Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij in of omstreeks de periode van 14 april 2016 tot en met 1 juni 2016, te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
hij op of omstreeks 22 september 2020, te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander of ander(en), althans alleen,
pretty good privacy-diensten, zoals PGPSafe.
belangvan het in het onderhavige geval geschonden voorschrift is gelegen in de bescherming van privacygevoelige gegevens (zoals e-mails) door voorafgaand rechterlijk toezicht op de verkrijging en het gebruik daarvan. Dergelijke gegevens verdienen bescherming, gelet op het in (onder meer) artikel 8 EVRM neergelegde fundamentele recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het gaat derhalve om een belangrijk voorschrift.
ernst van het verzuim) dat naar het oordeel van het hof niet aannemelijk is geworden dat sprake is van een (doel)bewuste schending van het onderhavige voorschrift. Daarnaast geldt dat er geen feiten en omstandigheden zijn gesteld of gebleken die erop wijzen dat de rechter-commissaris in 26Sassenheim geen machtiging zou hebben verleend indien deze was gevraagd. Derhalve is niet aannemelijk dat het vormverzuim tot gevolgen heeft geleid die er niet waren geweest indien het voorschrift in artikel 125la Sv in acht was genomen.
nadeelis naar het oordeel van het hof evenwel zeer beperkt, indien al aanwezig, gelet op de zeer summiere informatie die het PGPSafe-berichtenverkeer over het privé-leven van de verdachte heeft prijsgegeven, nog daargelaten dat de verdachte betwist dat het zijn berichtenverkeer betreft. Er is derhalve in niet meer dan geringe mate inbreuk gemaakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Het hof merkt ten slotte op dat de verdachte door het vormverzuim niet in zijn verdedigingsbelangen is geschaad; daarbij betrekt het hof dat het belang van de verdachte dat een gepleegd strafbaar feit niet wordt ontdekt, niet als een rechtens te respecteren belang kan worden aangemerkt.
“alle ananas is trouwens al verkocht”. De gebruiker vraagt:
‘jij weet zeker niet welke pallets ik ga missen”;
Het standpunt van de verdediging
De beoordeling
bewijzendat dit concrete bedrag aan contanten in zijn geheel afkomstig is uit legale inkomsten. In reactie op de door de verdachte ingebrachte stukken heeft het openbaar ministerie onvoldoende nader onderzoek gedaan, aldus de verdediging.
Juridisch kader
2.3.2. Dat een voorwerp “afkomstig is uit enig misdrijf”, kan, als op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen worden geacht indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Het is aan het openbaar ministerie bewijs aan te dragen van dergelijke feiten en omstandigheden.
Vermoeden van witwassen
Verklaringen van de verdachte en hun onderbouwing
Het oordeel van het hof
hij in
of omstreeksde periode van 14 april 2016 tot en met 1 juni 2016, te Rotterdam,
in elk geval in Nederland,
(een)ander
(en
),
althans alleen,opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht,
hij op
of omstreeks22 september 2020, te `s-Gravenhage,
in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander of ander(en), althans alleen,
/hebbengemaakt aan witwassen,
althans aan schuldwitwassen,
en/of zijn mededader(s),
vaneen
of meerdere(contant
(e)
(en), voor een
(totaal
)bedrag van
(ongeveer)99.250,00 euro,
althans van enig(e) (contant(e) geldbedrag(en),
en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van bovenomschreven geldbedrag(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte
en/of zijn mededader(s), wist
(en),
althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden,dat
de/het hiervoor genoemde geldbedrag
(en)- onmiddellijk of middellijk - (deels) afkomstig was
/warenuit enig misdrijf.
witwassen.
Ernst van de feiten
Justitiële documentatie
De op te leggen straf
BESLISSING
een gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jarenen
9 (negen) maanden.