ECLI:NL:GHDHA:2024:34

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
9 januari 2024
Publicatiedatum
15 januari 2024
Zaaknummer
200.296.300/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijds cassatieberoep openstellen in civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 januari 2024 een tussentijdse uitspraak gedaan over het verzoek tot openstelling van een cassatieberoep. De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.L.H. Holthuijsen, hebben verzocht om tussentijds cassatieberoep open te stellen tegen een eerder arrest van het hof van 18 april 2023. Dit verzoek werd aanvankelijk door de advocaat van de verweerders, mr. F.J.H. Krumpelman, ingediend via e-mail op 7 en 12 december 2023. Na enige discussie en aanvankelijk verzet van de appellanten, hebben zij zich uiteindelijk achter het verzoek geschaard.

Het hof heeft in zijn beoordeling overwogen dat het verbod op tussentijds cassatieberoep is ingesteld om vertraging in de afdoening van de zaak te voorkomen. Echter, beide partijen hebben unaniem aangegeven een oordeel in cassatie te wensen en hebben verklaard dat zij de vertraging die dit met zich meebrengt niet als bezwaar zien. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om het verzoek tot openstelling van het cassatieberoep toe te staan.

In de beslissing heeft het hof tevens bepaald dat de kosten van het verzoek worden gecompenseerd. Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer hof : 200.296.300/01
Zaaknummer rechtbank : 540113 / HA ZA 17-1134
arrest van 9 januari 2024
inzake

1.[appellant 1],

2.
[appellant 2],
wonende in [woonplaats],
appellanten in de hoofzaak,
verzoekers tot openstelling tussentijds cassatieberoep,
advocaat: mr. J.L.H. Holthuijsen te Maastricht,
tegen

1.[verweerder 1],

2.
[verweerder 2],
wonende in [woonplaats],
verweerders in de hoofdzaak,
verzoekers tot openstelling tussentijds cassatieberoep,
advocaat: mr. F.J.H. Krumpelman te Rotterdam.
Het hof zal partijen hierna gezamenlijk [appellant 1] c.s. en [verweerder 1] c.s. noemen.

1.Het verzoek

1.1
Bij e-mailberichten van 7 en 12 december 2023 heeft de advocaat van [verweerder 1] c.s. aan het hof verzocht om tussentijds cassatieberoep open te stellen van het tussen partijen gewezen arrest van 18 april 2023. Bij een tweede e-mailbericht van 12 december 2023 heeft de advocaat van [verweerder 1] c.s. zijn verzoek van een nadere motivering voorzien.
1.2
Na zijn aanvankelijke verzet tegen dit verzoek heeft de advocaat van [appellant 1] c.s. zich bij e-mailbericht aan het hof van 13 december 2023 alsnog (gemotiveerd) achter dit verzoek geschaard.

2.Beoordeling verzoek

2.1
Het verbod op tussentijds cassatieberoep is in de wet opgenomen om vertraging in de afdoening van de zaak tegen te gaan. Partijen hebben echter alsnog eenstemmig te kennen gegeven een oordeel in cassatie te wensen en ook allebei laten weten de vertraging die dat in de afdoening van de zaak tot gevolg heeft niet als bezwaar te zien.
2.2
Het hof ziet dan ook geen aanleiding meer om de gevraagde toestemming te onthouden.

3.Beslissing

Het hof:

3.1
stelt tussentijds cassatieberoep open van het tussen partijen gewezen arrest van dit hof van 18 april 2023;
3.2
compenseert de kosten van het verzoek.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.E.A.M. van Waesberghe, P.H. Blok en R.F. Groos en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 januari 2024 in aanwezigheid van de griffier.