Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 13 maart 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 14 december 2022;
- de memorie van grieven van [appellant] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerden] ., met een bijlage.
3.Feitelijke achtergrond
[naam 2] maakt een lijst met werkzaamheden die moeten worden verricht om het gehuurde weer in oorspronkelijke staat te herstellen;
Deze lijst wordt door alle partijen ondertekend;
Er worden offertes aangevraagd ten behoeve van de noodzakelijke werkzaamheden;
De werkzaamheden worden uitgevoerd.
Dat uw cliënt de onder 1-4 genoemde marsroute onderschrijft;
Dat uw cliënt aansprakelijkheid erkent voor de hiervoor genoemde door cliënt gemaakte kosten.”
4.Procedure bij de rechtbank
- € 45.571,75 aan kosten van herstel van de woning;
- € 3.000,- aan gebruiksvergoeding over één maand;
- € 798,53 aan expertisekosten van De Verbouwregisseur;
- € 1.489,17 aan buitengerechtelijke incassokosten; en
- de wettelijke rente over deze bedragen, met uitzondering van de gebruiksvergoeding.
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Partijen zijn per 1 april 2019 een nieuwe huurovereenkomst aangegaan
gestelddat de woning in die korte periode van vijftien maanden voordat hij zelf ging huren wezenlijk is verslechterd, laat staan dat hij heeft onderbouwd op welke punten de Etat de Lieu niet meer klopte.
concreetbetwist ondanks dat hij zelf bij de voorinspectie aanwezig is geweest. Ook het door Epoxy & Trendhouse opgestelde overzicht van herstelwerkzaamheden van 19 juli 2021 kan niet als een voldoende concrete betwisting worden beschouwd; daarvoor is dit overzicht veel te summier en algemeen. Overigens komt een substantieel deel van de door De Verbouwregisseur vermelde, volgens dat bedrijf benodigde herstelwerkzaamheden ook voor in dit overzicht van Epoxy & Trendhouse, zodat in zoverre zelfs overeenstemming lijkt te bestaan. Anders dan [appellant] wil, moet daarom zonder nadere bewijslevering of deskundigenonderzoek ervan worden uitgegaan dat de in het rapport van De Verbouwregisseur genoemde gebreken de schade is die tijdens de huur van de woning door [appellant] is ontstaan en dat het dus in beginsel aan [appellant] was om deze schade te herstellen om zo aan zijn opleveringsverplichting te kunnen voldoen.
volstrekt onjuiste berichtgeving” van [geïntimeerden] . een einde is gekomen aan de huurovereenkomst. Ook beroept hij zich op verrekening van de door hem te vergoeden herstelkosten met een tegenvordering op [geïntimeerden] . omdat door de “
onrechtmatige beëindiging” van de huurovereenkomst hem de mogelijkheid is ontnomen om eventuele schade aan de woning zelf te herstellen. Het hof is van oordeel dit betoog alleen al niet op gaat omdat de beëindiging met wederzijds goedvinden niet onrechtmatig is; zie hetgeen hiervoor in 6.2-6.4 is overwogen.
.