Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de kantonrechter
Primairverzoekt [verweerder] herstel van zijn arbeidsovereenkomst met Acta,
Subsidiairverzoekt [verweerder] om Acta te veroordelen tot betaling van:
5.Verzoek in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Redelijke grond voor opzegging van de arbeidsovereenkomst / billijke vergoeding
downtime). De SMTS-apparatuur draait volgens Acta inmiddels naar behoren en de technische dienst aan boord, het technische team op kantoor en de leverancier heeft meer kennis van de SMTS-apparatuur en eventuele storingen gekregen. Hierdoor kunnen problemen ook door de technische dienst worden opgelost. De technische dienst is met ten minste vijf medewerkers aan boord. De andere DEE die vrijwillig is vertrokken, is daarom niet vervangen. Verder is tijdens de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] in de periode van november 2021 tot december 2022, gebleken dat zich geen grote problemen hebben voorgedaan en eventuele problemen ook daadwerkelijk verholpen konden worden door de technische dienst zonder de bijstand van een DEE.
- Acta heeft op 12 januari 2023 met [verweerder] de openstaande vacatures doorgenomen en hem daarvan op 26 januari 2023 een verslag toegezonden. Zij heeft [verweerder] de functie van DEO aangeboden die aansloot op de technische vaardigheden van [verweerder], maar waartoe nog een opleiding van zeven maanden gevolgd zou moeten worden. De financiële doorgroei in die functie van DEO zou beperkt zijn maar het loon voor de functie van DEO zou met behulp van een toeslag/afbouwregeling van Acta niet minder zijn dan dat wat [verweerder] verdiende in de functie van DEE. [verweerder] heeft echter te kennen gegeven deze functie niet te ambiëren.
- Acta heeft met [verweerder] de functie van Technical Superintendent-Mission Equipment besproken maar dit betreft een kantoorfunctie die [verweerder] alleen wilde vervullen vanaf zijn huis in Duitsland terwijl Acta wilde dat deze functie op grond van het thuiswerkbeleid tenminste drie dagen op kantoor in Capelle aan den IJssel werd uitgeoefend.
- Voor de functie van Electro Technical Officer (ETO) was in elk geval nog een HBO-traject vereist ([verweerder] is in het bezit van een MBO niveau 4-diploma). Bij [verweerder] ontbrak verder nog de benodigde vaarbevoegdheid (die een opleiding van een jaar zou vergen), waardoor deze functie niet paste bij de opleiding en achtergrond van [verweerder].
- Aannemelijk is geworden dat er geen (overige) functies voorhanden waren en/of vacatures beschikbaar waren waar [verweerder] voor in aanmerking kon komen, ook niet met in achtneming van de vaarbevoegdheid waar hij over beschikt.
- De functie van Oiler kwam bij Acta niet voor maar betrof – net als de functie van Rating Deck – een veel lager betaalde matrozenfunctie, die daardoor niet passend was voor [verweerder], ook niet in de combinatie met de resterende werkzaamheden als DEE welke functie Acta nu juist wil laten vervallen.
- Niet aannemelijk is geworden dat Acta in de positie verkeerde om [verweerder] bij de groep vennootschappen van Van Oord te kunnen herplaatsen. Weliswaar vallen Acta en Van Oord onder dezelfde aandeelhouder, maar een organisatorische band of aanwijzingsbevoegdheid ontbreekt.
De eerste dag waarop de shift start, geldt als de eerste zeedag van de Werknemer. De laatste dag op het schip, dus de dag waarop de Werknemer naar huis gaat, geldt als de eerste verlofdag. (…). De Werknemer ontvangt per reis, ongeacht de duur van de reis, een eenmalige allesomvattende bruto vergoeding als compensatie voor zowel het heen- als terugreizen. De reisvergoeding is inclusief eventuele kosten die gemaakt worden voor consumpties tijdens het reizen. De vergoeding wordt toegekend conform het vergoedingsschema reisdagen zoals opgenomen in bijlage 1”.
inclusiefwinstdeling en reisdagvergoeding. Het hof heeft hiervoor geoordeeld dat de reisdagvergoeding als loon moet worden aangemerkt. Voor het bepalen van het vakantieloon geldt een ruim loonbegrip en beide bedragen moeten daarom worden meegenomen voor de berekening van het vakantieloon. Het jaarloon bedroeg € 59.173,68 bruto, exclusief winstdeling (€ 4.663,30 bruto) en reisdagvergoeding (€ 2.925,- bruto) = € 66.761,98 bruto. De stelling van Acta dat het jaarloon € 4.931,14 bruto x 12 = € 59.173,68 bruto bedraagt, is ongegrond.
7.Beslissing
- vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 13 september 2023;
- veroordeelt [verweerder] tot terugbetaling van al hetgeen hij op grond van de bestreden beschikking van Acta heeft ontvangen;
- veroordeelt Acta tot betaling aan [verweerder] van:
- veroordeelt Acta tot betaling van de wettelijke verhoging van 25% over € 16.793,70 bruto, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van voldoening;
- veroordeelt Acta tot betaling van de wettelijke rente over € 16.876,45,- bruto, vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van voldoening.
- veroordeelt [verweerder] tot (terug)betaling aan Acta van € 27.158,78 bruto voor de door Acta te veel betaalde vergoeding van verlofdagen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 22 september 2023 tot de dag van algehele voldoening;
- bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten betalen van de procedure in eerste aanleg en in principaal en incidenteel hoger beroep;
- verklaart de veroordelingen uitvoerbaat bij voorraad;
- wijst af het meer of anders verzochte.