ECLI:NL:GHDHA:2024:1331

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
26 juli 2024
Zaaknummer
200.227.283/02
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verklaring voor recht van niet-aansprakelijkheid in civiele procedure tussen scheepvaartmaatschappijen en brandstofleverancier

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag is behandeld, gaat het om een vordering van Zodiac Maritime Ltd. en Dexhon Shipping Inc. (gezamenlijk aangeduid als Zodiac c.s.) tegen V Marine Fuels B.V. (VMF). De zaak betreft een geschil over de levering van bunkerolie aan het zeeschip Forest Park, dat eigendom is van Zodiac c.s. VMF had eerder beslag gelegd op het schip in Marokko ter verzekering van een vordering die zij op Zodiac c.s. meende te hebben. Zodiac c.s. vorderde in deze procedure verklaringen voor recht dat zij niets aan VMF verschuldigd is, dat VMF niet gerechtigd was om beslag te leggen op de Forest Park, en dat VMF geen nieuw beslag mag leggen. De rechtbank had eerder de vorderingen van Zodiac c.s. afgewezen, maar het hof heeft in een eerdere procedure geoordeeld dat de vordering van VMF ongegrond was. In het arrest van 23 april 2024 heeft het hof de vorderingen van Zodiac c.s. toegewezen, het vonnis van de rechtbank vernietigd en VMF veroordeeld in de proceskosten. Het hof heeft vastgesteld dat VMF geen vordering heeft op Zodiac c.s. en dat het beslag onterecht was.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team handel
Zaaknummer hof : 200.227.283/02
Zaaknummer rechtbank : C/10/5184560 /HA ZA 17-44
Arrest van 23 april 2024
in de zaken van

1.Zodiac Maritime Ltd.,gevestigd in Londen, Verenigd Koninkrijk,

2.
Dexhon Shipping Inc.,gevestigd in Tortola, Britse Maagdeneilanden,
appellanten,
advocaat: mr. M.M. van Leeuwen, kantoorhoudend in Rotterdam,
tegen
V Marine Fuels B.V.,
gevestigd in Rotterdam,
verweerster,
advocaat: mr. M. Verhagen, kantoorhoudend in Rotterdam.
Het hof zal partijen hierna Zodiac, Dexhon en VMF noemen, en eerstgenoemden gezamenlijk Zodiac c.s.

1.Het verdere procesverloop

Voor het verloop van de procedure tot aan het arrest van 15 oktober 2019 (onder zaaknummer 200.227.283/01), verwijst het hof naar dat arrest. Met dat arrest heeft het hof de zaak naar de rol verwezen voor aktes. Partijen hebben daarna ieder een akte genomen en vervolgens heeft het hof de procedure doorgehaald. Bij arrest van 4 mei 2021 in de zaak met zaaknummer 200.274.857/01 heeft het hof de onderhavige zaak gevoegd met die zaak. Bij akte van 28 februari 2023 heeft Zodiac c.s. de onderhavige zaak opgebracht voor hervatting; de procedure is op 7 maart 2023 hervat (onder zaaknummer 200.227.283/02). Zodiac c.s. heeft vervolgens een memorie na tussenarrest genomen, met producties. Partijen hebben vervolgens ieder antwoordaktes genomen, en, na nadere instructie van het hof, nadere aktes, steeds met producties.
In de zaak met zaaknummer 200.274.857/01 wordt vandaag eveneens arrest gewezen.

2.De verdere beoordeling

2.1
Samengevat gaat het in deze zaak om het volgende
OBW heeft bunkerolie gekocht bij VMF en deze doorverkocht aan Zodiac c.s., die de bunkerolie heeft verbruikt voor de voortstuwing van haar zeeschip de Forest Park. OWB heeft verzuimd de koopprijs te betalen.
VMF heeft in Marokko bewarend beslag gelegd op de Forest Park ter verzekering van haar vordering in verband met de geleverde bunkerolie. Dit beslag is opgeheven tegen zekerheidstelling door Zodiac c.s.
In de onderhavige procedure heeft Zodiac c.s. verklaringen voor recht gevorderd die ertoe strekken dat (i) zij niets aan VFM verschuldigd is of is geweest, (ii) VMF niet gerechtigd is geweest om beslag te leggen op de Forest Park en geen aanspraak kan maken op de gestelde zekerheid, en (iii) VMF geen nieuw beslag mag leggen voor de gepretendeerde vorderingen.
De rechtbank heeft bij vonnis van 2 augustus 2017 de vorderingen afgewezen om reden dat, samengevat, niet kon worden uitgesloten dat Zodiac c.s. tegenover VMF schadeplichtig was op grond van onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking.
In een latere procedure heeft VMF Zodiac c.s. aansprakelijk gesteld op grond van onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking in verband met (het verbruik door Zodiac c.s. van) de geleverde bunkerolie. In afwachting van de uitkomst van die andere procedure is de onderhavige procedure doorgehaald. In die andere procedure heeft dit hof in hoger beroep bij arrest van 17 januari 2023 (zaaknummer 200.274.857/01) geoordeeld dat de door VMF gepretendeerde vordering ongegrond is. Daarop heeft Zodiac c.s. de onderhavige procedure weer opgebracht, en om arrest gevraagd.
2.2
De grieven van Zodiac c.s. strekken ertoe dat haar vorderingen worden toegewezen. In haar memorie na tussenarrest heeft Zodiac c.s. haar eis verminderd. Zij vordert nu, mede onder verwijzing naar het hiervoor in 2.1 genoemde arrest van 17 januari 2023 in zaak 200.274.857/01, dat het hof het vonnis van 2 augustus 2017 zal vernietigen en:
voor recht zal verklaren dat VMF geen vordering heeft, noch ook ooit heeft gehad, op Zodiac c.s. of Dexhon of Zodiac en geen vordering heeft gehad die verhaalbaar was op de Forest Park verband houdend met de leverantie van brandstof aan dat schip te Rotterdam in oktober 2014;
voor recht zal verklaren dat VMF op geen enkel moment gerechtigd was om beslag te doen leggen op de Forest Park met betrekking tot vorderingen verband houdende met de levering van brandstof ex MTS Oostzee aan dat schip in oktober 2014, en geen rechten kan doen gelden op de ter opheffing van beslag in Marokko gestorte bedragen;
VMF zal verbieden enig verder beslag op de Forest Park te (doen) leggen voor de afgewezen vorderingen;
en/of zodanige andere beslissing zal nemen als het hof juist zal achten,
met veroordeling van VMF in de kosten van beide instanties en tot terugbetaling aan Zodiac c.s. van wat deze ter uitvoering van het bestreden vonnis aan VMF heeft betaald.
2.3
In haar antwoordakte van 23 mei 2023 heeft VMF zich op het standpunt gesteld dat wat Zodiac c.s. in haar memorie na tussenarrest over de onderhavige zaak heeft gesteld buiten beschouwing moet worden gelaten. Volgens haar was de zaak uitgeprocedeerd. Het hof gaat aan dit standpunt van VMF voorbij. Met haar akte van 28 februari 2023 heeft Zodiac c.s. de zaak opgebracht met het verzoek om deze naar de rol te verwijzen voor verdere memorie- c.q. aktewisseling, gelijktijdig met de in het arrest van 17 januari 2023 (in zaak 200.274.857/01) bevolen aktewisseling. Het hof heeft aan dit verzoek gehoor gegeven. In haar memorie na tussenarrest heeft Zodiac c.s., na inleidende beschouwingen in randnummers 1.1-1.9, geconcludeerd zoals hiervoor in 2.2 weergegeven. Er is geen reden waarom het hof op die beschouwingen en conclusie geen acht zou mogen slaan.
2.4
Vordering a) zal het hof toewijzen. VMF heeft niet bepleit dat zij – in verband met de litigieuze levering – een contractuele vordering heeft op Zodiac c.s. In het arrest van 17 januari 2023 in zaak 200.274.857/01 heeft het hof geoordeeld – en het hof neemt dit oordeel over in de onderhavige zaak – dat VMF geen vordering op Zodiac c.s. heeft uit onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking. Andere aanspraken tegen Zodiac c.s. pretendeert VMF niet. Evenmin stelt zij dat haar vordering op OWB (of op enige andere derde) in verband met de brandstoflevering verhaalbaar was op de Forest Park. Vordering b) zal het hof om deze redenen eveneens toewijzen (wat betreft het ontbreken van een op de Forest Park verhaalbare vordering: zie HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2708). Het hof verstaat vordering c) aldus, dat het VMF wordt verboden om enig verder beslag op de Forest Park te (doen) leggen voor de door VMF gepretendeerde vordering die dit hof met zijn arrest van 17 januari 2023 in zaak 200.274.857/01 ongegrond heeft geoordeeld. Deze vordering c), aldus verstaan, zal het hof eveneens toewijzen. Voor het geval dat vordering a) zou worden toegewezen – welke voorwaarde met dit arrest wordt vervuld – heeft VMF vordering c), aldus verstaan, niet gemotiveerd betwist. Vordering d) is onbepaald en komt niet voor toewijzing in aanmerking.
Conclusie; proceskosten
2.5
Het hof zal het bestreden vonnis vernietigen en de vorderingen a-c toewijzen met veroordeling van VMF, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van beide instanties, en tot terugbetaling aan Zodiac c.s. van wat deze ter uitvoering van het bestreden vonnis aan VMF heeft betaald. Het hof begroot de proceskosten tot aan de datum van dit arrest als volgt:
2.6
Voor de kosten van de incidenten geldt het volgende. Ter zake van het door VMF opgeworpen cautie-incident, dat VMF heeft ingetrokken nadat Zodiac c.s. haar de gevraagde zekerheid had aangeboden, zal het hof de kosten compenseren aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt. Ter zake van het door Zodiac c.s. opgeworpen incident tot het treffen van een voorlopige voorziening heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 7 juli 2020 reeds een kostenveroordeling uitgesproken, ook voor het hoger beroep.

3.Beslissing

Het hof:
  • vernietigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 2 augustus 2017;
  • verklaart voor recht dat VMF geen vordering heeft, noch ook ooit heeft gehad, op Zodiac c.s. of Dexhon of Zodiac en geen vordering heeft gehad die verhaalbaar was op de Forest Park verband houdend met de leverantie van brandstof aan dat schip te Rotterdam in oktober 2014;
  • verklaart voor recht dat VMF op geen enkel moment gerechtigd was om beslag te doen leggen op de Forest Park met betrekking tot vorderingen verband houdende met de levering van brandstof ex MTS Oostzee aan dat schip in oktober 2014, en geen rechten kan doen gelden op de ter opheffing van beslag in Marokko gestorte bedragen;
  • verbiedt VMF enig verder beslag op de Forest Park te (doen) leggen voor de voor de door VMF gepretendeerde vordering die dit hof in zijn arrest van 17 januari 2023 in zaak 200.274.857/01 ongegrond heeft geoordeeld;
  • veroordeelt VMF in de kosten van de eerste aanleg, aan de zijde van Zodiac c.s. begroot tot op heden op € 1.850,37;
  • veroordeelt VMF tot terugbetaling aan Zodiac c.s. van wat deze ter uitvoering van het bestreden vonnis aan VMF heeft betaald;
  • compenseert de kosten van het cautie-incident aldus, dat ieder partij haar eigen kosten draagt;
  • veroordeelt VMF in de kosten van het hoger beroep (hoofdzaak), aan de zijde van Zodiac c.s. begroot tot op heden op € 3.249,50 en op € 178 voor het nasalaris, te vermeerderen met € 92 als niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening ervan heeft plaatsgevonden;
  • verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
  • wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Frieling, J.M. van der Klooster en W. van der Velde en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2024 in aanwezigheid van de griffier.