Uitspraak
- Het gewone aandeel B is ontstaan door de omzetting van een bedrag verschuldigd door [B B.V.] onder een Junior Facility Agreement (JFA) van de [Bank 2] met een hoofdsom van € 25.317.247,90 vermeerderd met aangegroeide rente vanaf 29 maart 2013 tot en met 1 oktober 2013 en een bedrag verschuldigd door [B B.V.] onder een Senior Facility Agreement (SFA) van de [Bank 2] van € 234.891,61;
- Cum pref AI is ontstaan door de inbreng van contante middelen door de (oorspronkelijke) aandeelhouders;
- Cum pref AII en BII zijn ontstaan door de omzetting van het resterende bedrag van € 40.000.000 verschuldigd door [B B.V.] onder de SFA;
- Cum pref BI is ontstaan door de omzetting van bedragen die [B B.V.] verschuldigd was onder drie achtergestelde leningen van de oorspronkelijke aandeelhouders van € 30.000.000;
- Cum pref C is ontstaan door de omzetting van bedragen die [B B.V.] verschuldigd was onder een Guaranteed Subordinated Facility Agreement van de [Bank 3] van € 15.000.000.
- Inbreng van vorderingen op [F B.V.] (een 100%-dochtervennootschap van [B B.V.] ) en [G B.V.] (een middellijk gehouden 100%-dochtervennootschap van [B B.V.] ; [G B.V.] ) ter waarde van € 5.959.334 door de voormalige aandeelhouder van [B B.V.] , [H U.A.] (Coöp), ter verrekening van een stortingsverplichting;
- Agiostorting van € 1.506.842 door drie personen in verband met de overdracht van winstdelende achtergestelde vorderingen op [G B.V.] aan [B B.V.] ;
- Omzetting van achtergestelde leningen (vorderingen van de oorspronkelijke uiteindelijke aandeelhouders van [B B.V.] op [G B.V.] ) in agio naar een bedrag van € 64.963.423;
- Omzetting van een achtergestelde lening in agio naar een bedrag van € 14.541.679 (in verband met het prijsgeven van de vordering van de [Bank 1] op [B B.V.] ).
KREDIETFACILITEITEN
; Hof]
; Hof]
; Hof]
Hof] zich om alle rechtshandelingen te nemen, documenten te ondertekenen en het stemrecht op de door hen (indirect) gehouden aandelen in [ [I B.V.] ] uit te oefenen teneinde binnen 1 maand na een dergelijke beëindiging of verval een liquidatie van [ [I B.V.] ] te realiseren en [de Groep] te faciliteren in het overzetten van de administratie en relaties van [ [I B.V.] ].”
4. Motivatie voorstel MPP
commitmentsen
deliverables.
5.Allocatie
6.Inpassing MPP in aandelenwaterval en verhouding tot de Cumprefs
in the moneygaan lopen.
enterprise valuevan EUR 135mio.[4]
enterprise valuevan EUR 90 mio.[5] Dat biedt een voldoende aantrekkelijke propositie en verzekert dat de belangen van de desbetreffende key medewerkers ook
alignedzijn met die van de houders van de Cumprefs B.
3.Procedure voor het Hof
4.Beoordeling van het in het principale beroep voorgestelde middel
6.Slotsom
een andere vennootschapdan de vennootschap ten aanzien waarvan moet worden beoordeeld of de belastingplichtige daarin een belang heeft als bedoeld in artikel 3.92b, lid 1, Wet IB 2001, en dat dit alleen anders is indien en voor zover de lening in fiscale zin is aan te merken als verstrekking van informeel kapitaal aan
die vennootschap. Het Hof begrijpt het verwijzingsarrest aldus dat ‘die vennootschap’ in de 7e volzin terugslaat op ‘de vennootschap ten aanzien waarvan moet worden beoordeeld of de belastingplichtige daarin een belang heeft als bedoeld in artikel 3.92b, lid 1, Wet IB 2001’ uit de 6e volzin, in dit geval dus: [B B.V.] .