Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
Tramin V.O.F.,
1.[geïntimeerde] ,
A. en I. Holding B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de memorie van grieven van [appellant 1] c.s., met bijlagen;
- het arrest van dit hof van 2 mei 2023, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 juni 2023;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] c.s., met bijlagen;
- de akte van [appellant 1] c.s.;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] c.s.
3.Feitelijke achtergrond
het pand staande aan de [adres 2] (…) te [gemeente]”. Volgens de huurovereenkomst is de bestemming van het gehuurde “
bedrijfsruimte en bedrijfswoning”. De huurovereenkomst is aangegaan per 1 oktober 2016 voor de duur van vijf jaar en vervolgens met vijf jaar verlengd, tot 1 oktober 2026.
Aanleiding
4.Procedure bij de rechtbank
- hoofdelijke veroordeling van [appellant 1] c.s. om aan [geïntimeerde] c.s. te betalen € 6.775,88 aan huurachterstand en een aanslag gemeentelijke belastingen,
- veroordeling van [appellant 1] om aan [geïntimeerde] te betalen € 2.780,-- per maand vanaf 1 juni 2022 en vanaf 1 juli 2022 € 2.855,06 per maand, tot aan de datum van ontruiming,
- veroordeling van [appellant 1] c.s. om aan A. I. Holding B.V. te betalen € 2.780,-- per maand vanaf 1 juni 2022 en vanaf 1 juli 2022 € 2.855,06 per maand tot aan de datum van ontruiming,
- hoofdelijke veroordeling van [appellant 1] c.s. tot betaling van alle schade aan het bedrijfsgedeelte en veroordeling van [appellant 1] tot betaling van de schade aan het woongedeelte, nader op te maken bij staat,
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Toetsingskader
zowel de gehuurde bedrijfsruimte (in het besluit aangeduid als “
het bedrijfspand aan de [adres 2A]”) als de gehuurde bedrijfswoning (in het besluit aangeduid als “
de woning aan de [adres 2]”) tijdelijk heeft gesloten op grond van artikel 13b lid 1 Opiumwet wegens overtreding van artikel 3 Opiumwet in deze panden. De stelling van [appellant 1] c.s. dat de hennepplantage is aangetroffen in een bedrijfsruimte die niet door hen werd gehuurd en dat de burgemeester daarom de verkeerde panden heeft gesloten, kan niet tot een ander oordeel over het bestaan van de ontbindingsbevoegdheid leiden.
achter de woningdoor markering met kleur toegekend aan
huisnummer [adres 1]:
huisnummer [adres 2]is door markering met kleur weergeven dat dit adres de woning en alleen de loods
links naast de woningomvat: [3]
7.Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 13 oktober 2022;
- veroordeelt [appellant 1] c.s. hoofdelijk in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] c.s. begroot op € 3.996,-;
- bepaalt dat als [appellant 1] c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak hebben voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellant 1] c.s. de kosten van die betekening moeten betalen, plus extra nakosten van € 92,-.