Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[verzoeker 1] ,
[verzoeker 2],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
Iedere eigenaar is in de gemeenschap gerechtigd voor het hierna vermelde breukdeel, dat is vastgesteld op basis van de oppervlakten van de appartementsrechten, waarvan de noemer vierduizenddriehonderdzesenvijftig (4.356) bedraagt en de teller als volgt:
eenhonderdachtennegentig (198);
De eigenaars zijn voor de in het eerste lid bedoelde breukdelen gerechtigd tot de baten die aan de gezamenlijke eigenaars toekomen en zijn voor diezelfde breukdelen verplicht bij te dragen in de schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn.
In afwijking van het hiervoor in lid 2 bepaalde geldt een afwijkende verdeelsleutel voor de volgende schulden en kosten:a. (…)
), ieder voor twaalf tweehonderdzesendertigste (12/236) gedeelte;
Tot de schulden en kosten van de gezamenlijke eigenaars (…) worden gerekend:
die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud of het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten of van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud daarvan;
In afwijking van het in lid 1 bepaalde geldt zoveel mogelijk dat de eigenaren van de stadswoningen niet bijdragen in de kosten met betrekking tot de appartementen/woningen, en andersom, en de eigenaren van de stadswoningen verantwoordelijk zijn voor de kosten met betrekking tot hun eigen woning, dat wil zeggen:
De eigenaren van de stadswoningen met de indexcijfers 1 tot en met 9 behoeven niet bij te dragen in de kosten van onderhoud, herstel of vernieuwing van de gemeenschappelijke zaken en gemeenschappelijke gedeelten, voor zover die zich bevinden in het gedeelte van het gebouw waarin de woningen met de indexcijfers 10 tot en met 29 zijn gesitueerd, echter met uitzondering van die betrekking hebbend op de parkeerruimte en de toegang daartoe.
Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig:
de grond, de funderingen, de dragende muren, (…), de daken (…), de dakbedekking, (…);
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Verzoek in hoger beroep en verdere ontwikkelingen
6.Beoordeling in hoger beroep
Vastgestelde feiten (grief 1)
7.Beslissing
Het hof:
- bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 21 november 2023;
- veroordeelt [verzoekers] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van de VvE begroot op € 2.606,-;
- bepaalt dat als [verzoekers] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak hebben voldaan en deze beschikking vervolgens wordt betekend, [verzoekers] de kosten van die betekening moeten betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is gevraagd.