ECLI:NL:GHDHA:2023:828

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
9 mei 2023
Publicatiedatum
5 mei 2023
Zaaknummer
200.300.790/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon voor schade door onderverzekering van kostbaarheden

In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de assurantietussenpersoon Aon voor schade die Xelat Recrea BV heeft geleden door de diefstal van een verzameling horloges. Xelat had via Aon een kostbaarhedenverzekering afgesloten, maar na de diefstal bleek dat de verzekerde waarde lager was dan de werkelijke waarde van de horloges. Xelat vorderde schadevergoeding van Aon wegens schending van de zorgplicht. Het hof oordeelde dat Aon tekortgeschoten was in haar zorgplicht, omdat zij Xelat niet had gewezen op het belang van een actuele taxatie van de horloges. Het hof stelde vast dat de verzekerde waarde niet was aangepast aan de waardeontwikkeling van de horloges, wat leidde tot onderverzekering. De rechtbank had eerder een schadevergoeding van € 32.350,00 toegewezen, maar het hof verminderde de vergoedingsplicht van Aon met 50% vanwege de eigen schuld van Xelat. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Xelat in de kosten van het geding in principaal hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.300.790/01
Zaaknummer rechtbank : 590580 / HA ZA 20-125
arrest van 9 mei 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Xelat Recrea BV,
gevestigd te Maastricht,
appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna te noemen: Xelat,
advocaat: mr. M. van Sintmaartensdijk,
tegen
de commanditaire vennootschap
AON NEDERLAND C.V.,
hierna te noemen: Aon,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AON NETHERLANDS OPERATIONS B.V.,
hierna te noemen: Aon Netherlands,
beide gevestigd te Rotterdam,
geïntimeerden in principaal hoger beroep,
appellanten in incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. M.M. van Asch en mr. R. Noordermeer.

1.Waar het in deze zaak over gaat

Xelat had – via haar verzekeringstussenpersoon Aon – een verzameling horloges verzekerd. Die horloges zijn gestolen en daarna bleek de verzekerde waarde (op basis van oude taxaties) lager dan de werkelijke waarde. Xelat vordert in deze procedure schadevergoeding van Aon wegens schending van haar zorgplicht.

2.Het procesverloop

2.1.
Bij exploot van 4 oktober 2021 is Xelat in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank Rotterdam tussen partijen gewezen eindvonnis van 25 augustus 2021.
2.2.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep, met producties;
- memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep.
2.3.
Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd.

3.De feiten

3.1.
Het hof gaat in hoger beroep van de volgende feiten uit.
3.2.
Xelat is een beheersmaatschappij met activiteiten op recreatief gebied. [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) is de (indirect) bestuurder/aandeelhouder van Xelat. Aon is een assurantiemakelaar, waarvan Aon Netherlands de beherend vennoot is.
3.3.
Ten behoeve van onder meer een horlogeverzameling heeft Xelat via bemiddeling van Aon als assurantietussenpersoon een kostbaarhedenverzekering afgesloten bij gevolmachtigd agent [betrokkene 2] B.V. (hierna: [betrokkene 2] ). De polis is ingegaan op 7 april 1998 en dekt onder meer schade door diefstal na braak.
3.4.
De op 4 juni 2012 afgegeven polis houdt – voor zover hier relevant – in:
VERZEKERINGSVOORWAARDEN ARTOSO-01 Compact Kunstvoorwerpen
[…]
Verzekerd bedrag / verzekerd interest
[…]
B. EUR 937.680,00 op horloges, gouden en zilveren sieraden e.d. volgens taxatierapporten van [taxateur] d.d. 1 augustus 2011 en 27 augustus 2011.
3.5.
De toepasselijke ARTOSO-01 voorwaarden bepalen:
11.4
Schade en omvang van de vergoeding
De verplichting van verzekeraars tot schade-uitkering omvat:
11.4.1
het verschil tussen de waarde van de verzekerde zaak onmiddellijk voor en onmiddellijk na de gebeurtenis[…].
Als waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis wordt het bedrag van de taxatie aangehouden. Bij de vaststelling van de waarde onmiddellijk na de gebeurtenis zal met de waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis rekening worden gehouden.
[…]
3.6.
In de op de polis genoemde taxatie van Expertise-Taxatieburo [taxateur] van 27 augustus 2011 zijn 46 horloges getaxeerd op een waarde van € 523.930,00.
3.7.
In 2018 heeft Xelat vier horloges aangeschaft. Zij heeft onder bijvoeging van de aankoopnota's Aon verzocht om de verzekering aan te passen zodat ook de nieuw aangeschafte horloges onder de dekking van de polis zouden worden gebracht. De polis is vervolgens dienovereenkomstig aangepast.
3.8.
Op 8 juli 2019 is [betrokkene 1] thuis slachtoffer geworden van een roofoverval, waarbij onder meer een deel van de verzekerde horlogeverzameling door de overvallers is meegenomen.
3.9.
[betrokkene 2] heeft erkend dat de schade als gevolg van de diefstal van de horloges is gedekt onder de polis. Het door [betrokkene 2] ingeschakeld expertisebureau heeft vervolgens juwelier Lost but Found (LBF) opdracht gegeven om de gestolen horloges te waarderen. LBF heeft in een rapport van 25 september 2019 de in het taxatierapport van [taxateur] genoemde 46 horloges gewaardeerd op in totaal € 735.750,00. De gestolen herenhorloges nummers 1 t/m 37 van het rapport van [taxateur] heeft LBF daarbij gewaardeerd op € 663.450,00. De vier niet in het rapport van [taxateur] genoemde (want daarna aangeschafte), maar wel verzekerde horloges heeft LBF gewaardeerd op € 52.630,00.
3.10.
Bij e-mail van 24 oktober 2019 heeft Aon aan Xelat meegedeeld dat verzekeraar [betrokkene 2] van mening is dat voor de gestolen horloges een claim kan worden ingediend conform de in het rapport van [taxateur] van 27 augustus 2011 getaxeerde bedragen, zijnde het bedrag van € 457.480,00, en dat voor de nadien aangeschafte en onder de polis meeverzekerde horloges een claim kan worden ingediend conform de door Xelat bij het verzoek tot meeverzekering opgegeven waarden, zijnde € 52.100,00.
3.11.
Xelat heeft vervolgens [A] Diamonds B.V. (hierna: [A]) opdracht gegeven om de waarde van de gestolen horloges te bepalen. [A] heeft in haar rapport van 6 november 2019 in totaal 50 horloges gewaardeerd op € 1.082.564,00.
3.12.
Aon heeft vervolgens [taxateur] opdracht gegeven om de waarde van de 46 eerder getaxeerde horloges te bepalen. [taxateur] heeft in haar expertiserapport van 8 april 2020 (door partijen ook wel aangeduid als Vermaas 2 rapport) in totaal 46 horloges getaxeerd op € 636.430,00.

4.De procedure bij de rechtbank

4.1.
In eerste aanleg vorderde Xelat hoofdelijke veroordeling van Aon en Aon Netherlands tot betaling van € 501.854,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 juli 2019.
4.2.
Bij het bestreden eindvonnis heeft de rechtbank de vorderingen van Xelat toegewezen tot een bedrag van € 32.350,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 november 2019 en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.

5.De vordering en het verweer in hoger beroep

5.1.
In principaal hoger beroep vordert Xelat dat het bestreden vonnis wordt vernietigd en haar vordering alsnog volledig wordt toegewezen. In incidenteel hoger beroep vorderen Aon en Aon Netherlands dat het bestreden vonnis wordt vernietigd en dat de vorderingen van Xelat alsnog volledig worden afgewezen.

6.De beoordeling in hoger beroep

Incidenteel hoger beroep: aansprakelijkheid Aon
6.1.
In het incidenteel hoger beroep stelt Aon aan de orde of zij aansprakelijk is voor de schade van Xelat. Het hof zal daarom het incidenteel hoger beroep eerst behandelen.
6.2.
Terecht en in hoger beroep niet bestreden overwoog de rechtbank dat een assurantietussenpersoon tegenover zijn opdrachtgever de zorg dient te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. Het is zijn taak te waken voor de belangen van de verzekeringnemers bij de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen. Tot deze taak behoort in beginsel ook dat – kort gezegd – de assurantietussenpersoon de verzekeringnemer informeert over het belang van een juiste verzekerde som en de verzekeringnemer tijdig opmerkzaam maakt op de gevolgen die hem bekend geworden feiten voor de dekking van de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen kunnen hebben. Daarbij gaat het om feiten en omstandigheden die aan de assurantietussenpersoon bekend zijn of die hem redelijkerwijs bekend behoorden te zijn (HR 10 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0122,
Brals/Octant). De reikwijdte van de op de assurantietussenpersoon rustende zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, met name van de aard en inhoud van de opdracht, de belangen van de cliënt voor zover die kenbaar zijn voor de tussenpersoon en de overige omstandigheden van het geval.
6.3.
Aon betwist dat op zich niet, maar betoogt dat er tussen Xelat en Aon het gebruik bestond dat Xelat zorg zou dragen voor het up-to-date houden van de verzekerde objecten én de verzekerde waarde van de te verzekeren objecten. Aon heeft, zo voert zij aan, geen zorgplicht geschonden door Xelat niet te wijzen op het belang om de horloges tussentijds (opnieuw) te laten taxeren.
6.4.
Het hof volgt Aon hierin niet. De systematiek van de via bemiddeling door Aon afgesloten verzekering is dat dekking onder de verzekering beperkt is tot de getaxeerde waarde. Xelat stelt niet dat haar dit niet duidelijk was. Op basis van de getaxeerde waarde (van – kort gezegd – kunstwerken en de horloges samen) werd een verzekerd bedrag vastgesteld en op basis daarvan werd het relevante gedeelte van de premie berekend. Het is dus in het belang van de verzekerde Xelat dat de taxaties zoveel mogelijk de waarde onmiddellijk vóór de gebeurtenis benaderen. Volgens de ingevolge de polis toepasselijke voorwaarden (artikel 10.1 ART050-01) is die waarde de marktwaarde. Als de getaxeerde waardes lager zijn dan de werkelijke marktwaarde, loopt Xelat namelijk het risico dat eventuele schade niet volledig gedekt is. En als de getaxeerde waardes hoger zijn dan de werkelijke marktwaarde, betaalt Xelat premie voor een risico dat zij niet loopt. Dit is ook kenbaar voor Aon, als assurantietussenpersoon. De (markt)waarde van de verzekerde collectie horloges fluctueert in de loop van de jaren, zoals ook blijkt uit de tweede taxatie van [taxateur] (zie onder 3.12 hiervoor) en dat is een omstandigheid waarmee een redelijk handelend en redelijk bekwaam assurantietussenpersoon van op de hoogte behoort te zijn en daarom de verzekerde bij tijd en wijle op het belang van (her)taxatie dient te wijzen.
6.5.
De mutaties waar Aon naar verwijst, die op initiatief van Xelat werden uitgevoerd, zien steeds op een concreet horloge dat aangeschaft was en daarom meeverzekerd moest worden of op een concreet kunstwerk dat aangeschaft of verkocht was. Er bestond de vaste afspraak dat Xelat voor nieuw aangeschafte horloges een aankoopbewijs toezond en dat het nieuwe horloge op die basis meeverzekerd werd. Xelat gaf ook uitvoering aan die afspraak. Uit niets blijkt echter dat die afspraak ook zag op prijsontwikkelingen van de verzekerde horloges. Aon onderbouwt ook niet voldoende dat zij de redelijke verwachting mocht hebben dat Xelat zelf “zich over de waardering van de kostbaarheden ontfermde”. Het had dus op haar weg gelegen, zoals de rechtbank oordeelde, te waarschuwen voor het risico van onderverzekering. Daarvoor is weliswaar niet vereist dat Aon concreet zicht heeft op de waardeontwikkeling van een verzameling als de onderhavige, maar wel dat zij, gelet op wat hiervoor onder 6.4 is overwogen, de verzekerde erop wijst dat eventuele fluctuaties in waardeontwikkeling, gelet op de systematiek van de polis, pas na een (nieuwe) taxatie tot uitdrukking kan komen in een eventuele uitkering. Aon heeft zich echter passief opgesteld en nagelaten Xelat te waarschuwen voor de mogelijkheid van onderverzekering. Aon is daardoor als assurantietussenpersoon tekortgeschoten in haar zorgplicht jegens Xelat. Grief 1 in het incidenteel hoger beroep slaagt niet.
Principaal en incidenteel hoger beroep: mate van eigen schuld
6.6.
De rechtbank oordeelde – kort samengevat – dat Xelat (in de persoon van de heer [betrokkene 1] ) als verzamelaar van exclusieve horloges (hij had er enige tientallen in eigendom) bekend mag worden verondersteld met de marktwaardeontwikkeling die de horlogeverzameling vanaf augustus 2011 (het rapport van [taxateur] ) heeft doorgemaakt. Net als voor Aon geldt dan óók voor Xelat dat zij uit de aan haar verstrekte nieuwe polisbladen in de periode 2012 tot 2019 had kunnen opmaken dat het verzekerde bedrag in die periode steeds gelijk is gebleven en daardoor mogelijk uit de pas was gaan lopen met de waardeontwikkeling die de exclusieve horloges in de tussentijd hadden ondergaan, zo heeft de rechtbank overwogen.
6.7.
Terecht voert Xelat tegen die overweging aan dat het verzekerde bedrag niet gelijk is gebleven. Het verzekerd bedrag werd immers steeds verhoogd met de waarde van de aangeschafte en na de meldingen meeverzekerde horloges. Voor de beoordeling van de gestelde eigen schuld maakt dit echter geen verschil. Waar het om gaat is dat het verzekerde bedrag voor de verzameling niet werd aangepast aan de waardeontwikkeling van alle horloges, hetgeen ook voor Xelat kenbaar was. Xelat voert aan dat [betrokkene 1] geen zicht had op de waardeontwikkeling van zijn totale collectie en dat hij – ook al heeft hij meerdere horloges – geen technisch deskundig verzamelaar is, maar alleen weet wat verzamelen inhoudt. Wat daar verder ook van zij, het gaat hier om een verzameling die op het moment van de diefstal bestond uit vijftig horloges die volgens de taxatie van [A], waar Xelat zich in deze procedure op beroept, samen een vervangingswaarde van meer dan 1 miljoen euro vertegenwoordigden. Juist als verzamelaar moet Xelat zich ervan bewust zijn (geweest) dat die verzameling een marktwaarde had en dat die marktwaarde kon fluctueren, terwijl zij ook wist of behoorde te weten dat de verzekerde waarde bij de handelwijze zoals die had te gelden alleen steeg als nieuwe horloges werden toegevoegd aan de verzekeringsdekking en dat de verzekerde som dan alleen steeg met de aanschafwaarde van die horloges.
6.8.
Met de rechtbank komt het hof tot het oordeel dat op grond van 6:101 BW, gelet op de aan Xelat toe te rekenen omstandigheden, de vergoedingsplicht van Aon moet worden verminderd door de schade over Aon en Xelat te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen. Van Xelat mag namelijk verwacht worden dat zij haar eigen belangen behartigt. Xelat beschikte over de juiste informatie over de systematiek van de verzekering en moet zich bewust zijn geweest van de mogelijkheid dat de marktwaarde van de verzameling zou kunnen stijgen. Gelet hierop wordt de vergoedingsplicht voor Aon met 50% verminderd.
6.9.
Voor een andere verdeling op grond van de billijkheidscorrectie ziet het hof geen grond. Daarop is door partijen ook geen uitdrukkelijk en gemotiveerd beroep gedaan. Dat betekent dat de grieven in het principaal en incidenteel hoger beroep tegen het oordeel van de rechtbank op dit punt niet slagen.
Principaal en incidenteel hoger beroep: hoogte van de schade
6.10.
De schade moet begroot worden door de situatie waarin Xelat daadwerkelijk verkeert (de uitkering die zij ontvangt na de diefstal) als gevolg van de fout van Aon, te vergelijken met de hypothetische situatie dat Aon haar zorgplicht niet zou hebben geschonden. In dat geval zou er een recentere taxatie zijn geweest, met, zoals het hof met partijen aanneemt, een hogere marktwaarde van de verzameling. Daartegenover staat – zoals de rechtbank terecht overwoog – dat in de desbetreffende periode ook een hogere premie zou zijn betaald.
6.11.
Xelat vordert een schadevergoeding op basis van de vervangingswaarde van de horloges, zoals getaxeerd door [A]. De verzekering door Xelat afgesloten verzekering keert echter niet uit op basis van vervangingswaarde. Xelat stelt niet dat zij dat zij het anders begrepen heeft of dat een andere verzekering zou hebben gewild. Zij maakt Aon op dit punt ook geen verwijt. Dat betekent dat voor de schadeberekening uitgangspunt blijft dat uitkering zou plaatsvinden op basis van een taxatie van de marktwaarde en niet op basis van de vervangingswaarde.
6.12.
De vier in 2018 aangeschafte en meeverzekerde horloges zijn meeverzekerd op basis van de aanschafprijs. Op dit punt acht het hof onvoldoende onderbouwd dat er sprake is van onderverzekering of van een tekortschieten van Aon.
6.13.
Er is geen concrete voor het hof en de wederpartij kenbare grief gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat voor de hypothetische situatie – zonder fout van Aon – uitgegaan moet worden van een hertaxatie in augustus 2016. Dit staat dus in hoger beroep vast. Er is evenmin sprake van een concrete, voor het hof en de wederpartij kenbare grief gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat om de taxatiewaarde van de horloges in augustus 2016 vast te stellen, kan worden uitgegaan van de oorspronkelijke taxatie van [taxateur] van 27 augustus 2011 (door partijen niet betwist) en het rapport van [taxateur] van 8 april 2020 (Vermaas 2) over de waarde van de horloges per die datum. Weliswaar houdt Xelat vast aan de juistheid van de taxatie van [A] per datum van de diefstal, maar die taxatie is voor de schadebegroting niet bruikbaar. [A] is bij die taxatie, zoals Xelat zelf stelt, uitgegaan van de nieuwwaarde van de horloges. Xelat onderbouwt echter niet dat die waardegrondslag gehanteerd zou zijn of zou moeten zijn bij taxatie ten behoeve van de verzekering. Daarom kan het hof ook niet aannemen dat deze taxatie leidend kan zijn bij het vaststellen wat de getaxeerde waarde in 2016 zou zijn geweest. Een nadere, concrete betwisting van de juistheid van het rapport van [taxateur] van 8 april 2020 is er niet.
6.14.
Het hof neemt de redenering van de rechtbank over en maakt die tot de zijne. Omdat Xelat geen enkele concrete stelling inneemt over de waardeontwikkeling van de horloges in de periode tussen de taxatie en het rapport, zal ook het hof uitgaan van een lineaire stijging van de waarde, waarop de in dat geval meer verschuldigde premie in mindering strekt. Ook het hof begroot daarom – schattenderwijs, op grond van art. 6:97 BW – de schade op € 64.700,00. Gelet op het verder ontbreken van concrete argumenten of aanknopingspunten aan de zijde van Xelat over de stijging van de waarde van de horloges en over de hoogte van de schade, heeft het hof op dit punt ook geen behoefte aan deskundige voorlichting over de taxatiewaarde van de horloges per augustus 2016. Zoals overwogen in rechtsoverweging 6.8 hiervoor, wordt de schadevergoedingsplicht van Aon met 50% verminderd, zodat resteert te betalen het bedrag van (50% van € 64.700=) € 32.350,00
Slotsom
6.15.
De grieven in het principaal en in het incidenteel hoger beroep falen, zodat het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd. Het hof komt aan bewijslevering niet toe, omdat partijen verder geen concrete, relevante stellingen hebben ingenomen die – indien bewezen – tot een ander oordeel kunnen leiden.
6.16.
In principaal hoger beroep is Xelat in het ongelijk gesteld, en zal zij in de kosten worden veroordeeld. In het incidenteel hoger beroep zijn Aon en Aon Netherlands in het ongelijk gesteld en zullen zij (hoofdelijk) in de kosten worden veroordeeld. Het is niet nodig de nakosten en de wettelijke rente daarover afzonderlijk in de proceskostenveroordeling te vermelden.

7.De beslissing

Het hof:
  • bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Rotterdam van 25 augustus 2021;
  • veroordeelt Xelat in de kosten van het geding in principaal hoger beroep, aan de zijde van Aon en Aon Netherlands tot op heden begroot op € 5.610,00 aan verschotten en € 5.152,00 aan salaris advocaat;
  • veroordeelt Aon en Aon Netherlands hoofdelijk in de kosten van het geding in incidenteel hoger beroep, aan de zijde van Xelat tot op heden begroot op € 765,50 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na heden;
  • verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. O.G.H. Milar, R.A. van der Pol en N. van Tiggele-van der Velde en ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2023 door de rolraadsheer mr. J.E.H.M. Pinckaers in aanwezigheid van de griffier.