Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Het procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
(…)
Where Privileged information is transferred to media, that media shall be stored securely within a controlled area and access to that controlled area shall be physically restricted to authorized personnel. Further, the mechanisms that enforce those access restrictions shall collect access information and shall include the ability to audit access attempts.
(…)”
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Beoordeling van het hoger beroep
bewustonjuiste verklaringen heeft afgelegd en Veth heeft voorgelogen. Het hof concludeert dan ook dat niet is komen vast te staan dat [verzoeker] – bewust – onjuiste verklaringen heeft afgelegd en Veth heeft voorgelogen.
Dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer tijdens een vastgestelde vakantie ziek is, gelden niet als vakantie, tenzij in een voorkomend geval de werknemer daarmee instemt. (…)”. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van de voorgangers van artikel 7:638 lid 8 BW blijkt dat deze regeling beoogt ervoor te zorgen dat een werknemer die vóór of tijdens een reeds vastgestelde vakantie ziek wordt zijn vakantiedagen behoudt, zodat hij die op een later moment kan benutten. Gelet op dit doel dient een werknemer uitdrukkelijk en gericht in te stemmen met het afboeken van vakantiedagen, telkens wanneer de omstandigheid die aanleiding geeft tot het verzuim zich feitelijk voordoet of heeft voorgedaan. Omdat er niet is gesteld of gebleken dat [verzoeker] uitdrukkelijk en gericht heeft ingestemd met het afboeken van de 15 door hem tijdens de periode van ziekte/op non-actiefstelling opgenomen vakantiedagen mocht Veth deze dagen niet ten laste van het vakantiesaldo van [verzoeker] brengen. In eerste aanleg is door de kantonrechter al beslist dat Veth een eindafrekening dient op te stellen maar is de gevorderde dwangsom afgewezen. Tegen de afwijzing van de dwangsom is [verzoeker] in hoger beroep niet opgekomen. Vast staat dat Veth een eindafrekening aan [verzoeker] heeft verstrekt. Daarom zal Veth alsnog worden veroordeeld om een eindafrekening op te stellen inclusief de vergoeding van 15 vakantiedagen die op de eerdere eindafrekening in mindering zijn gebracht, maar zal daarop geen dwangsom worden gesteld.
- vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, zittingsplaats Dordrecht, van 9 oktober 2023 voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, maar uitsluitend voor zover daarbij de billijke vergoeding en de verklaring voor recht inzake de vakantiedagen zijn afgewezen en is beslist dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
- bekrachtigt deze beschikking voor zover daarbij de arbeidsovereenkomst op de g-grond is ontbonden per 1 december 2023, aan [verzoeker] de transitievergoeding is toegekend van € 136.795,- bruto, te vermeerderen met wettelijke rente indien deze vergoeding niet binnen een maand na 1 december 2023 is betaald, is beslist dat Veth na 1 december 2023 gehouden is om een eindafrekening op te stellen en de vergoeding van onderzoekskosten van Grant Thornton evenals de dwangsom op het opmaken van de eindafrekening zijn afgewezen;
in zoverre opnieuw rechtdoende:
- verklaart voor recht dat Veth de door [verzoeker] tijdens de op non-actiefstelling opgenomen 15 vakantiedagen (120 uur) niet ten laste van zijn vakantiesaldo mag brengen;
- veroordeelt Veth in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [verzoeker] tot op 9 oktober 2023 begroot op € 1.058,- aan salaris gemachtigde;
- veroordeelt Veth in de kosten van het geding in principaal hoger beroep, aan de zijde van [verzoeker] tot op heden begroot op € 4.386,-;
- veroordeelt Veth in de kosten van het geding in incidenteel hoger beroep, aan de zijde van [verzoeker] tot op heden begroot op € 1.214,-;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is verzocht.