7.1
Werknemer wordt opgenomen in de collectieve pensioenregeling van werkgever bij Stichting Pensioenfonds Unirobe Meeùs Groep. Op de pensioenregeling is een eigen bijdrage van toepassing.(…)
Artikel 21 Eenzijdige wijziging
Werkgever behoudt zich binnen de grenzen van de redelijkheid het recht voor om de arbeidsovereenkomst en al hetgeen in het kader daarvan tussen partijen geldt, te wijzigen c.q. aan te vullen, indien de omstandigheden daartoe naar zijn oordeel aanleiding geven."
De collectieve pensioenregeling was een zuivere uitkeringsovereenkomst op basis van middelloon (hierna: de UMG-pensioenregeling).
Ter uitvoering van de door haar met [appellant 1] c.s. gesloten pensioenovereenkomsten had UMG een uitvoeringsovereenkomst gesloten met de Stichting Pensioenfonds Unirobe Meeùs (hierna: het pensioenfonds).
Bij brief van 22 oktober 2015 heeft UMG aan [appellant 1] c.s. een wijziging van de pensioenregeling per 1 januari 2016 aangekondigd. De wijziging hield in dat de pensioenregeling zou wijzigen van een zuivere middelloonregeling naar een middelloonregeling gefinancierd op basis van een Collectieve Beschikbare Premie (hierna: CollectiveDefinedContribution ofwel CDC-regeling). In de brief schreef UMG onder meer:
“(…)
Wat is een CDC-regeling
Belangrijkste kenmerk van een CDC-regeling is dat er een vast budget beschikbaar is voor de pensioenregeling. Het budget dat jaarlijks beschikbaar is voor de pensioenregeling is 24,7% van de pensioengrondslag. Daarnaast wordt in een CDC-regeling een aantal uitgangspunten gedefinieerd hoe de regeling eruit zou moeten zien. Denk hierbij aan het opbouwpercentage, de franchise, het indexatiepotentieel etc. Deze variabelen zijn vergelijkbaar met de middelloonregeling zoals we deze kennen tot 1 januari 2016.
1n de CDC-regeling hebben we met elkaar de ambitie uitgesproken om te komen tot een opbouwpercentage van 1,875%.
Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen waardoor de ambitie die we met elkaar hebben afgesproken niet haalbaar is, denk hierbij aan sterk dalende marktrente en tegenvallende beleggingsresultaten. Hierdoor kan het zijn dat er in enig jaar een lagere pensioenopbouw wordt gerealiseerd of dat er een jaar niet of minder kan worden geïndexeerd. In het meest negatieve scenario kunnen reeds opgebouwde pensioenaanspraken (na 1 januari 2016) gekort worden.
(…)
Resumerend
De wijzigingen die per 1 januari 2014, 1 januari 2015 en 1 januari 2016 zijn en zullen worden doorgevoerd leiden tot een verminderde pensioenopbouw. Voor een deel zijn deze wijzigingen ingegeven door de versobering van het fiscale regime, voor een ander deel door de wens en noodzaak om de pensioenregeling voor werkgever en werknemer betaalbaar te houden. (…)
Procedure
Pensioen is een arbeidsvoorwaarde. In principe kan een werkgever een arbeidsvoorwaarde niet zonder instemming van de individuele medewerker wijzigen. In dit geval is dit anders. De pensioenregelingen geven (…)UMG namelijk de bevoegdheid de pensioenregeling eenzijdig te wijzigen wanneer zij daarvoor een zodanig zwaarwegend belang heeft dat de belangen van de werknemers daarvoor moeten wijken. De veranderingen van het fiscale regime voor pensioenregelingen is zo'n zwaarwegend belang. Dat geldt naar onze mening ook voor de introductie van de CDC-regeling per 1 januari 2016 teneinde de pensioenregeling betaalbaar te houden. Zeker nu het nadeel dat voor de medewerkers uit de wijzigingen voortvloeit naar redelijkheid wordt gecompenseerd én de ondernemingsraad zowel met de wijzigingen als met de compensatie heeft ingestemd, komt (…)UMG een beroep toe op haar bevoegdheid de pensioenregeling eenzijdig te wijzigen.
Toch vinden wij het belangrijk je niet alleen te informeren over de wijzigingen en, met name, de introductie van de CDC-regeling, maar je ook te vragen kenbaar te maken wanneer jij of je (eventuele) partner niet akkoord kunt gaan met de gekozen aanpak en/of de wijzigingen die in dat kader zijn of zullen worden doorgevoerd. Het gaat per slot van rekening om een belangrijke arbeidsvoorwaarde. (…)”
Op 10 november 2015 is op het Intranet van UMG aangekondigd dat de aanpassing van de middelloonregeling naar een CDC-regeling niet door kon gaan per 1 januari 2016. De uitvoering van de bestaande middelloonregeling door het pensioenfonds is met één jaar verlengd tot 1 januari 2017.
Op 21 september 2016 heeft UMG een instemmingsverzoek gedaan bij de ondernemingsraad (hierna UMG-ondernemingsraad) om de gegarandeerde middelloonregeling voor een periode van 4 jaar voort te zetten. UMG gaf daarbij de volgende onderbouwing:
“(…)
Inleiding
Vanaf 2014 zien wij dat er veel wijzigingen in de pensioenwet worden doorgevoerd. In 2014 is dat de (gefaseerde) verhoging van de pensioenrichtleeftijd van 65 naar 67 jaar. Vanaf 1 januari 2015 wordt de fiscaal gefaciliteerde pensioenopbouw beperkt tot een pensioengevend inkomen van € 100.000,-- en wordt de pensioenopbouw verlaagd naar 1.875%. Deze wijzigingen hebben tot gevolg dat de pensioentoezegging aan medewerkers lager wordt. Voor deze verlagingen zijn compensaties gegeven in de vorm van een verlaging van de AOW franchise in de jaren 2015 en 2016 alsmede een financiële vergoeding voor die medewerkers waarvoor de aftopping van pensioenopbouw boven € 100.000,-- van toepassing is. Ook is medewerkers de gelegenheid geboden om op vrijwillige basis, het overlijdensrisico boven € 100.000,-- te verzekeren. Tegelijkertijd zien wij de werkgeverslasten enorm stijgen m.n. omdat de garantiekosten, die volledig voor rekening komen van de werkgevers, onder invloed van de lage marktrente en verder toenemend lang-leven risico alsmaar stijgen. (…) wij(zien, hof)
dat van de oorspronkelijk afgesproken verdeling van de kosten (2/3e werkgever - 1/3e werknemer) weinig meer over is en dat in de praktijk de kostenverdeling 3/4e werkgever en 1/4e werknemer is. Hierdoor ontstaat voor de werkgever de noodzaak om te komen tot een maximering van de werkgeverslasten. In de afgelopen 1,5 jaar zijn er eveneens vele en intensieve gesprekken met Aegon gevoerd. (…) Zoals eerder al in de inleiding is vermeld, leidde dit overleg uiteindelijk tot uitstel van de invoering van de afgesproken CDC regeling.
Pensioenregeling 2017 – 2020
Het resultaat van de gesprekken over de inhoud van de regeling is dat de gegarandeerde middelloonregeling voor een periode van 4 jaar wordt voortgezet. De belangrijkste kenmerken van de regeling 2017-2020 zijn:
- pensioenopbouw over 12,96% maal het vaste maandsalaris;
- AOW franchise € 15.239,-- (2016) exclusief de in het reglement vastgelegde aanpassing per 1 januari 2017(Hof: € 15.439 in 2017 volgens artikel 7 van het Aegon pensioenreglement)
. Het bedrag wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met de ontwikkeling van de wettelijke AOW-bedragen en logisch afgerond op hele euro's;
- opbouwpercentage 1,875% per dienstjaar;
UMG: maximaal pensioengevend salaris voor medewerkers binnen de AVR van maximaal 1,5 x de WIA grens;
(…)
- geen pensioenopbouw over variabel inkomen, uitgezonderd een gesloten groep van thans 55 adviseurs bij UMG;
- UMG: eigen bijdrage 6% van de pensioengrondslag;
(…);
- Pensioenleeftijd 67 jaar en wet- en regelgeving volgend.
Wij hebben al eerder besproken dat het voor medewerkers prachtig is dat in de huidige tijd, zowel de gerealiseerde pensioenopbouw als de tot en met 2020 op te bouwen rechten nominaal, gegarandeerd blijven. (…)
Het "besturen" van de pensioenregeling vanaf 1-1-2017
De pensioenregeling zal vanaf 1 januari 2017 niet meer door het pensioenfonds UMG worden uitgevoerd. Vanaf deze datum zal de pensioenregeling rechtstreeks door werkgevers worden ondergebracht bij Aegon. Het bestuur van het pensioenfonds heeft (…) het voornemen om het pensioenfonds UMG op te heffen per 31 december 2016. (…)
De uitvoering van de regeling na 1-1-2017
(…) Na 1 januari 2017 zal de uitvoering van de pensioenregeling als een rechtstreeks verzekerde regeling, worden ondergebracht bij Aegon Levensverzekering N.V.
Het beheersen van de kosten van de pensioenregeling
Pensioenregeling na 31-12-2020
Al een aantal jaren zijn werkgevers en ondernemingsraden in gesprek over de grote stijging van de werkgeverslasten voor het in standhouden van deze pensioenregeling. Eerder hebben wij besproken dat een verdere stijging van de werkgeverslasten aangaande pensioen onbetaalbaar is en bovendien niet in lijn is met maatschappelijke ontwikkelingen. De pensioenovereenkomst 2017 - 2020 loopt tot en met 31 december 2020. Zo zal dit ook in de pensioenovereenkomst worden vastgelegd en aan de medewerkers worden gecommuniceerd. Of, en zo ja op welke wijze voor de periode na 31 december 2020 in een oudedagsvoorziening zal worden voorzien zal tegen die tijd onderwerp zijn van gesprek in het overleg tussen werkgevers en ondernemingsraden. De ontwikkelingen op dit moment zijn zo dynamisch en niet te voorspellen dat het geen zin heeft daar nu al op vooruit te lopen. De intentie is om in ieder geval in januari 2020 de gesprekken hieromtrent te starten. De kosten voor de beoogde regeling bedragen voor de werkgever 18,7% van de pensioengrondslag in de periode 1 januari 2017 t/m 31 december 2020. Echter de werkelijke kosten liggen daar ruim boven. Afgesproken is dat het jaarlijks boven de 18.7% uitstijgende deel wordt betaald door Aegon (2/3-deel) en het pensioenfonds (1/3 deel). Exclusief de eigen bijdrage voor de ANW-dekking e.d., bedraagt de eigen bijdrage van de werknemers voor de beoogde regeling 6% van de pensioengrondslag. De werkgevers- en -nemerslast tezamen is derhalve 24.7% van de pensioengrondslag. Vanaf 1 januari 2021 komen 50% van de garantiekosten uit hoofde van de tot 31 december 2016 opgebouwde rechten en 100% van de nieuw op te bouwen rechten binnen de beoogde regeling, voor rekening van de werkgevers. Het is niet de intentie om met de inzichten van vandaag deze extra kosten oorzaak te laten zijn dat het werkgeverspensioenbudget van 18,7% van de pensioengrondslag zal worden verlaagd of het nemen van andere personele maatregelen ter compensatie van louter en alleen deze extra kosten.
De instemmingsaanvraag
Graag vragen wij de Ondernemingsraad instemming op het volgende:- wijziging van de pensioenregeling conform de specificaties beschreven onder de kop pensioenregeling 2017-2020
- Instemming met de voorgestelde pensioenregeling 2017-2020 houdt eveneens in dat de ondernemingsraden instemmen met het voornemen de eerder afgesproken CDC regeling definitief niet in te voeren (…)”
Bij brief van 26 september 2016 heeft de UMG-ondernemingsraad, met inachtneming van wat zij in de brief heeft opgemerkt, ingestemd met het verzoek van 21 september 2016 van UMG, als volgt:
“Bij deze bevestigt de OR haar instemming op de aanvraag van werkgever bij de pensioenregeling, Wij stemmen in met het volgende:
• wijziging van de pensioenregeling conform de specificaties beschreven onder de kop pensioenregeling 2017-2020 van de instemmingsaanvraag van 21 september 2016
• instemming met het feit dat de eerder afgesproken CDC regeling definitief niet wordt ingevoerd
(…)
Deze instemming gaat er met name vanuit dat:
1. Er in 2020 overleg zal plaatsvinden tussen werkgevers en ondernemingsraden over op welke wijze voor de periode na 31 december 2020 in de oudedagsvoorziening zal worden voorzien.2. De indexatiedoelstelling voor de nieuwe regeling zal worden uitgevoerd zoals in de mails van (…) beschreven staat (mails van d.d. 22 september 2016).
(…)”
Bij brief van 1 november 2016 heeft UMG aan [appellant 1] c.s. onder meer het volgende bericht:
“(…)
De aanstaande wijzigingen per 1 januari 2017
In de afgelopen maanden is er veel en intensief overleg geweest tussen Aegon, het bestuur van het pensioenfonds, ondernemingsraden en directie(…) UMG. Dit overleg heeft er inmiddels in geresulteerd dat het voornemen om per 1 januari 2017 een CDC-regeling in te voeren, definitief is komen te vervallen. Daarvoor in de plaats is er overeenstemming bereikt over voortzetting van de gegarandeerde middelloonregeling voor de aankomende 4 jaar. De eigen bijdrage van medewerkers blijft voor de aankomende 4 jaar ongewijzigd en blijft daarmee op hetzelfde niveau als nu het geval is.
Uitvoerder van de nieuwe regeling
Vanaf 1 januari 2017 zal de pensioenregeling rechtstreeks worden uitgevoerd door Aegon Levensverzekering N.V. en niet meer door de Stichting Pensioenfonds Unirobe Meeùs Groep.
In de praktijk betekent dit overigens geen grote wijziging omdat Aegon tot nu toe al optrad als herverzekeraar van het pensioenfonds.
De reden voor deze wijziging is dat het bestuur van het pensioenfonds besloten heeft de door DNB vereiste procedures te starten om het pensioenfonds per 1 januari 2017 op te heffen. (…)
Het pensioen tot 1 januari 2021
Bijzondere omstandigheden en verdere wijzigingen in de (fiscale) regelgeving daargelaten, blijft de opbouw van je pensioen tot 1 januari 2021 gegarandeerd op 1.875%.
De opgebouwde aanspraken en rechten tot 1 januari 2021 blijven nominaal gegarandeerd. (…)
Het pensioen na 1 januari 2021
De huidige pensioenregeling en alle afspraken daarover, dus ook die tussen jou en UMG, lopen af op 1 januari 2021. Voor de periode daarna zullen te zijner tijd nieuwe afspraken moeten worden gemaakt tussen werkgever en ondernemingsraad. Het is niet te voorspellen hoe een oudedagsvoorziening er dan uit ziet. Dit is ook afhankelijk van hoe het pensioenstelsel er in de toekomst in Nederland uit gaat zien.
Procedure
Pensioen is een arbeidsvoorwaarde. In principe kan een werkgever een arbeidsvoorwaarde niet zonder instemming van de individuele medewerker wijzigen. In dit geval is het anders. De pensioenregelingen geven de werkgever(…) UMG namelijk de bevoegdheid de pensioenregeling eenzijdig te wijzigen wanneer zij daarvoor een zodanig zwaarwegend belang hebben dat de belangen van de werknemers daarvoor moeten wijken. De veranderingen van het fiscale regime voor pensioenregelingen en de beslissing van het pensioenfonds om de uitvoering van de pensioenregelingen te staken, zijn zulke zwaarwegend belangen.
Het nadeel dat medewerkers uit deze wijzigingen ondervinden, is in de afgelopen 2 jaar gecompenseerd met een verlaagd franchisebedrag tot het niveau van het wettelijke minimum, waardoor de opbouw van het pensioen hoger is geworden. Daarnaast is er de compensatie door het voortzetten van de middelloonregeling tot 1 januari 2021. Hierdoor beschikken wij over een pensioenregeling die datgene wat inmiddels gebruikelijk is in de markt, overstijgt.
Dit zijn ook belangrijke redenen geweest op grond waarvan de ondernemingsraden (…)UMG hebben ingestemd met de nieuwe pensioenregeling tot 1 januari 2021 en de al eerder doorgevoerde wijzigingen.
Zeker nu het nadeel dat voor de medewerkers uit de wijzigingen voortvloeit, meer dan redelijk wordt gecompenseerd én de ondernemingsraad zowel met de wijzigingen als met de compensatie heeft ingestemd, komt de werkgever(…)UMG een beroep toe op haar bevoegdheid de pensioenregeling eenzijdig te wijzigen.
Toch vinden wij het belangrijk je niet alleen te informeren over de wijzigingen maar vragen wij je ook het kenbaar te maken als jij of je (eventuele) partner niet akkoord gaat met de gekozen aanpak en/of de wijzigingen die in dat kader zijn of zullen worden doorgevoerd. Het gaat per slot van rekening om een belangrijke arbeidsvoorwaarde.
Wat moet je doen?
Als jij en je (eventuele) partner instemmen met de gekozen aanpak, de wijzigingen en de compensatie, hoef je niets te doen. Heb je wel bezwaar? Dan dien je dit bezwaar schriftelijk met een motivatie en ondertekend door jou en jouw (eventuele) partner in te dienen bij de afdeling P&O (…)
Doe dit binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
Horen wij niets of niet tijdig van jou en/of jouw (eventuele) partner, dan is de gewijzigde pensioenregeling definitief voor jou van toepassing. (…)”
i. [appellant 1] c.s. hebben geen gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid tot bezwaar. Hun toekomstige pensioenopbouw is daarom vanaf 1 januari 2017 ondergebracht bij Aegon Levensverzekering N.V. (hierna: de Aegon-pensioenregeling).
Zoals voorgeschreven in artikel 35 Pensioenwet heeft Aegon Levensverzekering N.V. een pensioenreglement vastgesteld. De voor de onderhavige procedure belangrijkste bepalingen luiden als volgt:
“Artikel 2. Strekking van dit pensioenreglement
1. Dit pensioenreglement bevat een nadere uitwerking van de pensioenregeling, die de deelnemer en de werkgever met elkaar zijn overeengekomen in de pensioenovereenkomst. Met pensioenovereenkomst wordt bedoeld de pensioenovereenkomst, zoals die geldt bij de aanvang van de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en de verzekeraar. Ook regelt dit pensioenreglement de verhouding tussen de verzekeraar en de deelnemer.
2. Indien de pensioenovereenkomst wordt gewijzigd zonder dat de werkgever de verzekeraar hierover heeft geïnformeerd, kan de deelnemer aan dit pensioenreglement geen andere rechten tegenover de verzekeraar ontlenen dan de rechten die uit dit pensioenreglement voortvloeien.
3. Dit pensioenreglement vervalt voor de pensioenrechten en de al opgebouwde pensioenaanspraken, zodra de waarde daarvan wordt overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder.
Artikel 3. Karakter van de pensioenregeling
De pensioenregeling zoals omschreven in dit reglement is een uitkeringsovereenkomst en voorziet in een vastgestelde pensioenuitkering.
Artikel 5. Pensioenaanspraken
1. De deelnemer heeft aanspraak op:
levenslang ouderdomspensioen;
(…)
levenslang partnerpensioen;
wezenpensioen.
(…)
Artikel 18 Kosten van de pensioenregeling
1. De kosten van de pensioenregeling worden door de werkgever aan de verzekeraar voldaan.
2. De deelnemer zat een jaarlijkse werknemerspremie betalen ter grootte van 6% van de pensioengrondslag.
(…)
Artikel 19. Verzekeringen
1. De financiering van de verzekeringen en verhogingen daarvan geschiedt tegen periodieke stortingskoopsommen.
(…)
2. Voor de verzekeringen geldt de tussen de verzekeraar en de werkgever gesloten uitvoeringsovereenkomst met de daarbij behorende verzekeringsvoorwaarden en aanvullende voorwaarden.
Artikel 22. Toeslag op pensioenen
1. De werkgever neemt jaarlijks een besluit over de toe te kennen toeslag van de pensioenrechten en pensioenaanspraken per 1 januari. (...);
2. De toeslag op de pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks toegekend met maximaal de stijging van het niet-afgeleide consumentenprijsindexcijfer (alle huishoudens) over de maand oktober van het voorafgaande kalenderjaar ten opzichte van dit consumentenprijsindexcijfer over de maand oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.
Het toeslagpercentage bedraagt echter nooit meer dan het voor dat jaar geldende fiscaal geaccepteerde maximum.
De werkgever beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast.
3. Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal het niet afgeleide consumentenprijsindexcijfer (alle huishoudens) als bepaald in lid 2. De werkgever beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening heeft de werkgever een toeslagendepot gevormd. Aan het toeslagendepot wordt jaarlijks de winstdeling van de verzekeraar toegevoegd, eventueel vermeerderd met eigen middelen van de werkgever.
Artikel 32. Aanpassing van de pensioenaanspraken
1. De werkgever kan de in dit reglement neergelegde pensioenregeling zonder instemming van de deelnemer wijzigen indien er sprake is van een zodanig zwaarwegend belang van de werkgever, dat het belang van de werknemer dat door de wijziging wordt geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Wordt van dit recht gebruik gemaakt, dan zullen de pensioenaanspraken en de daarmee corresponderende verzekeringen aan de gewijzigde omstandigheden worden aangepast.
2. Indien sociale wetten, fiscale wetten of verplicht gestelde pensioenvoorzieningen worden ingevoerd of gewijzigd, zal de werkgever, indien hij daartoe termen aanwezig acht, de in dit reglement neergelegde pensioenregeling – met inachtneming van de eventuele wettelijke voorschriften – aan de gewijzigde omstandigheden aanpassen.
(…)”
Bij brief van 13 juni 2018 zijn [appellant 1] c.s. erover geïnformeerd dat UMG per 1 juli 2018 haar activiteiten zal overdragen aan Aon, maar dat de arbeidsvoorwaarden (inclusief pensioen) en overige rechten en verplichtingen ongewijzigd blijven. Aon heeft wat de pensioenregeling betreft dus geen beroep gedaan op de uitzondering van artikel 7:664 BW, zodat de Aegon-pensioenregeling en de uitvoering daarvan door Aegon van kracht is gebleven.
Bij brief van 18 juni 2019 met als onderwerp “harmonisatie arbeidsvoorwaarden UMG” heeft Aon de voormalige medewerkers van UMG bericht dat vanaf 1 juli 2019 de arbeidsvoorwaarden van Aon van toepassing zijn, zodat geen aanspraak meer kan worden gemaakt op regelingen zoals verwoord in het arbeidsvoorwaardenreglement van UMG, met een aantal uitzonderingen, waaronder “de pensioenregeling”.
Op 17 februari 2020 heeft Aon een eerste instemmingsverzoek gedaan bij de ondernemingsraad van de Aon Groep Nederland (hierna: Aon ondernemingsraad) om de voormalige medewerkers van UMG per 1 januari 2021 te laten deelnemen aan haar beschikbare premieregeling (de Aon-pensioenregeling). Dit in verband met de wens van Aon om voor alle medewerkers eenzelfde pensioenregeling te hanteren, het expireren van de uitvoeringsovereenkomst met Aegon en de richtlijn van Aon Plc (de moedermaatschappij van Aon) dat pensioenregelingen op beschikbare premie zijn gebaseerd. De Aon-pensioenregeling wordt uitgevoerd door Nationale-Nederlanden. De Aon-pensioenregeling kent geen werknemersbijdrage. Het instemmingsverzoek is nadien na overleg met de Aon-ondernemingsraad diverse malen aangepast.
Bij brief van 28 september 2020 heeft de Aon-ondernemingsraad, met inachtneming van wat zij in de brief heeft opgemerkt, ingestemd met het (definitieve, aangepaste) verzoek van 18 september 2020 (prod. 12 bij inleidende dagvaarding, ten onrechte nog gedateerd 23 juli 2020) van Aon om de voormalige UMG medewerkers per l januari 2021 te laten toetreden tot de Aon-pensioenregeling.
Bij brief van 26 november 2020 heeft Aon haar werknemers over de wijzigingen in de pensioenregeling per 1 januari 2021 geïnformeerd en daarbij de volgende toelichting gegeven:
"Waarom een nieuwe regeling?
In 2017 heeft Aon Groep Nederland UMG overgenomen en per 1 juli 2018 is jouw arbeidsovereenkomst overgegaan naar Aon Groep Nederland. Per 1 juli 2019 zijn vervolgens de arbeidsvoorwaarden geharmoniseerd. In een eerder stadium is overeengekomen om de pensioenregeling niet op het moment van overgang aan te passen, maar op het moment dat de uitvoeringsovereenkomst met Aegon zou eindigen. Dit is 1 januari 2021. (…)
Overleg met de ondernemingsraad
Op 28 september 2020 heeft de ondernemingsraad zijn instemming verleend aan het wijzigen van de pensioenregeling van de oud-UMG (…) collega’s. Hieraan is een intensief traject voorafgegaan dat geleid heeft tot een aanpassing van de vergelijkende berekening tussen de oude en de nieuwe regeling (…)
De nieuwe regeling – een beschikbare premieregeling
Vanaf 1 januari 2021 ga je deelnemen in de Aon DC2014 regeling. Dit is een zogenaamde beschikbare premieregeling (ook wel Defined Contribution regeling) (…)
De waardevergelijking
Met de ondernemingsraad is overeengekomen dat de waarde van de nieuwe regeling hoger of vergelijkbaar moet zijn met de waarde van de huidige regeling. Om dit te toetsen is gebruik gemaakt van scenario's. Hierbij is bepaald dat in een zogenaamd slecht weer scenario (75% van de scenario's is beter dan dit scenario) op de standaard pensioenleeftijd (68 jaar) de waarde van de pensioenuitkomst van de Aon-regeling minimaal gelijk moet zijn aan de waarde van de huidige pensioenregeling. Dat is bij een kleine groep medewerkers niet het geval. Deze medewerkers ontvangen vanaf 1 januari 2021 maandelijks een vaste, niet geïndexeerde, bruto compensatie via het salaris. Deze compensatie wordt tot het bereiken van de leeftijd van 68 jaar of eerdere datum van uitdiensttreden uitgekeerd (…) Indien deze compensatie zou worden gespaard of extra worden ingelegd in de pensioenregeling (voor zover mogelijk) zou dit ook in het slecht weer scenario leiden tot eenzelfde pensioenuitkomst als uit de huidige pensioenregeling. In deze waardevergelijking zijn een aantal elementen van belang
De Aon DC2014 regeling kent geen eigen bijdrage,
In de Aon DC2014 regeling wordt de 13e maand (indien van toepassing) meegenomen in het berekenen van de beschikbare premie;
Over een mogelijke Compensatietoeslag variabele beloning wordt geen beschikbare premie berekend;
Eventuele eerder toegekende compensatietoeslagen verbonden met pensioen worden ongewijzigd uitgekeerd en zijn niet in de vergelijking betrokken;
De tot 1 januari 2021 opgebouwde pensioenen blijven buiten beschouwing
Om tot een goede vergelijking te komen gaan we ervan uit dat de niet ingehouden eigen bijdrage gebruikt wordt om extra in te leggen in de nieuwe regeling of individueel te sparen. (…)”
[appellant 1] c.s. hebben bezwaar gemaakt tegen de compensatieregeling die Aon aangeboden heeft, omdat zij volgens hun eigen berekeningen aanzienlijk benadeeld worden door de nieuwe pensioenregeling en zij (met uitzondering van [appellant 5] ) desondanks niet in aanmerking zijn gebracht voor compensatie. Zij wijzen erop dat individuele berekeningen van Aon ontbreken, althans de Aon-ondernemingsraad daarover niet heeft beschikt alvorens hij zijn instemming verleende. [appellant 5] komt weliswaar volgens de met de Aon-ondernemingsraad gemaakte afspraken in aanmerking voor een compensatie, maar ook deze is naar eigen zeggen te laag om het nadeel te compenseren.
Bij brief van 15 maart 2021 heeft Aon aan [appellant 1] c.s. bericht dat zij geen reden ziet om aan de medewerkers die bezwaar hebben gemaakt, tegemoet te komen. Daarnaast is in deze brief het volgende opgenomen:
"Kortom, de pensioenovereenkomst die ultimo 2016 tot stand is gekomen bestaat in de kern uit twee afspraken, namelijk (i) een pensioenregeling voor de periode vanaf 1 januari 2017 tot 1 januari 2021 en (ii) een inspanningsverplichting voor de werkgever om voor de periode daarna afspraken te maken met de ondernemingsraad over een nieuwe pensioenregeling. De eerste afspraak is nagekomen. Daarover verschillen we niet van mening. En met het aanbod dat thans voorligt, zijn wij ook de tweede afspraak nagekomen.
Jij hebt bezwaar gemaakt tegen de nieuwe pensioenregeling en/of de compensatieregeling. De nieuwe pensioenregeling en de compensatieregeling horen bij elkaar. Je kunt dus niet de ene regeling accepteren en de andere afwijzen. Daarom worden alle bezwaren aangemerkt als bezwaar tegen het geheel.
De pensioenovereenkomst 2016 is op 31 december 2020 tot een einde gekomen en tegen de nieuwe regeling heb je bezwaar gemaakt. Formeel bestaat er sinds 1 januari 2021 dus geen pensioenovereenkomst meer tussen jou en Aon. Dat vinden wij niet wenselijk. Gegeven de gevolgen die dit voor jou heeft, hebben wij besloten om jou toch aan te melden als deelnemer aan de nieuwe pensioenregeling. Dit gebeurt natuurlijk conform het voorstel dat jou is gedaan. Als jij dit niet wilt verzoeken wij je dit uiterlijk 1 april 2021 schriftelijk kenbaar te maken. Bedenk daarbij dat je dan vanaf 1 januari 2021 geen pensioen meer opbouwt en dat ook de hieraan verbonden regelingen per die datum (zijn) komen te vervallen, zoals het partner- en wezenpensioen, de arbeidsongeschiktheidsdekking et cetera."
[appellant 1] c.s. hebben op 20 december 2020 het aanbod van Aon om toe te treden tot de Aon-pensioenregeling voorwaardelijk geaccepteerd, met name om hun rechten op nabestaandenpensioen veilig te stellen gedurende de onderhavige procedure.