[verweerder] heeft een uiteenzetting gegeven van de wijze waarop Spaar Select in zijn geval heeft bemiddeld bij de totstandkoming van de overeenkomsten onder “A. Feiten in deze zaak” van de inleidende dagvaarding. De stellingen van [verweerder] komen, samengevat, op het volgende neer.
Het eerste contact met Spaar Select vond plaats in 1997. [verweerder] is toen ongevraagd telefonisch benaderd door Spaar Select met de vraag of hij interesse had in een gesprek
met een adviseur van Spaar Select om de financiële situatie van [verweerder] door te nemen. In
datzelfde jaar, na een huisbezoek, heeft [verweerder] op advies van Spaar Select een Maximaal
Rendement Effect overeenkomst (III) gesloten. Na twee jaar nam Spaar Select weer contact op met [verweerder] met de vraag of hij tevreden was met het Maximaal Rendement Effect product. De medewerker gaf telefonisch aan dat het ontzettend goed ging met de overeenkomst en of [verweerder] interesse had om opnieuw met een adviseur af te spreken. Aangezien [verweerder] en zijn eega goede ervaringen hadden met Spaar Select, stemden zij in met een gesprek. Vervolgens is er een financieel adviseur, de heer [adviseur], van Spaar Select langsgekomen. Dit was een andere financieel adviseur dan diegene die in 1997 was langsgeweest. De adviseur inventariseerde tijdens dit gesprek de financiële situatie van [verweerder] en zijn eega. Zo vroeg hij naar hun werk, welke hypotheek er op het huis rustte en of ze kinderen hadden. Toen [verweerder] vertelde dat hij een zoontje had, vroeg de adviseur of hij al aan het sparen was voor zijn zoontje voor later. [verweerder] reageerde hier ontkennend op. De adviseur gaf aan dat Spaar Select een nieuw product had en dat dit product een uniek aanbod was voor [verweerder]. Dit nieuwe product kon ervoor zorgen dat [verweerder] en zijn eega omlaag zouden gaan in de maandlasten en intussen vermogen zouden opbouwen voor hun zoontje. De betaling in dit product zou via de overwaarde op het huis gebeuren, want het was, aldus de adviseur, zonde om niks met de overwaarde op het huis te doen. De adviseur zou het één en ander op papier zetten en vervolgens met een op maat gesneden advies terugkomen. Vervolgens kwam de adviseur met het Persoonlijk Financieel Plan. In dit plan heeft de adviseur op papier gezet en uitgewerkt hoe gerealiseerd kon worden dat de hypotheek verhoogd werd, maar de maandlasten toch omlaag zouden gaan. De adviseur adviseerde [verweerder] om een Overwaarde Effect overeenkomst te sluiten en de vooruitbetaling te voldoen middels een extra hypothecaire lening. Volgens de adviseur zou [verweerder] na vijf jaar de hypotheek weer kunnen aflossen met de opbrengst uit het Overwaarde Effect product. Dit advies blijkt tevens uit het Persoonlijk financieel plan. De adviseur benoemde de verschillende aandelenfondsen waarin belegd zou worden. Volgens de adviseur waren dit de meest betrouwbare fondsen aangezien dit zeer sterke fondsen waren. Naast het Overwaarde Effect product adviseerde de adviseur tevens een Allround Sparen product. Dit Allround Sparen product was bedoeld als extra voorziening voor de studie van de zoon. Met een maandelijkse inleg van NLG 150,00 en uitgaande van een rendement van 12,5% zou [verweerder] na tien jaar een vermogen van NLG 48.758,00 hebben opgebouwd. Uiteindelijk kwam de adviseur met een betere voorziening dan een maandelijks bedrag van NLG 150,00 in het Allround Sparen in te leggen. Het Maximaal Rendement Effect kon volgens de adviseur namelijk worden overgesloten in een Overwaarde Effect overeenkomst, zodat de vooruitbetaling in één keer volgestort kon worden. In plaats van maandelijks NLG 150,00 te betalen, was het in één keer geregeld en zouden [verweerder] en zijn eega nog meer kosten besparen. Uiteindelijk heeft [verweerder] dit advies opgevolgd. [verweerder] en zijn eega, zelf niet deskundig op financieel gebied, hadden nog wat vragen voor de adviseur. De adviseur garandeerde ze dat het goed zou komen met deze constructie. De adviseur vertelde wel dat koersen konden schommelen, maar hij vertelde er ook bij dat het op de lange termijn
altijd goed zou komen. Volgens de adviseur ging het om een veilige manier van
vermogensopbouw. [verweerder] heeft op het advies van de tussenpersoon vertrouwd en heeft het advies opgevolgd. De hypotheek is via een lening bij De Postbank verhoogd en er is voor ruim NLG 72.000,00 aan inleg betaald voor het Overwaarde Effect (overeenkomst I) van Bank Labouchere. De andere overeenkomst (II) is een paar maanden later afgesloten, omdat eerst het verkopen van het Maximaal Rendement Effect geregeld moest worden.
[verweerder] heeft ter onderbouwing verwezen naar een Persoonlijk Financieel Plan en de afrekening van de notaris voor de hypotheekverhoging (producties B en C bij inleidende dagvaarding).