Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de vader van 18 maart 2025 met bijlage, ingekomen op 20 maart 2025;
- een e-mail van de zijde van de bijzondere curator van 25 april 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van de zijde van de bijzondere curator van 9 mei 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.
- een journaalbericht van de zijde van de vader van 9 mei 2025 met bijlage, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van de zijde van de vader van 9 mei 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een e-mail van de zijde van de gecertificeerde instelling van 19 mei 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.
- een journaalbericht van de zijde van de oma van 14 maart 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van de zijde van de oma van 18 maart 2025 met bijlagen, ingekomen op 20 maart 2025;
- een e-mail van de zijde van de bijzondere curator van 25 april 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van de zijde van de bijzondere curator van 9 mei 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van de zijde van de oma van 9 mei 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een e-mail van de zijde van de gecertificeerde instelling van 19 mei 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de tante, bijgestaan door haar advocaat;
- de oma, bijgestaan door haar advocaat;
- de bijzondere curator;
- de opa;
- de raad, vertegenwoordigd door de [vertegenwoordiger van de raad] .
3.De feiten
8 juni 2024. Bij deze beschikking is ook een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige bij de oma verleend. Op 28 mei 2024 heeft de rechtbank Rotterdam de ondertoezichtstelling uitgesproken. Deze ondertoezichtstelling is laatstelijk verlengd tot 28 mei 2026. De machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige bij de oma is nog steeds van kracht.
- de tante op maandag en woensdag na school tot 17.00 uur en op zaterdag van 10.00 uur tot 16.00 uur omgang heeft met de minderjarige, waarbij de tante de minderjarige op maandag en woensdag van school ophaalt en weer terugbrengt bij de oma, en
- op zaterdag de tante de minderjarige bij de oma ophaalt en weer terugbrengt.
4.De omvang van het geschil
- vastgesteld dat de minderjarige in het kader van de regeling van de uitoefening van het omgangsrecht zodra zij in Suriname woont jaarlijks gedurende vier Surinaamse schoolvakantieweken bij de oma zal verblijven, waarbij in onderling overleg tussen de oma en de tante overeengekomen wordt welke vakantieweken dat zijn;
- deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte (waaronder het verzoek van de oma om de voogdij van de tante te beëindigen, dan wel dat de ontzetting van de voogdij wordt uitgesproken en te bepalen dat de oma als voogd van de minderjarige optreedt en het verzoek van de oma om een uitgebreidere omgangsregeling vast te stellen) is afgewezen.
- primair, de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw te beslissen;
- subsidiair, verzoekt de oma het hof een aanvullend raadsonderzoek te gelasten en de zaak aan te houden in afwachting van de resultaten van het onderzoek;
5.De motivering van de beslissing
Het hof is van oordeel dat de oma bij dit verzoek geen belang meer heeft omdat het hof in deze beschikking een inhoudelijke beslissing in de hoofdzaak geeft over het hoger beroep van de oma en de vader. Gelet hierop zal het hof het verzoek van de oma afwijzen.
6.De beslissing
A.S. Mertens-de Jong, bijgestaan door mr. M.J. Warning als griffier, en is op 25 juni 2025 door mr. A.A.F. Donders uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.