ECLI:NL:GHDHA:2023:997

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
20 april 2023
Publicatiedatum
25 mei 2023
Zaaknummer
2200366921
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan een rechtsextremistische terroristische organisatie en opruiing via sociale media

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die was veroordeeld voor deelname aan de terroristische organisatie The Base en voor opruiing via Telegram. De verdachte, geboren in 2001, was eerder door de rechtbank Rotterdam op 2 december 2021 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uren. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het de vordering van de advocaat-generaal heeft overwogen. De verdachte had deelgenomen aan een organisatie die terroristische misdrijven tot doel had, waaronder het aanzetten tot geweld en het verspreiden van opruiende berichten via sociale media. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte actief betrokken was bij de organisatie en dat hij zich schuldig had gemaakt aan het opruien tot terroristische misdrijven. Het hof heeft de inleidende dagvaarding gedeeltelijk nietig verklaard, maar heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en toezicht van de reclassering. Het hof heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en de noodzaak om de samenleving te beschermen tegen terroristisch geweld.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003669-21
Parketnummer: 10-750439-20
Datum uitspraak: 20 april 2023
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 2 december 2021 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, onder oplegging van de dadelijk uitvoerbaar verklaarde bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het vonnis waarvan beroep. Tevens is aan de verdachte een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, opgelegd. Voorts is hem een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opgelegd en is een beslissing genomen omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Het — reeds geschorste — bevel tot voorlopige hechtenis is opgeheven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 27 oktober 2020 te Zwijndrecht en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) en/of alleen,
heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten "The Base" (een internationaal netwerk van rechts-extremisten),
welke organisatie tot oogmerk had en/of heeft het plegen van terroristische misdrijven, te weten,
A. het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
B. doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of;
C. moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289/ 289 jo. 83 van het Wetboek van Strafrecht) en/of;
D. de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerder vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176a en/of 289a en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht) en/of;
E. het voorhanden hebben van een of meerdere wapens en/of munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet wapens en munitie);
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 27 oktober 2020 te Zwijndrecht en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) en/of alleen,
(telkens)
A. in het openbaar, bij geschrift en/of afbeelding, heeft opgeruid tot (een) terroristisch misdrij(f)(ven), dan wel een misdrij(f)(ven) ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, en/of enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag,
door middel van
( i) het plaatsen in de (openbare) Telegramgroep(en) "Bua Sneatcha 14/88" van een of meer bericht(en) en/of afbeelding(en), waaronder:
-de tekstberichten: "Cut a nigger throat" en "Kill all non white niggers everywhere"
(geplaatst op 8 november 2019, p. 621) en/of
- het tekstbericht: "I want to kill them all" nadat een andere deelnemer aan die groep het volgende tekstbericht had geplaatst: "You fine gentlemen want to participate in a Instagram raid against a bunch of drag queens trying to convert childeren to homosexuality?"
(geplaatst op 22 november 2019, p. 617/618), en/of
- een afbeelding, waarop een knielende (Joodse) man door zijn hoofd wordt geschoten
(geplaatst op 22 november 2019, p. 618), en/of
- het tekstbericht "The base" in reactie op de vraag van een andere deelnemer "How can I find local Natsoc division/group" (geplaatst op 25 november 2019, p. 627), en/of
-het tekstbericht "We will rise from the ashes of history"
(geplaatst op 25 november 2019, p. 630), en/of
- het tekstbericht: "Dat mag ook" en "Ik schiet wel op Joodse bootjes" in reactie op het bericht van een andere deelnemer, inhoudende: "Maar, maar ik wil ook nigger slaven dood trappen"
(geplaatst op 8 september 2020, p. 636), en/of
(ii) het (mede)beheren van de (openbare) Telegramgroep
"
/Jeugdstorm" en/of het plaatsen in die groep van een of meer bericht(en) en/of afbeeldingen(en), waaronder:
- de tekstberichten "Achter hem lopen en dan strot door snijden" en/of "ontvoeren" in reactie op een vraag van een andere deelnemer "Heeft iemand een goede tactiek om iemand van het leven te beroven"
(geplaatst op 2 februari 2020, p. 639), en/of
- de tekstberichten "We zijn 1 van de groeiende groepen in nl en we zijn siegepilled" en/of "we doen raids en we jagen op pedos enzo en soms siegepilled dingen" en/of "wij zijn soort van de nederlandse siegepilled groep" (geplaatst op 13 februari 2020, p. 641), en/of
- het tekstbericht "Of synagoge" in reactie op een bericht van een andere deelnemer, inhoudende "Ik heb zin om dingen te doen die in nieuw Zeeland ook zijn gebeurt. Genaamd moskee overhoop schieten"
(geplaatst op 21 februari 2020,p. 641), en/of
(iii) het (mede)beheren van de Whatsappgroep J.S.N. en/of het plaatsen in die groep van een of meer bericht(en) en/of afbeelding(en), waaronder:
- " we kunnen keer een neger ontvoeren en droppen in de bos en dan op hem jagen"
(geplaatst op 4 april 2020, p. 651),
- " als de burger oorlog komt dan moeten we sommige blanken ook doden omdat ze niet aan onze kant staan en niet willen veranderen" (geplaatst op 26 juli 2020, p. 653),
en/of
B
een geschrift en/of afbeelding, waarin tot een terroristisch misdrijf en/of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf
en/of tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag
wordt opgeruid,
heeft verspreid, openlijk ten toon heeft gesteld en/of heeft aangeslagen, of om verspreid, openlijk tentoongesteld en/of aangeslagen te worden, in voorraad heeft gehad,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat in het/de geschrift(en) en/of de afbeelding(en) zodanige opruiing voorkomt,
door middel van
het plaatsen in de (openbare) Telegramgroep) "Bua Sneatcha" 14/88" van een afbeelding, waarop een knielende (Joodse) man door zijn hoofd wordt geschoten (geplaatst op 22 november 2019, p. 618).
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 A en B tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, onder oplegging van de dadelijk uitvoerbaar te verklaren bijzondere voorwaarden overeenkomstig het vonnis waarvan beroep, met uitzondering van de bijzondere voorwaarde zoals vermeld onder het derde gedachtestreepje. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis, met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Geldigheid inleidende dagvaarding
Aan de verdachte is onder 2 A onder (i), (ii) en (iii) tenlastegelegd "van een of meer bericht(en) en/of afbeeldingen
waaronder”.
Het hof is van oordeel dat de dagvaarding voor zover deze betrekking heeft op het onderdeel “waaronder" nietig behoort te worden verklaard. Nu het onderhavige dossier (meer dan 2000 pagina’s) vele tekstberichten en afbeeldingen bevat en de tenlastelegging geen concrete beschrijving geeft van die tekstberichten en/of afbeeldingen die volgens de steller van de tenlastelegging vallen onder “waaronder” noch de vindplaats in het dossier hiervan bevat, voldoet de tenlastelegging niet aan de eisen die artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering aan de dagvaarding stelt. [1]
Het hof zal de inleidende dagvaarding partieel nietig verklaren voor zover deze betrekking heeft op het onder 2 A onder (i), (ii) en (iii) tenlastegelegde "waaronder".
Vrijspraak feit 2 A onder (ii) en (iii)
Telegramgroep Jeugdstorm - 2 A onder (ii)
De verdediging heeft overeenkomstig de pleitaantekeningen vrijspraak bepleit van het onder 2 A onder (ii) tenlastegelegde, nu de uitingen niet in het openbaar zijn gedaan.
De advocaat-generaal neemt, blijkens het schriftelijk requisitoir, aan dat deze Telegramgroep een besloten Telegramgroep is. Voorts meent de advocaat-generaal dat het feit dat men door de beheerder of via een link aan de groep moet worden toegevoegd om de berichten te zien, niet uitsluit dat deze berichten in het openbaar zijn
gedaan. Van evident belang is het aantal personen tegenover wie de uitlating is gedaan. Ook van belang is de kans dat de inhoud van de uitlating ter kennis komt van anderen dan degenen tot wie de uitlating rechtstreeks is gericht. De advocaat-generaal verwijst in dit verband naar een arrest van de Hoge Raad (Hoge Raad, 5 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2009). In die zaak oordeelde de Hoge Raad dat het niet onjuist of onbegrijpelijk was dat, omdat de 20 tot 25 personen in die groep naar eigen inzicht en zonder restrictie over de geplaatste tekst konden beschikken, het voor de verdachte voorzienbaar en op voorhand feitelijk te verwachten was dat deze verder zou worden verspreid. Dit geldt ook voor de 21 deelnemers aan de Telegramgroep ‘Jeugdstorm’, aldus de advocaat-generaal.
Het hof overweegt het volgende.
De artikelen 131 en 132 van het Wetboek van Strafrecht vereisen dat de opruiing in het openbaar plaatsvindt op mondelinge wijze, bij afbeelding of bij geschrift. Het internet kan worden aangemerkt als een openbare plaats, mits het publiek toegang heeft tot de internetpagina waarop de teksten zijn weergegeven. Door het plaatsen van uitlatingen op voor het publiek toegankelijke sociale media worden deze in de openbaarheid gebracht.
De Telegramgroep Jeugdstorm is op 29 januari 2020 aangemaakt op Telegram. “Feuerjugend”, zijnde de verdachte, is hieraan toegevoegd. De beheerders van de groep zijn Feuerjugend en "[voornaam]". De groep heeft op het moment dat de telefoon van de verdachte in beslag wordt genomen, te weten op 27 oktober 2020, 21 deelnemers en het laatste bericht is ontvangen op 7 oktober 2020.
Deze Telegramgroep lijkt te zijn aangemaakt omdat de chat waarin eerder werd gecommuniceerd niet veilig werd geacht.
Binnen Telegram bestaan twee soorten groepen:
Privé groepen: Om toegang te krijgen tot deze groepen moet je toegevoegd worden door de beheerder of je ontvangt een link waarmee je toegang kunt krijgen.
Open groepen: Dit zijn groepen die via een zoekfunctie in Telegram te vinden zijn. Deze groepen zijn te vinden via open zoekopdrachten.
Met de verdediging en de advocaat-generaal gaat het hof, bij gebrek aan aanwijzingen voor het tegendeel, ervan uit dat de Telegramgroep Jeugdstorm een privé- oftewel een besloten Telegramgroep betrof.
Voorts blijkt niet uit het onderhavige dossier dat de deelnemers van deze Telegramgroep naar eigen inzicht en zonder restrictie over de geplaatste tekstberichten konden beschikken. Nu hiervan niet is gebleken is het hof, anders dan de advocaat-generaal, van oordeel dat het voor de verdachte ook niet voorzienbaar of op voorhand feitelijk te verwachten was dat deze – mogelijk - verder zou worden verspreid. Ook het aantal van 21 deelnemers maakt niet dat de Telegramgroep daarmee als openbaar in vorenbedoelde zin kan worden aangemerkt.
Whatsappgroep J.S.N. - 2 A onder (iii)
De verdediging heeft tevens overeenkomstig de pleitaantekeningen vrijspraak bepleit van het onder 2 A onder (iii) tenlastegelegde, nu de uitingen niet in het openbaar zijn gedaan.
De advocaat-generaal gaat ervan uit dat ook deze groep een besloten groep betreft, nu onduidelijk is gebleven of dit een besloten of open Whatsappgroep was.
De advocaat-generaal meent dat uit het feit dat de samenstelling van de leden sterk varieerde niet gesproken kan worden van een vertrouwelijk gezelschap. Ook meent de advocaat-generaal dat de kans groot is, vanwege het extreme karakter van de tekstberichten, dat zij ter kennis komen van anderen dan degenen tot wie zij rechtstreeks zijn gericht. Daarom is het Openbaar Ministerie van mening dat ook de uitlatingen in de Whatsappgroep J.S.N. in het openbaar zijn gedaan.
Het hof overweegt het volgende.
De Whatsappgroep J.S.N. betreft eveneens zeer waarschijnlijk een besloten groep van ongeveer 30 deelnemers. De verdachte was, samen met twee anderen, de beheerder van deze groep. Een beheerder kan deelnemers toevoegen of verwijderen. Niet bekend is hoeveel deelnemers de groep had op het moment dat de verdachte de tekstberichten verspreidde, maar op de onderzochte tijdstippen had de groep tenminste 30 deelnemers.
Anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat er in dit geval onvoldoende aanknopingspunten zijn om bewezen te achten dat de berichten in de Whatsappgroep J.S.N. vanwege de gevarieerde samenstelling van de leden en het extreme karakter van hun uitlatingen, bij anderen bekend zouden worden en dat daarmee voldaan is aan het bestanddeel ‘in het openbaar’. Het extreme karakter van de berichten maakt dit niet anders.
Met de verdediging is het hof dan ook van oordeel dat, nu niet aan de voor bewezenverklaring vereiste openbaarheid van de uitlatingen is voldaan, niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen onder 2 A (ii) en (iii) is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Gevoerd verweer
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig de overgelegde pleitaantekeningen – uiteengezet waarom naar de mening van de verdediging het rapport van de Koninklijke Marechaussee buiten beschouwing moet worden gelaten bij de beoordeling van het dossier.
Nu het hof het rapport van de Koninklijke Marechaussee niet zal bezigen voor het bewijs heeft de verdediging geen belang meer bij bespreking van dit gevoerde verweer.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2019 tot en met 27 oktober 2020 te Zwijndrecht en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) en/of alleen,
heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten “The Base” (een internationaal netwerk van rechts-extremisten),
welke organisatie tot oogmerk had
en/of heefthet plegen van terroristische misdrijven, te weten,
A. het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft (zoals bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
B. doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of;
C. moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289/ 289 jo. 83 van het Wetboek van Strafrecht) en/of;
D. de samenspanning en/of opzettelijke voorbereiding van en/of bevordering tot eerder vermelde misdrijven (zoals bedoeld in artikel 176a en/of 289a en/of 96 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht) en/of;
E. het voorhanden hebben van een of meerdere wapens en/of munitie van de categorieën II en/of III (zoals bedoeld in artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie) (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken (zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 en/of lid 5 van de Wet wapens en munitie);
2.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van
1 oktober8 november2019 tot en met
27 oktober8 september2020 te Zwijndrecht en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) en/of alleen,
(telkens)
A. in het openbaar, bij geschrift en
/ofafbeelding, heeft opgeruid tot
(een)terroristisch
emisdrij
(f)(ven
), dan wel een misdrij(f)(ven) ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf,en
/ofenig
estrafba
ar
efeit
enen/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag,
door middel van
( i) het plaatsen in de
(openbare
)Telegramgroep
(en)"Bua Sneatcha 14/88" van
een of meerbericht
(en
)en
/ofeenafbeelding
(en), waaronder:
-de tekstberichten: "Cut a nigger throat" en "Kill all non white niggers everywhere"
(geplaatst op 8 november 2019, p. 621) en
/of
- het tekstbericht: "I want to kill them all" nadat een andere deelnemer aan die groep het volgende tekstbericht had geplaatst: "You fine gentlemen want to participate in a Instagram raid against a bunch of drag queens trying to convert childeren to homosexuality?"
(geplaatst op 22 november 2019, p. 617/618), en
/of
- een afbeelding, waarop een knielende (Joodse) man door zijn hoofd wordt geschoten
(geplaatst op 22 november 2019, p. 618), en
/of
- het tekstbericht "The base" in reactie op de vraag van een andere deelnemer "How can I find local Natsoc division/group" (geplaatst op 25 november 2019, p. 627), en/of
-het tekstbericht "We will rise from the ashes of history"
(geplaatst op 25 november 2019, p. 630), en/of
- het tekstbericht: "Dat mag ook" en "Ik schiet wel op Joodse bootjes" in reactie op het bericht van een andere deelnemer, inhoudende: "Maar, maar ik wil ook nigger slaven dood trappen"
(geplaatst op 8 september 2020, p. 636), en
/of
(ii) het (mede)beheren van de (openbare) Telegramgroep
"/Jeugdstorm" en/of het plaatsen in die groep van een of meer bericht(en) en/of afbeeldingen(en), waaronder:
- de tekstberichten "Achter hem lopen en dan strot door snijden" en/of "ontvoeren" in reactie op een vraag van een andere deelnemer "Heeft iemand een goede tactiek om iemand van het leven te beroven"
(geplaatst op 2 februari 2020, p. 639),en/of
- de tekstberichten "We zijn 1 van de groeiende groepen in nl en we zijn siegepilled" en/of "we doen raids en we jagen op pedos enzo en soms siegepilled dingen" en/of "wij zijn soort van de nederlandse siegepilled groep" (geplaatst op 13 februari 2020, p. 641), en/of
- het tekstbericht "Of synagoge" in reactie op een bericht van een andere deelnemer, inhoudende "Ik heb zin om dingen te doen die in nieuw Zeeland ook zijn gebeurt. Genaamd moskee overhoop schieten"

(geplaatst op 21 februari 2020,p. 641), en/of

(iii) het (mede)beheren van de Whatsappgroep J.S.N. en/of het plaatsen in die groep van een of meer bericht(en) en/of afbeelding(en), waaronder:
- "we kunnen keer een neger ontvoeren en droppen in de bos en dan op hem jagen"

(geplaatst op 4 april 2020, p. 651),

- "als de burger oorlog komt dan moeten we sommige blanken ook doden omdat ze niet aan onze kant staan en niet willen veranderen" (geplaatst op 26 juli 2020, p. 653),

en/of

B
een
geschrift en/ofafbeelding, waarin tot een terroristisch misdrijf
en/of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf
en/of tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag
wordt opgeruid,
heeft verspreid,
openlijk ten toon heeft gestelden
/of heeft aangeslagen, ofom verspreid
, openlijk tentoongesteld en/of aangeslagente worden, in voorraad heeft gehad,
terwijl hij, verdachte
en/of zijn mededader(s)wist
(en) of ernstige reden had(den) om te vermoedendat in
het/de geschrift(en) en/ofde afbeelding
(en)zodanige opruiing voorkomt,
door middel van
het plaatsen in de (openbare) Telegramgroep) "Bua Sneatcha" 14/88" van een afbeelding, waarop een knielende (Joodse) man door zijn hoofd wordt geschoten (geplaatst op 22 november 2019, p. 618).
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere (bewijs)overweging feit 1
Aan de verdachte is onder 1 tenlastegelegd deelname aan een terroristische organisatie, te weten aan The Base.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig de door hem overgelegde pleitaantekeningen – bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde.
De raadsman heeft hiertoe – kort gezegd - aangevoerd dat:
wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat The Base een terroristische organisatie is;
dat de verdachte geen bijdrage heeft geleverd aan The Base en
dat bij de verdachte geen opzet aanwezig was op het deelnemen aan een terroristische organisatie.

Juridisch kader

Deelname aan een terroristische organisatie
Het hof stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140a van het Wetboek van Strafrecht slechts dan sprake kan zijn, indien de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. [2]
Een dergelijk aandeel kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van hand- en spandiensten die op zichzelf niet strafbaar hoeven zijn, maar wel strekken tot verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voldoende is dat betrokkene in zijn algemeenheid – in de zin van onvoorwaardelijk opzet – weet dat de organisatie het plegen van terroristische misdrijven tot oogmerk heeft. Niet is vereist dat betrokkene enige vorm van opzet heeft op de door de terroristische organisatie beoogde concrete misdrijven. Evenmin is vereist dat betrokkene zelf heeft meegedaan of meedoet aan het plegen van misdrijven die door (leden van) de organisatie zijn of worden gepleegd.
Beoordeling door het hof
Ad a) The Base een terroristische organisatie
Uit de zich in het dossier bevindende stukken, waaronder het Kennisdocument The Base, opgemaakt door dr. A.P. van Veldhuizen, en in hoger beroep aan het dossier toegevoegde stuk ‘Beantwoording van vragen The Base’ van dr. A.P. van Veldhuizen – komt het volgende over The Base naar voren.
The Base is in juli 2018 opgericht door de Amerikaan Rinaldo Nazzaro (in digitale kanalen van The Base opererend onder de aliassen "Roman Wolf" en "Norman Spear").
The Base is een relatief goed georganiseerde en internationaal vertakte rechts-extremistische
organisatie: naast leider en oprichter Nazzaro zijn er vertrouwelingen, cellen (twee tot vier man) in verschillende westerse landen, ‘lone wolves' en een groot aantal Telegram-volgers.
Bovendien zouden bepaalde personen aangewezen zijn of optreden als recruiter. Het wervingsproces begon met een sterke werving op de rechts-extremistische website Fascist Forge. Daarnaast worden nieuwe leden gezocht via social media en flyers.
Er is een team dat virtuele sollicitatiegesprekken (vetting) afneemt waarbij Nazzaro de leiding heeft.
Nieuwe leden die in hetzelfde land of dezelfde staat wonen, worden door de centrale organisatie in contact met elkaar gebracht om cellen te vormen. Ook levert de internationale organisatie een chat-kanaal per cel op de app Wire. Andere taken van de staforganisatie zijn onder andere het verspreiden van propaganda ter werving én als geweldsoproepen, het hosten van de digitale omgeving en het aanbieden van literatuur en handleidingen.
Het voorgaande leidt het hof met de rechtbank tot de vaststelling dat The Base een internationaal
samenwerkingsverband is met een zekere duurzaamheid en structuur tussen meerdere personen en dus een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht.
Oogmerk
Uit het dossier blijkt dat The Base streeft naar het versnellen van een ineenstorting van ‘het systeem', het uitlokken van een rassenoorlog en het instellen van een
witte etnostaat. Volgens The Base is deze ontwikkeling al in gang gezet en dient zij die te bespoedigen. Deze doelstelling is te kenmerken als de algemene idee van het rechts-extremistische accelerationisme.
Wie het rechts-extremistische gebruik van de term accelerationisme aanhangt, meent dat de westerse samenleving gecorrumpeerd is door Joodse, liberale, socialistische en multiculturele invloeden en daarom geleidelijk maar onafwendbaar afglijdt naar
krachteloosheid en betekenisloosheid. Accelerationisten spannen zich daarom in voor de versnelling (acceleratie) van het proces dat westerse staten tot hopeloze "failed states" maakt. Onafhankelijk opererende (accelerationistische) cellen hebben het oogmerk om
westerse overheden omver te werpen door willekeurige geweldsdaden te plegen die sociale spanningen aanjagen en uiteindelijk maatschappelijke chaos en burgeroorlog veroorzaken.
The Base-leider Nazzaro zegt het zelf als volgt:
"We want things to accelerate, we want things to get worse in the United States. And from that
point, by virtue of the chaos that ensues, that would naturally present some opportunities for us.
Law and order starts breaking down, power vacuums start emerging for those who are organized
and ready, to take advantage of those." [3]
Dit verzet tegen de overheid komt voort uit de overtuiging dat de elites - volgens James Mason (auteur van ‘Siege’) geleid door Joden - de geschiedenis, de bezittingen en de belangen van het superieure witte ras te grabbel gooien. Zodra de overheid is ingestort en deze elites machteloos zijn, kan er een nieuwe start worden gemaakt. Het uiteindelijke doel van de accelerationisten is dan ook de vestiging van een etnostaat waarin witte mensen de dienst uitmaken en waarin maatschappelijke posities primair op grond van ras en etniciteit worden bepaald. Alle bevolkingsgroepen die dit ideaal bewust of onbewust ondermijnen - denk aan moslims, Joden en mensen die horizontale solidariteit voorstaan, zoals marxisten - zijn de natuurlijke vijanden van de accelerationist.
De formele doelstelling van The Base is survivaltraining. Echter, paramilitaire survivaltraining is in de VS vaak een middel tot een omstreden doel. Dat is ook bij The Base het geval, waar training dient ter voorbereiding op wat de accelerationistische ideologie nastreeft: het moet de leden geestelijk en lichamelijk voorbereiden op de aanstaande burgeroorlog. Dat wil zeggen dat van deelnemers zowel een intellectuele als een fysieke
inspanning wordt gevraagd. Rinaldo Nazzaro zocht naar eigen zeggen geen "toetsenbordhelden", maar mensen die daadwerkelijk aan hun militaire vaardigheden wilden
werken en tot actie wilden overgaan. Het motto van The Base luidt "Learn, Train, Fight". Die toon is terug te zien in trainingsvideo's, waarin de organisatie zichzelf als nazistische militie presenteert voorzien van vuurwapens, vlag en Hitlergroet.
In de VS werden op 22 en 23 september 2019 twee synagogen beklad door twee leden van The Base. Als één van hen wordt verhoord, verklaart hij dat hij had overwogen om grotere aanslagen te plegen en een voorbeeld te nemen aan Timothy McVeigh die in 1995 door het plegen van een aanslag 168 mensen vermoordde.
In de laatste maanden van 2019 ontwikkelen drie andere The Base-leden het voornemen om twee aanhangers van Antifa, een extreemlinkse organisatie, om het leven te brengen door hun huis in brand te steken. Dit plan kon door de FBI tijdig worden verijdeld.
Ook zijn The Base-leden in juni 2020 zwaar bewapend op een Black Lives Matter-demonstratie verschenen.
Vanuit de centrale organisatie van The Base worden handelingen verricht om mensen overal ter wereld aan te sporen tot actie en geweld. Naast oproepen biedt de organisatie op haar website ook een uitgebreide collectie handleidingen voor potentieel gewelddadige eenlingen, wapengebruik en wapenfabricatie die geweldsdaden effectiever zouden maken.
Dit alles vindt steun in een recente (openbare) publicatie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) getiteld `Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland nr. 55’ van oktober 2021, waarin staat (pagina 16):
“(…) Deze kleine offline organisatie (circa 50 leden) met een online presentie, waarmee The Base
zich onderscheidt van de hier beschreven netwerken die zich voornamelijk online manifesteren, kreeg in 2019 en 2020 meer bekendheid toen de FBI tien aanhangers arresteerde. Hierdoor kreeg de organisatie een behoorlijke klap. Niet alleen vanwege het aantal arrestanten, maar ook omdat een belangrijke leider werd opgepakt. De organisatie is in de Verenigde Staten, Canada en Groot-Brittannië als terroristisch aangemerkt. De oorspronkelijke leider en oprichter Rinaldo Nazarro verblijft momenteel in Rusland en vanuit dat land probeert hij nog steeds leden te werven en aan te zetten tot terroristische daden."
Het doel van The Base is het ontketenen van een rassenoorlog/burgeroorlog. Door middel van geweld en gebruik van (vuur)wapens moet een blanke etnostaat worden gesticht waarin geen plaats is voor Joden, moslims en mensen met een donkere huidskleur.
Tegen de achtergrond van deze rechts-extremistische ideologie, leveren voormelde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, voldoende grond op om te oordelen dat bij The Base sprake is van een terroristisch oogmerk, bestaande uit het aanjagen
van vrees bij (een deel van) de bevolking en/of het ernstig ontwrichten/vernietigen van fundamentele politieke, constitutionele, economische en sociale structuren.
Ad b) Deelname van de verdachte aan The Base
De verdachte heeft in oktober 2019 via de chatapplicatie genaamd "Wire" berichten uitgewisseld over The Base. Daarin bericht hij dat hij en [medeverdachte] de eerste twee Nederlanders in The Base zijn. Ook komt uit deze berichten naar voren dat de verdachte met succes een ‘vetting-procedure’ heeft doorlopen en dat hij in diezelfde periode in een interview room zat met zes leden van The Base uit andere landen.
Op 31 oktober 2019 chatten de verdachte en [medeverdachte] over het doen van een opdracht met posters of het logo van The Base "spray painten" op een verlaten gebouw, waarna zij officiële leden zijn. De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep bekend dat hij daadwerkelijk op een muur een ‘spray paint’ met logo van The Base heeft gemaakt in opdracht van de The Base.
Voorts blijkt uit diverse Telegramcontacten dat de verdachte andere personen met The Base in contact heeft gebracht. Zo heeft de verdachte op 25 november 2019 op de vraag hoe een lokaal nationaal socialistische groepering in het echte leven kan worden gevonden, geantwoord met ‘The Base’.
Op 23 december 2019 hebben de verdachte en [medeverdachte] met twee anderen gechat. In die chatgesprekken hebben zij vragen omtrent The Base beantwoord, onder andere de vraag hoe men lid kan worden van The Base. Ook hebben zij gezegd dat zij de enige leden van The Base in Nederland zijn en de leiders van de Nederlandse cel. Op diezelfde dag heeft [medeverdachte] ook een propagandavideo van The Base verstuurd met trainingsbeelden waarin wordt geschoten met automatische vuurwapens en explosieven worden gebruikt. Ook worden beelden getoond waarop met een vuistvuurwapen op een Jodenster wordt geschoten.
Op 29 januari 2020 heeft de verdachte in een WhatsAppgesprek gezegd dat hij in twee ‘Siege-groepen’ zit, te weten Feuerkrieg en The Base.
Ten slotte blijkt uit Wire-contacten dat de verdachte in februari 2020 in ieder geval twee personen voor The Base heeft gerekruteerd.
Ad c) Opzet van de verdachte
De stelling van de verdediging dat de verdachte slechts dacht dat The Base een survivalgroep betrof wordt door de inhoud van de bewijsmiddelen weerlegd.
Op grond van het voorgaande, in onderlinge samenhang beschouwd, is het hof van oordeel dat de verdachte heeft behoord tot The Base, een op het plegen van terroristische misdrijven gericht samenwerkingsverband en dat hij daarnaast ook een aandeel heeft gehad in gedragingen die verband hielden met de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk.
Daarmee komt het hof tot een bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven.
Het onder 2, onder A (i) eerste en tweede gedachtestreepje bewezenverklaarde levert op:
in het openbaar, bij geschrift en bij afbeelding, tot enig strafbaar feit opruien, terwijl het strafbare feit waartoe wordt opgeruid een terroristisch misdrijf inhoudt, meermalen gepleegd
Het onder 2, onder A (i) derde gedachtestreepje en B bewezenverklaarde levert op:

de eendaadse samenloop van

in het openbaar, bij afbeelding, tot enig strafbaar feit opruien, terwijl het strafbare feit waartoe wordt opgeruid een terroristisch misdrijf inhoudt

en

een afbeelding waarin tot een terroristisch misdrijf wordt opgeruid, verspreiden en in voorraad hebben ter verspreiding, terwijl hij weet dat in de afbeelding zodanige opruiing voorkomt.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Met de rechtbank overweegt het hof dat de verdachte op de bewezenverklaarde wijze lid is geweest van de rechtsextremistische en terroristische organisatie The Base. Ook heeft de verdachte zich op social media schuldig gemaakt aan opruiing en het verspreiden van een afbeelding met een rechtsextremistisch karakter waarin ontegenzeggelijk tot een terroristisch misdrijf wordt opgeruid.
Het accelerationisme, te weten het extreemrechtse gedachtegoed waarbij het creëren of versnellen van chaos wordt nagestreefd, om zo een rassenoorlog en de vervanging van de democratie door een witte etnostaat te bespoedigen, is een rechtsextremistische ideologie die via diverse social media kanalen wordt verspreid. De aanhangers verheerlijken en rechtvaardigen terroristisch geweld om versneld een rassenoorlog te ontketenen. Hierdoor willen zij chaos creëren in de samenleving waarin het huidige politieke bestel dan kan worden vervangen door een witte (nationaalsocialistische) etnostaat.
Uit het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland, nr. 55, blijkt dat deze ideologie een vast bestanddeel is geworden van het rechtsextremistische landschap en in de afgelopen twee jaar mede heeft geleid tot enkele terroristische geweldsdaden of concrete plannen daartoe.
Terrorisme wordt internationaal gezien als één van de ernstigste misdrijven. Het raakt rechtstreeks de openbare orde en/of de veiligheid en stabiliteit van een samenleving en haar burgers. De Nederlandse samenleving is divers en een ieder die in Nederland woont dient, ongeacht zijn of haar achtergrond en/of geaardheid, tegen terroristisch geweld te worden beschermd. De verdachte heeft hier totaal geen oog voor gehad.
De ernst van de feiten noopt naar het oordeel van het hof in beginsel tot het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Uittreksel Justitiële Documentatie
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
7 maart 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Rapport ten aanzien van de persoon van de verdachte
-
Toerekenbaarheid
Uit het over de verdachte opgemaakte Pro Justitia rapport d.d. 17 maart 2021 komt – kort samengevat en voor zover relevant – naar voren dat bij de verdachte ten tijde van het plegen van de onderhavige feiten sprake was van een autismespectrumstoornis en van een persisterende depressieve stoornis. Aangezien de verdachte in zijn vrije tijd nauwelijks tot geen vrienden had, bracht hij zijn tijd door achter de computer. Hier verdiepte hij zich online in het (neo)nazisme en werd hij actiever op social media. Mede door de sociaaleconomische achterstand waarin het gezin jarenlang verkeerde, zijn eigen gevoel achtergesteld te worden (door de Nederlandse overheid), versombering en een toenemende boosheid, groeiden racistische en gewelddadige overtuigingen.
Gevoelens van somberte en minderwaardigheid werden door de verdachte minder gevoeld door zijn aansluiting op sociale media en zijn gewelddadige en racistische uitspraken werden er bekrachtigd, hetgeen zijn online gedrag bevorderde en in stand hield. Het speelde een rol toen hij besloot toe te treden tot The Base.
Vanuit zijn autisme was het voor de verdachte moeilijk om de gevolgen van zijn gedrag en handelen goed te overzien en af te stemmen op (virtuele) anderen. Het was mede hierdoor verklaarbaar dat hij de risico's voor zichzelf en zijn omgeving niet voldoende in kon schatten. Echter, de verdachte heeft wel degelijk een besef van goed en fout gehad: hij schatte in dat hetgeen hij deed, niet goedgekeurd zou worden door de buitenwereld en
deelde zijn online activiteiten bewust niet binnen het kleine netwerk om hem heen.
Geadviseerd wordt om de verdachte de tenlastegelegde feiten, indien bewezen, verminderd toe te rekenen.
Nu de conclusie van de psycholoog wordt gedragen door haar bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt het hof – evenals de rechtbank - die conclusie over en maakt die tot de zijne. Het hof zal dit in strafmatigende zin meewegen bij de hierna op te leggen straf.
In strafmatigende zin houdt het hof, evenals de rechtbank, voorts rekening met de jonge leeftijd van de verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten.
Taakstraf, maatregel ex art. 38z Sr, bijzondere voorwaarden en dadelijke uitvoerbaarheid
Blijkens het voortgangsverslag van de reclassering d.d.
7 maart 2023 heeft de verdachte aan alle onderzoeken zijn medewerking verleend en wordt het risico dat de verdachte een (soortgelijk) delict zal plegen, gelet op diens coöperatieve houding tijdens de behandeling en de meldplichten, thans als laag ingeschat. De reclassering adviseert om aan de verdachte geen taakstraf op te leggen, omdat de reclassering de kans hoog acht dat de verdachte, gelet op zijn werkzaamheden en behandeling, dan overvraagd zal worden. Indien de verdachte door de taakstraf zijn werk kwijt zou raken leidt dit wederom tot teleurstellingen, die zijn fragiele zelfbeeld en positieve ontwikkeling allerminst ten goede zullen komen. Tevens acht de reclassering het niet wenselijk om aan de verdachte de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. Wel adviseert de reclassering om de opgelegde bijzondere voorwaarden te handhaven en deze dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Nu de reclassering de oplegging van een taakstraf en de maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op goede gronden niet geïndiceerd acht, zal het hof deze straf en maatregel niet opleggen.
Gelet op het advies van de reclassering en op het grote belang van voorkoming van recidive, zal het hof een aanmerkelijk deel van de op te leggen straf voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van drie jaren, en daarbij een deel van de eerder opgelegde bijzondere voorwaarden, voor zover het hof deze thans nog raadzaam acht, opnieuw opleggen.
Gelet op de omstandigheid dat de onder 1 en 2 bewezenverklaarde misdrijven zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen en ernstig rekening moet worden gehouden met het gevaar op herhaling van dit soort feiten, zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden, overeenkomstig het advies van de reclassering van 7 maart 2023, dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
De op te leggen bijzondere voorwaarden en de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan dienen ertoe de recentelijk ingezette positieve gedragsverandering te bestendigen en de ongehinderde voortgang van zowel de behandeling als de begeleiding en het toezicht te kunnen garanderen. Zo niet, is het hof van oordeel, dat er dan ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom zo een misdrijf zal begaan.
Conclusie
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur - waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de duur van het reeds ondergane voorarrest - een passende en geboden reactie vormt.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal, indien aan de orde, volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beslag
Bij vonnis waarvan beroep is een beslissing genomen ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging opgemerkt dat de verdachte tegenover de politie heeft verklaard dat hij afstand doet van de inbeslaggenomen voorwerpen, met uitzondering van een bepaald T-shirt. Inmiddels heeft de verdachte dit T-shirt teruggekregen. De raadsman heeft ter terechtzitting – in afwijking van zijn pleitaantekeningen – medegedeeld dat de verdediging zich refereert aan het oordeel van het hof ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting medegedeeld dat, gelet op de opmerking van de raadsman dat, nu de verdachte het betreffende T-shirt terug heeft, en de verdachte afstand heeft gedaan van de overige inbeslaggenomen voorwerpen, het aan het Openbaar Ministerie is om het beslag af te handelen en dat het hof geen beslissing hoeft te nemen op de inbeslaggenomen voorwerpen.
Gelet op het vorenstaande zal het hof, nu is komen vast te staan dat de verdachte het bedoelde T-shirt heeft teruggekregen en van de overige inbeslaggenomen voorwerpen afstand heeft gedaan, geen beslissing op het beslag nemen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14e, 55, 57, 131, 132 en 140a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart de inleidende dagvaarding nietig voor zover deze betrekking heeft op het onder 2 A onder (i), (ii) en (iii) tenlastegelegde “waaronder”.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
16 (zestien) maanden, niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van
3 ( drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaardedat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd op geen enkele wijze contact (laat) opnemen, zoeken of hebben met onderstaande personen, met ingang van heden, zolang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk vindt:
- [ medeverdachte], geboortedatum [geboortedag] 2000
- leden van The Base
- leden van Feuerkrieg Division
- Rinaldo Nazarro, oprichter van The Base (pseudoniemen Norman Spear en Roman Wolf).
Stelt als bijzondere voorwaardedat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zal meewerken aan (een indicatiestelling voor) een ambulante behandeling indien de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zal meewerken aan een indicatiestelling en plaatsing voor een verblijf in een instelling voor beschermd wonen en zich zal houden aan de aanwijzingen die door of namens de directeur van die instelling worden gegeven, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.

Beveelt dat de opgelegde bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.

Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. M.A.J. van de Kar,
mr. Th.W.H.E. Schmitz en mr. B. Stapert, in bijzijn van de griffier mr. M.J.J. van den Broek.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 20 april 2023.

Voetnoten

1.zie HR 24.6.2014, ECLI:NL:HR:1497; HR 17.11.15, ECLI:NL:HR:2015:3322 en HR 12.12.2017, ECLI:NL:HR:2017:3124
2.ECLI:NL:HR:2015:264 (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2015:264) en ECLI:NL:HR:2017:413 (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2017:413)
3.Kennisdocument The Base van dr. A.P. van Veldhuizen van 10 mei 2021, p. 230.