Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 26 juni 2023, waarmee Container c.s. in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 22 juni 2023;
- de memorie van grieven van Container c.s., met bijlagen;
- de akte aanvulling memorie van grieven van Container c.s.;
- de memorie van antwoord tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel van UTI, met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van Container c.s.;
- de bijlagen die UTI ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft toegezonden betreffende producties van UTI in eerste aanleg en producties van UTI bij memorie van antwoord/memorie van grieven in incidenteel appel.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de voorzieningenrechter van de rechtbank
- UTI niet in hoger beroep is gegaan tegen het Eerste Vonnis, dat de beroepstermijn is verstreken en het Eerste Beslag daarmee komt te vervallen (rov 4.3);
- de voorzieningenrechter in het Eerste Vonnis aanwijzingen heeft gegeven op grond van art. 1019c lid 2 Rv en dat het de bedoeling is geweest dat het beslag blijft liggen totdat in een bodemprocedure is beslist (rov 4.4);
- het Tweede Beslag niet onrechtmatig is, geen misbruik van recht oplevert, niet vexatoir is en er geen sprake is van een schending van de waarheidsplicht van art. 21 Rv (rov 4.5);
- de door Container c.s. aangevoerde gronden dus niet kunnen leiden tot opheffing van het Eerste of het Tweede Beslag (rov 4.7);
- een belangenafweging evenmin in het voordeel van Container c.s. uitvalt (4.8).
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
De grieven in principaal hoger beroep
fishing expeditionaan de zijde van UTI.
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam van 22 juni 2023;
- veroordeelt Container c.s. in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van UTI begroot op € 3.389,-;
- bepaalt dat als Container c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Container c.s. de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- veroordeelt UTI in de kosten van de procedure in incidenteel hoger beroep, aan de zijde van UTI begroot op € 1.214,- aan salaris advocaat en € 178,- aan nakosten;
- bepaalt dat als UTI niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, Container c.s. de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.