Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 14 april 2023, waarmee [appellante] tussentijds in hoger beroep is gekomen van het tussenvonnis van de rechtbank Den Haag van 7 december 2022 (hierna: het tussenvonnis of het bestreden vonnis), met bijlagen (1 en 2), waartoe de rechtbank bij vonnis van 8 maart 2023 verlof heeft verleend;
- de memorie van grieven van [appellante], met bijlagen (1 tot en met 6);
- de memorie van antwoord van de VvE Garageboxen.
3.Feitelijke achtergrond
kantoren, magazijnen en werkplaatsen”. Deze bestemming kon volgens het beding (alleen) wijzigen als de burgemeester en wethouders toestemming gaven voor ander gebruik. Een plattegrond uit 1973 vermeldt op de plek van de kelderruimte: “auto-opslagruimte”. Op de begane grond van het gebouwdeel aan de [b-straat] 162-168 bevonden zich in die tijd twee, naast elkaar gelegen, uitgangen naar de [b-straat] (zie onderstaande foto). De kelderruimte van het complex en het perceel aan de [b-straat] 170 waren destijds door middel van vier doorgangen met elkaar verbonden. Het perceel aan de [b-straat] 170 beschikt(e) over een eigen uitgang naar de [b-straat] .
kantoor-/bedrijfsruimte” – verder gesplitst in veertien onderappartementsrechten (nummers A-13 tot en met A-26). In de akte van ondersplitsing staat dat de onderappartementsrechten zijn bestemd als “
garagebox” en recht geven op het uitsluitend gebruik van een “
garagebox gelegen in de kelder”. Bij die ondersplitsing is de VvE Garageboxen opgericht.
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
.Zij wil dat het hof de VvE Garageboxen niet-ontvankelijk verklaart dan wel alsnog de vorderingen van de VvE Garageboxen afwijst. De VvE Garageboxen voert gemotiveerd verweer. Zij heeft haar eis in hoger beroep gewijzigd in die zin dat haar vordering ten aanzien van [appellante] niet langer voorwaardelijk is. [appellante] heeft bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging.
6.Beoordeling in hoger beroep
7.Beslissing
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 7 december 2022;
- verwijst de zaak terug naar de rechtbank Den Haag ter verdere behandeling en beslissing met inachtneming van hetgeen het hof heeft overwogen;
- veroordeelt de VvE Garageboxen in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [appellante] begroot op € 4.709,73;
- bepaalt dat als de VvE Garageboxen niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, de VvE Garageboxen de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,00.