krijgen. In de optiek van het management van de school is het vertrouwen in een verbetering van de houding en het gedrag van de heer [verzoeker] hierdoor ernstig geschaad. De heer [stafadviseur HR] zegt dat de school daarom het liefst in goed overleg tot een oplossing wenst te komen om het dienstverband met de heer [verzoeker] te beëindigen. Een mogelijkheid daartoe is het komen tot een vaststellingsovereenkomst.
De heer [vakbondsconsulent] verzoekt de school/stichting echter om:
het verbetertraject te verlengen;
aan te geven welke verbeterpunten er precies zijn;
wat de school kan doen om de heer [verzoeker] te helpen.”
(xv) Op 16 juni 2022 heeft ook [juridisch medewerker FNV] , juridisch medewerker bij de FNV, (hierna; [juridisch medewerker FNV] ) namens [verzoeker] schriftelijk aan [verweerster] verzocht het verbetertraject te verlengen en ‘onduidelijkheden zoals die bestonden in de afgelopen periode weg te nemen’.
(xvi) [verweerster] heeft ingestemd met een tweede verbetertraject (hierna: het tweede verbetertraject) en heeft daarover gecorrespondeerd met [juridisch medewerker FNV] . In het verbeterplan van [verweerster] van 17 oktober 2022 staat onder meer:
“
A. Werktijden en pauzes
(…) Je komt niet meer te laat.(…)
Je start je dag om 8.00 uur in de conciërgekamer en na het overleg start je met jouw werkzaamheden.
B Omgangsvormen/werkhouding en attitude(…)
Bij bijvoorbeeld een onenigheid met een collega blijf je kalm en probeer je eerst met die betreffende collega dit rustig uit te praten en op te lossen. Als dat niet lukt, kun je dit met [naam 2] bespreken. Als dat niet lukt met [naam 3] . Pas daarna kunnen zo nodig [conrector bedrijfsvoering] en/of HR worden betrokken.
2 Een pro-actief houding aannemen(…)-Als er geen opdrachten gegeven worden, zelf kijken welke werkzaamheden je zelfstandig kunt uitvoeren of anders vragen bij [naam 2] of hij werkzaamheden voor je heeft.-Buiten pauzes niet langer dan 10 minuten zitten achter computer (uitzondering is het uitvoeren van administratieve werkzaamheden) (…)
C Functioneren(…)D Inhoudelijk(…)
E Kennis en vaardigheden(…)
F Communicatie(…)
De communicatie en de wijze van communiceren heeft de afgelopen tijd te wensen overgelaten. Ook hier wordt enige pro-activiteit van je verwacht om dit te verbeteren.
(…)
Begeleiding
Naast de maandelijkse voorgangsgesprekken die als doel hebben jou te ondersteunen bij de door te voeren verbeteringen, bieden we je trainingen en een psycholoog aan. Ik adviseer je van dit aanbod gebruik te maken.
EindbeoordelingUiteindelijke doelstelling is dat jij goed functioneert op alle bovenstaande punten. Ten aanzien van bovenstaande afspraken en verwachtingen geldt dat ik deze ga beoordelen met een groene, oranje en rode vlakken. Aan het eind van het verbetertraject wil ik dat je op geen van de punten nog onvoldoendes scoort en dat 90% van de vlakken groen is. (…)
De eindbeoordeling vindt plaats in februari 2023.”
(xvii) [verzoeker] heeft op 1 november 2022 per e-mail ingestemd met het tweede verbetertraject en heeft aan [verweerster] geschreven : “
Ik ben blij dat wij er zijn uitgekomen en wil graag iedereen bedanken voor de tijd en energie. Ik ben bereid om mee te werken en zal me best doen zoals ik al 13 jaar doe en bij deze geef ik mijn akkoord.”
(xviii) Na een tussentijdse beoordeling heeft in februari 2023 de eindbeoordeling van het tweede verbetertraject plaatsgevonden met als conclusie:
“
Er is een verbetering geconstateerd. Er zijn geen rode vlakken in de beoordeling, maar wel 7,5 oranje vlakken (3 meer dan was de afgesproken grens). Objectief gezien is dit onder het niveau dat we voorafgaand aan het verbetertraject hebben afgesproken (meer dan 90% groene beoordeling).
Ik zie een duidelijke intentie van verbeteren op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Wat ook is geconstateerd is dat [verzoeker] het werken in een team of functioneren in een groep niet tot zeer slecht lukt. (…) Het is voor mij als leidinggevende lastig dat [verzoeker] hiervoor geen psychologische ondersteuning wenst. Dit betekent onder meer dat dit onderwerp de komende periode onderwerp van bespreking blijft.
Om eerlijk te zijn past [verzoeker] niet in (deze) groep en het is van essentieel belang en een eis bij deze functie om te functioneren in een groep.
Ook tijdens het beoordelingsgesprek komt [verzoeker] terug op het feit dat er in het conciërgeteam collega’s aan het samenzweren zijn tegen hem. (…) “Dit is al jaren aan de gang” zegt hij. Ik heb aangegeven dat deze opmerkingen tegen de afspraken van dit traject is.
Ik maak me grote zorgen over het functioneren van [verzoeker] in het team. Ik wil daarom met [verzoeker] afspreken dat we dit aspect meenemen in de beoordeling die ik vóór de zomervakantie wil plannen. We beoordelen dan of de verbeteringen die tijdens dit verbetertraject zijn afgesproken duurzaam zijn gebleken en of de samenwerking in het team is verbeterd.
Met [verzoeker] is afgesproken dat hij eind juni een uitnodiging van mij krijgt voor een beoordelingsgesprek dat vóór het einde van het schooljaar zal plaatsvinden.”
(xix) [verzoeker] heeft deze beoordeling niet voor akkoord getekend. Bij e-mail van 20 april 2023 heeft hij aan [conrector bedrijfsvoering] geschreven: ”
Na advies ingewonnen te hebben bij de PMR en bij een vertrouwenspersoon, wil ik graag mijn ernstige zorgen uiten over de behandeling door mijn leidinggevende [naam 3].
Er zijn veel aanwijzingen dat hij mij oneerlijk behandelt en beoordeelt, dat hij mij door zijn communicatie intimideert en dat hij mij geen eerlijke kans gunt. De reden hiervoor weet ik niet, maar ik overweeg een officiële klacht in te dienen en dit aanhangig te maken als hij niet stopt met zijn intimidatie en pestgedrag.
Bijgevoegd is zijn eindbeoordeling verbetertraject. Geen van de conciërges is hieraan onderworpen, veel van de onderwerpen zijn toegevoegd om mij te laten falen, en er is geen transparantie of openheid over de anekdotische plussen en minnen van mijn collega’s in het team. Na een overwegend positieve beoordeling stelt [naam 3] dat ik gewoon ‘niet in het team pas’ en dat we in ‘juni’ weer een evaluatie moeten afspreken. Het onnodig verlengen van mijn verbetertraject en de subjectieve en niet onderbouwde conclusies die hij trekt zijn kwetsend, niet constructief of opbouwend en hebben de schijn van discriminatie en willekeur.”
(xx) [verzoeker] heeft zijn onvrede ook gedeeld met de bij [verweerster] functionerende commissie IDEA (Inclusion, Diversity, Equity and Anti-Discrimination), een commissie die zich bezig houdt met de uitvoering van ideeën voor inclusie en diversiteit, met de medezeggenschapsraad en met enkele leerlingen.
(xxi) Bij e-mail van 8 mei 2023 heeft [conrector bedrijfsvoering] [verzoeker] gewezen op de mogelijkheid van advies door een vertrouwenspersoon, HR, of iemand van de vakbond, en op de klachtenprocedure voor situaties die gestelde normen of omgangsvormen overschrijden. Verder heeft [conrector bedrijfsvoering] over de beschuldigingen van [verzoeker] over kwetsen en discriminatie geschreven dat hij graag precies wil weten wat er is gezegd of gedaan en daar ook de reactie van zijn leidinggevend op wil horen.
(xxii) In zijn email van 23 mei 2023 aan [conrector bedrijfsvoering] heeft [verzoeker] herhaald dat hij oneerlijk wordt behandeld door [naam 3] en geschreven: “
Ik krijg inderdaad de indruk dat ik anders wordt behandeld door [naam 3] dan mijn collega’s, (…) Diversiteit in onze school is een groot goed maar door mij te onderwerpen aan een langere en meer uitvoerige evaluatie vergeleken met mijn collega’s ontstaat de indruk dat ik anders wordt behandeld. Ik vermoed dat ik anders wordt behandeld vanwege mijn donkere huidskleur en mij achtergrond, maar heb hier geen hard bewijs voor. (…)”
(xxiii) Op 25 mei 2023 heeft een bespreking plaatsgevonden waarbij aanwezig waren [naam 3] , [stafadviseur HR] , [verzoeker] en zijn vertrouwenspersoon. In het verslag van dat gesprek heeft [verweerster] onder meer geschreven: “
Je bent aangesproken op het feit dat je bij de student council bent geweest en leerlingen hebt geconfronteerd met persoonlijke zaken zoals het verbeterplan en je werd daarbij emotioneel. (…) de conrector, heeft jou hierop aangesproken en in een apart gesprek aangegeven dat dit ongepast en onacceptabel is.
(…) geeft [verzoeker] aan dat de kwestie rond het gesprek met de leerlingen door [naam 3] als afgedaan moet worden beschouwd (…). Hij zegt dat [naam 3] hem telkens ten onrechte dingen verwijt, dat hij hem intimideert en discrimineert vanwege zijn zwarte huidskleur.
[stafadviseur HR] [ [stafadviseur HR] -hof] (…) wijst er op dat een dergelijke klacht serieus moet worden genomen maar ook dat een onterechte en onware beschuldiging in sommige gevallen als smaad en laster kunnen worden aangemerkt.
Aanleiding voor het verbetertraject was volgens [stafadviseur HR] de onvrede over de wijze waarop [verzoeker] zijn functie als conciërge uitoefent. [stafadviseur HR] zegt vooralsnog geen enkele aanwijzing te hebben dat het feit dat [verzoeker] in verband met zijn functioneren nu extra aangesproken en beoordeeld is en wordt, te maken heeft met discriminatie.
Nu de vorige keren de heer [vakbondsconsulent] van FNV bij de gesprekken heeft gezeten, zegt [stafadviseur HR] het verstandiger te vinden dit gesprek voort te zetten in aanwezigheid van iemand van de vakbond. (…)”
(xxiv) Op 30 mei 2023 heeft [verzoeker] zich ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft geoordeeld dat [verzoeker] vanaf 26 juni 2023 weer in staat was zijn werkzaamheden te hervatten.
(xxv) Op 28 juni 2023 hebben [verweerster] en [verzoeker] verder gesproken in aanwezigheid van [vakbondsconsulent] . In het door [verweerster] opgemaakte gespreksverslag staat onder meer:
“
[conrector bedrijfsvoering] benadrukt dat [verzoeker] [naam 3] beschuldigt van discriminatie op basis van huidskleur, dat hij hem geïntimideerd heeft en aan micromanagement doet. Zware beschuldigingen die volgens hem niet gestaafd zijn met voorbeelden.
[stafadviseur HR] voegt er aan toe dat [verzoeker] , buiten de uitdrukkelijke afspraak om dat bij ervaren problemen direct naar [naam 3] zou gaan om dit te bespreken, zich meerdere malen negatief over [naam 3] heeft uitgelaten. Dat heeft hij niet alleen gedaan bij leerlingen, collega’s, bij een lid van de anti-discriminatiecommissie van de ISH, bij (P)MR-leden, maar ook bij [conrector bedrijfsvoering] (die [verzoeker] terecht weer heeft terugverwezen naar [naam 3] ). (…)
Hiermee creëert [verzoeker] volgens [stafadviseur HR] een onmogelijke werkrelatie met zijn leidinggevende [naam 3] . Erger nog, hij stelt [naam 3] telkens in een negatief daglicht waardoor [naam 3] zich ernstig in zijn reputatie geschaad voelt.
Volgens [stafadviseur HR] is alles ontstaan door functioneringsproblemen van [verzoeker] . Mede na gesprekken in aanwezigheid van [vakbondsconsulent] , is een verbetertraject afgesproken. Een traject waar [verzoeker] de kans krijgt zijn functioneren te verbeteren, hiermee akkoord is gegaan maar eigenlijk nooit lijkt te hebben geaccepteerd. Een gevolg van het verbetertraject was nu eenmaal dat [verzoeker] een periode “onder het vergrootglas kwam te liggen”. [verzoeker] draait het om en zegt nu dat hij door [naam 3] gediscrimineerd wordt. De heer [vakbondsconsulent] merkt op dat [verzoeker] wellicht een officiële klacht had kunnen of moeten indienen. [stafadviseur HR] benadrukt dat hij [verzoeker] in eerdere gesprekken hier ook op gewezen heeft. De Stichting heeft hiervoor immers een speciale klachtenprocedure.
[stafadviseur HR] laat weten dat in verband met onder meer het feit dat het verbetertraject met [verzoeker] niet tot tevredenheid over zijn functioneren heeft geleid en dat hij tegen de uitdrukkelijke afspraken in [naam 3] bij anderen binnen de school in diskrediet heeft gebracht ertoe heeft geleid dat de samenwerking met [naam 3] onmogelijk is geworden. Hij vindt het kwalijk dat [verzoeker] telkens met de beschuldigende vinger naar het management of HR wijst en niet of nauwelijks zin eigen rol in dit verhaal wenst te zien. Om deze redenen ziet het management van de school ook geen mogelijkheden meer om met [verzoeker] door te gaan.”
(xxvi) Op advies van de bedrijfsarts heeft tussen partijen van 17 augustus tot 31 oktober 2023 mediation plaatsgevonden. Van de kant van [verweerster] hebben [conrector bedrijfsvoering] en [stafadviseur HR] daaraan deelgenomen. [naam 3] heeft in het kader van de mediation wel met de mediator maar niet met [verzoeker] gesproken. De mediation is zonder succes beëindigd.
(xxvii) [verzoeker] heeft tot de datum waartegen de kantonrechter de arbeidsovereenkomst heeft ontbonden (1 mei 2024) werkzaamheden voor [verweerster] uitgevoerd.