Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 9092772/ EJ VERZ 21-82416
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
- Het deskundigenbericht van 11 juli 2023 van drs. S. Berk, psychiater;
- De memorie na deskundigenbericht van M+ Teleservices van 12 januari 2024;
- De memorie na deskundigenbericht van [verzoeker] van 8 maart 2024.
3.Verdere beoordeling in hoger beroep
i) Hoe goed bent u bekend met de invloed van CYP450 op de afbraaksnelheid van de door [verzoeker] in de tweede helft van 2020 gebruikte medicatie, en de gevolgen daarvan?
ii) Indien u meent dat uw expertise op dit punt tekort schiet om de volgende vragen te kunnen beantwoorden: wie beschikt wel over deze expertise en zou nader advies kunnen uitbrengen?
iii) Is het naar uw deskundig oordeel aannemelijk, en zo ja in welke mate, dat de directe toon in de in rov. 8.3.1 van de tussenbeschikking genoemde uitlatingen het gevolg is geweest van de ziekte van [verzoeker], dan wel van (bijwerkingen zijn van) zijn medicijngebruik?
iv) Is het naar uw deskundig oordeel aannemelijk, en zo ja in welke mate, dat de in rov. 8.3.2 van de tussenbeschikking vermelde mededeling van [verzoeker] dat hij de fraude ook kenbaar zal maken aan de klant het gevolg is geweest van zijn ziekte, dan wel van (bijwerkingen van) zijn medicijngebruik?
v) Is het naar uw deskundig oordeel aannemelijk, en zo ja in welke mate, dat het in rov. 8.3.4 en 8.4.4 genoemde ongeoorloofd downloaden van persoonsgegevens door [verzoeker] verklaard kan worden vanuit zijn ziekte dan wel vanuit (bijwerkingen van) zijn medicijngebruik?
vi) Heeft u nog andere op- of aanmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?
“Vraag 1: Was in de periode van september 2020 tot december 2020 bij betrokkene sprake van een ziekte of gebrek en zo ja in hoeverre kan het toenmalige medicatiegebruik bepaalde symptomen en/of gedragingen hebben veroorzaakt?
- drs. Berk heeft het zwaartepunt van de klachten van [verzoeker] ten onrechte in de in het geding zijnde periode (september-december 2020) geplaatst. Dit heeft zij gedaan op basis van de verklaringen van [verzoeker] zelf en zijn echtgenote, zij heeft hiernaar geen eigen feitenonderzoek gedaan. Daardoor heeft zij de gemengde episode/de manie ten onrechte in die periode geplaatst. In het rapport van dr. [naam 1], die op verzoek van [verzoeker] op 26 oktober 2021 een rapport heeft opgesteld, is vermeld dat [verzoeker] de citalpram en quetiapine en oxazepam eind juli 2020 geleidelijk is gaan afbouwen, waarop hij zich beter voelde en eind oktober 2020 weer aan het werk probeerde te gaan. Dit strookt niet met het rapport van drs. Berk, die er van uit is gegaan dat [verzoeker] zijn medicatie pas eind 2020 is gaan afbouwen. Ook het gokgedrag van [verzoeker] heeft drs. Berk geplaatst in de periode september-december 2020, terwijl dit al veel eerder, ruim voor juli 2020, plaatsvond. M+ Teleservices verzoekt het hof een nieuwe deskundige aan te stellen die zou dienen te beoordelen in welke periode welke feitelijke gedragingen en daarbij behorend daadwerkelijk medicijngebruik heeft plaatsgevonden, en of de gestelde manie zich heeft voorgedaan in de periode september-november 2020;
- drs. Berk concludeert dat bij [verzoeker] sprake is van een ongespecificeerde bipolaire stoornis. Aangezien dit in tegenspraak is met het rapport van dr. [naam 1] kan van die diagnose niet worden uitgegaan.
Door dit tekortschieten, waardoor aannemelijk is dat de klachten van [verzoeker] een ernstiger beloop hebben (gehad) dan wanneer geen sprake zou zijn geweest van langdurige overbelasting, in combinatie met het ontbreken van inzicht dat onder de gegeven omstandigheden een poging tot re-integratie in het tweede spoor voor [verzoeker] was aangewezen, zijn de kansen van [verzoeker] op het vinden van ander passend werk ernstig beperkt. Hiervan kan M+ Teleservices een ernstig verwijt worden gemaakt.
4.Conclusie en proceskosten
De aan [verzoeker] te vergoeden proceskosten in hoger beroep worden begroot op:
5.Beslissing
opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt M+ Teleservices om aan [verzoeker] te voldoen een billijke vergoeding ex artikel 7:683 lid 3 BW groot € 120.000,- bruto;
- veroordeelt M+ Teleservices tot betaling van de kosten van de procedure in eerste aanleg, aan de zijde van [verzoeker] begroot op € 1.744,- aan salaris gemachtigde;
- veroordeelt M+ Teleservices tot betaling van de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [verzoeker] tot op heden begroot op € 11.232,-;
- bepaalt dat als M+ Teleservices niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze beschikking heeft voldaan en deze beschikking vervolgens wordt betekend, M+ Teleservices de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,00;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is verzocht.