ECLI:NL:GHDHA:2023:802

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
200.307.283/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over gefactureerde uren en de uitvoering van een automatiseringsproject door IT-leveranciers

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Werkorganisatie Buch, een samenwerkingsverband van gemeenten, en verschillende IT-leveranciers, waaronder [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go. Buch heeft hen ingeschakeld voor een automatiseringsproject, maar stelt dat zij meer uren in rekening hebben gebracht dan daadwerkelijk zijn gewerkt. Buch vordert terugbetaling van de teveel gefactureerde bedragen en schadevergoeding wegens ondeugdelijke prestaties. Het hof heeft de vorderingen van Buch afgewezen, omdat niet is bewezen dat er meer uren zijn gefactureerd dan daadwerkelijk gewerkt. Het hof oordeelt dat Buch onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar claims en dat de facturen goedgekeurd zijn door de verantwoordelijke domeinmanager. Buch heeft ook niet aangetoond dat de IT-leveranciers wanprestatie hebben gepleegd of onrechtmatig hebben gehandeld. De rechtbank had eerder de vorderingen van Buch afgewezen, en het hof bekrachtigt dit vonnis. Buch wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Zaaknummer hof : 200.307.283/01
Zaaknummer rechtbank : C/09/596460/HA ZA 20-718
Publicatienummer vonnis : ECLI:NL:RBDHA:2021:13200
Arrest van 14 maart 2023
in de zaak van
Werkorganisatie Buch,
gevestigd in Uitgeest,
appellant,
advocaat: mr. A. Paternotte in Hoofddorp,
tegen

1.[geïntimeerde 1] -It Detacheringen en Advies B.V.,

gevestigd in Schoonhoven, gemeente Krimpenerwaard,
advocaat: mr. E.M. Buijs-Van Bemmel te Krimpen aan den IJssel,

2.[geïntimeerde 2] ,

wonend in [woonplaats] ,
advocaat: mr. E.M. Buijs-Van Bemmel te Krimpen aan den IJssel,

3.Bounce2Go B.V.,

gevestigd in Soesterberg, gemeente Soest,
advocaat: mr. B.P.J. van Riel te Ede (Gelderland),

4.[geïntimeerde 4] ,

wonend in [woonplaats] ,
advocaat: mr. B.P.J. van Riel te Ede (Gelderland),
verweerders in hoger beroep.
Het hof zal partijen hierna noemen: Buch , [geïntimeerde 1] -IT, [geïntimeerde 2] ( [geïntimeerde 1] -IT en [geïntimeerde 2] samen ook wel: [geïntimeerde 1] -IT c.s.), Bounce2Go en [geïntimeerde 4] (samen ook wel: Bounce2Go c.s.).

1.De zaak in het kort

1.1
Buch is een samenwerkingsverband van de gemeenten Bergen, Uithoorn, Castricum en Heiloo. [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go hebben voor Buch werkzaamheden verricht in het kader van een groot automatiseringsproject. [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go hebben daarvoor onder andere IT-specialisten ingehuurd en op het project ingezet. Voor de inzet van deze medewerkers brachten [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go uren in rekening.
1.2
Volgens Buch is achteraf gebleken dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go veel meer uren in rekening hebben gebracht dan er in feite zijn gewerkt. Buch vordert dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go door de rechter worden veroordeeld terug te betalen wat zij teveel hebben gedeclareerd. Bovendien vindt Buch dat [geïntimeerde 1] -IT de werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. Buch wil dat de rechter haar daarvoor een schadevergoeding toekent.
1.3
Het hof wijst alle vorderingen van Buch af. Het hof acht niet bewezen dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go meer uren in rekening hebben gebracht dan er zijn gewerkt. Ook is niet gebleken dat [geïntimeerde 1] -IT haar werk niet goed heeft gedaan. Het is Buch zelf geweest die [geïntimeerde 1] -IT van het project heeft gehaald voordat [geïntimeerde 1] -IT haar werk had kunnen afmaken.

2.De procedure

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- de dagvaarding van 3 februari 2022, waarmee Buch in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 10 november 2021;
- de memorie van grieven van Buch met producties 1 tot en met 32;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde 1] -IT c.s. met producties 27 tot en met 30;
- de memorie van antwoord van Bounce2Go c.s.;
- de pleitnotities van mrs. A. Paternotte en C.J. Loggen-ten Hoopen namens Buch , de pleitnotities van mr. E.M. Buijs-Van Bemmel namens [geïntimeerde 1] -IT c.s. en de pleitnotities van mr. B.P.J. van Riel namens Bounce2Go c.s., die allen tijdens de mondelinge behandeling van 9 februari 2023 het woord hebben gevoerd.

3.Feitelijke achtergrond

3.1
Buch is een publiekrechtelijke rechtspersoon en een samenwerkingsverband van de gemeenten Bergen, Uithoorn, Castricum en Heiloo.
3.2
[geïntimeerde 2] heeft vanaf 2017 op het gebied van automatisering werkzaamheden voor Buch verricht in verband met het project “het 5e huis”. Doel van het 5e huis was dat alle ambtenaren van de vier samenwerkende gemeenten met één account op de informatiesystemen van de gemeenten zouden kunnen inloggen. Buch heeft hiertoe gecontracteerd met [geïntimeerde 1] -IT, op grond van welke overeenkomst [geïntimeerde 1] -IT [geïntimeerde 2] als projectleider aan Buch ter beschikking heeft gesteld. Het project 5e huis is begin 2019 afgerond. [geïntimeerde 2] is tot 1 april 2019 als projectleider werkzaam geweest. De heer [domeinmanager 1] (hierna: [domeinmanager 1] ) was voor Buch degene die voor dit project verantwoordelijk was als domeinmanager I&A (Informatisering en Automatisering).
3.3
Een volgend project van Buch was de rationalisatie van het systeem, hetgeen inhield dat overbodige hardware en softwareapplicaties zouden worden uitgefaseerd en het realiseren van daarmee samenhangende besparingen. Ook voor dit project (‘project Rationalisatie’) was [domeinmanager 1] namens Buch de verantwoordelijke functionaris. Buch heeft ook voor de uitvoering van dit project [geïntimeerde 1] -IT ingeschakeld. [geïntimeerde 1] -IT contracteerde met diverse partijen om personen voor het projectteam ter beschikking te stellen. [geïntimeerde 2] trad ook in dit geval op als projectleider, zij het dat vanaf 1 april 2019 de facturen voor zijn werkzaamheden aan Buch werden verstuurd door […] B.V.
3.4
Voor het project Rationalisatie werden via [geïntimeerde 1] -IT onder meer de volgende personen ingezet:
[geïntimeerde 2] (voor wie aan Buch werd gefactureerd door […] B.V.)
[persoon 1] (via [geïntimeerde 1] -IT)
[persoon 2] (die [geïntimeerde 1] -IT inhuurde van Fortiflex)
[persoon 3] ( die [geïntimeerde 1] -IT inhuurde van Fortiflex)
[persoon 2] en [persoon 3] waren ook reeds werkzaam voor Buch in het kader van het 5e huis. Voor die werkzaamheden factureerde Fortiflex rechtstreeks aan Buch . Op verzoek van [geïntimeerde 2] is Fortiflex vanaf 1 januari 2019 gaan factureren aan [geïntimeerde 1] -IT, die op haar beurt factureerde aan Buch .
Daarnaast heeft Bounce2Go, die door [geïntimeerde 1] -IT bij het project betrokken werd, aan Buch gefactureerd voor werkzaamheden verricht door:
[persoon 4] (die Bounce2Go op haar beurt inhuurde van KPN)
[persoon 5]
[persoon 6]
Het is niet in geschil dat ‘ [persoon 5] ’ een fictief personage is.
3.5
Het is onduidelijk welke overeenkomst(en) precies tussen Buch enerzijds en [geïntimeerde 1] -IT c.s. en Bounce2Go zijn gesloten voor het project Rationalisatie. In het dossier bevindt zich een opdrachtverstrekking van het project Rationalisatie gericht aan [geïntimeerde 2] [1] . Hierin is vermeld dat [domeinmanager 1] de opdrachtgever namens Buch is, dat [geïntimeerde 2] opdrachtnemer en projectleider is, dat de beoogde doorloopperiode 1,5 jaar is, dan wel zoveel eerder als de doelen van het project zijn bereikt, en dat het project op 1 april 2019 start. Daarnaast vermeldt dit document dat de beoogde doelstelling zoals verwoord in het projectplan door opdrachtnemer behaald dient te worden en dat indien het beoogde resultaat “niet gerealiseerd wordt en herleidbaar is door toedoen van opdrachtnemer” het nadeel in de vorm van geleden geldelijke schade zal worden verhaald op opdrachtnemer. Dit document is niet ondertekend en partijen zijn het er niet over eens of dit de afspraken tussen partijen weergeeft.
3.6
Het ‘projectplan’ waaraan in de hiervoor genoemde opdrachtverstrekking wordt gerefereerd is kennelijk het ‘Project Initiatie Document’ van 17 september 2018 [2] , waarin [geïntimeerde 2] de werkzaamheden beschrijft die nodig zijn voor het project Rationalisatie. De kosten voor inhuur van personeel in 2019 en in 2020 worden in dit document voor elk jaar begroot op € 770.000, waar tegenover een totale besparing zou staan van € 2,6 miljoen. Ook van dit document is onduidelijk wat de juridische status daarvan is in de verhouding tussen Buch en [geïntimeerde 1] -IT c.s.
3.7
Ook over de juridische verhouding tussen Buch en Bounce2Go zijn partijen het niet eens. Buch stelt dat Bounce2Go in haar opdracht heeft gewerkt. Bounce2Go bestrijdt dat en stelt dat zij niet in een contractuele verhouding tot Buch staat. Wel staat vast dat Bounce2Go facturen aan Buch heeft gestuurd die Buch heeft voldaan.
3.8
Voordat personeel op het project werd ingezet tekende [domeinmanager 1] een order waarin de werd gespecificeerd wat voor soort medewerker zou worden ingezet, voor hoeveel uur per week en tegen welk uurtarief.
3.9
Omstreeks juni 2019 is [geïntimeerde 1] -IT niet langer ingezet voor de rationalisatie van de hardware maar zijn daar interne medewerkers van Buch voor ingezet. [geïntimeerde 2] bleef wel projectleider.
3.1
[domeinmanager 1] is vanaf 1 januari 2020 vervangen als projectleider. Bij zijn opvolger, de heer [domeinmanager 2] (hierna: [domeinmanager 2] ), is het vermoeden gerezen dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go meer uren aan Buch hebben gefactureerd dan door de verschillende leden van de projectgroep zijn gewerkt. Buch heeft [recherche] bedrijfsrecherche opdracht gegeven een en ander uit te zoeken. [recherche] heeft in haar rapport van 29 mei 2020 [3] geconcludeerd dat er zowel door [geïntimeerde 1] -IT als door Bounce2Go meer uren waren gedeclareerd dan waren gewerkt. Deze constatering van [recherche] heeft met name betrekking op de inzet van [persoon 3] en [persoon 2] via Fortiflex en [persoon 4] via KPN. In al deze gevallen zouden [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go de facturen van Fortiflex respectievelijk KPN onterecht hebben verhoogd met niet gewerkte uren. Daarnaast zou [geïntimeerde 1] -IT de voor [persoon 3] en [persoon 2] in rekening gebrachte uren ook nog tegen een hoger uurtarief aan Buch hebben gefactureerd dan Fortiflex aan [geïntimeerde 1] -IT in rekening had gebracht. Daarnaast concludeerde [recherche] dat Bounce2Go ten onrechte facturen aan Buch had gestuurd voor ‘ [persoon 5] ’.
3.11
Naar aanleiding van het rapport [recherche] heeft Buch zelf nader onderzoek gedaan en zij is daarbij tot de conclusie gekomen dat ook voor [persoon 1], [geïntimeerde 2] en [persoon 6] niet gewerkte uren in rekening zijn gebracht.
3.12
[geïntimeerde 1] -IT is er mee akkoord gegaan dat zij met ingang van 1 februari 2000 niet meer zou werken voor het project Rationalisatie.
3.13
Buch heeft alle facturen van [geïntimeerde 1] -IT en Boune2Go betaald, met uitzondering van een bedrag van € 43.360,35 van [geïntimeerde 1] -IT en van € 30.927 van Bounce2Go, ten aanzien waarvan Buch zich op een opschortingsrecht beroept. Buch stelt zich op het standpunt dat zij wegens onterecht in rekening gebrachte uren te vorderen heeft:
van [geïntimeerde 1] -IT: € incl. BTW
[persoon 3] / [persoon 2] (Fortiflex) 157.681,15
[persoon 1] 53.088,75
[persoon 1] 10.980,75
[geïntimeerde 2] 52.647,10
[geïntimeerde 2]
3.103,65
277.501,40
restant facturen
43.360,35-/-
Totaal: 234.141.05
van Bounce2Go: € incl. BTW
[persoon 4] 120.381,93
[persoon 5] 42.713
[persoon 6]
120.352,65
283.447,58
restant facturen
30.927-/-
Totaal: 252.520,58
3.14
[geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go c.s. bestrijden dat teveel aan Buch in rekening is gebracht. In het kort komt hun verweer op het volgende neer. [geïntimeerde 1] -IT en Buch zijn niet overeengekomen het project Rationalisatie uit te voeren op basis van ‘uurtje-factuurtje’, maar er is sprake van aanneming: [geïntimeerde 1] -IT zou het project uitvoeren voor een overeengekomen contractsom en met de voortgang van het project factureren. [geïntimeerde 1] -IT moest daarbij blijven binnen het beschikbare budget. Indien [geïntimeerde 1] -IT het project niet deugdelijk zou opleveren zou zij aansprakelijk zijn voor de schade. [geïntimeerde 1] -IT c.s. en Bouce2Go c.s. betwisten verder dat er niet gewerkte uren in rekening zijn gebracht. Buch moest op grond van de voor haar geldende aanbestedingsregels het project Rationalisatie eigenlijk aanbesteden, maar daar was geen tijd voor, mede omdat het risico bestond dat de ingezette IT-specialisten in de tussentijd zouden vertrekken. Daarom werd in overleg tussen [geïntimeerde 2] en [domeinmanager 1] gekozen voor een ‘payroll’ constructie, waarbij IT-specialisten langs verschillende weg werden ingehuurd. Halverwege het project verzocht Buch namen op de facturen te vermelden, wat eerder niet was gebeurd, en toen zijn, wederom in overleg tussen [domeinmanager 1] en [geïntimeerde 2] , uren in rekening gebracht voor IT-specialisten (waaronder de fictieve [persoon 5] ) terwijl die uren in feite gewerkt waren door andere, niet op de factuur vermelde medewerkers. [geïntimeerde 1] -IT c.s. en Bounce2Go c.s. bestrijden dan ook dat niet gewerkte uren in rekening zijn gebracht. Voor wat betreft de opslag die [geïntimeerde 1] -IT toepaste op de facturen van Fortiflex, voert zij aan dat dit nu eenmaal de manier waarop haar bedrijf geld verdient. Zij wijst er daarbij op dat de door haar vermelde tarieven in overeenstemming zijn met de tarieven op de door [domeinmanager 1] getekende orders.

4.Procedure bij de rechtbank

4.1
Buch vorderde bij de rechtbank, naast een aantal verklaringen voor recht, dat [geïntimeerde 1] -IT en Boune2Go veroordeeld worden aan haar te betalen hetgeen zij naar haar mening aan hen teveel heeft betaald op grond van
primairtoerekenbaar tekortschieten,
subsidiairongerechtvaardigde verrijking en
meer subsidiaironverschuldigde betaling. Dit zijn de hiervoor onder 3.13 gespecificeerde bedragen. Buch vorderde deze bedragen ook van [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 4] op grond van bestuurdersaansprakelijkheid. Daarnaast vorderde Buch een bedrag van € 65.431,11 (incl. BTW) als onderzoekskosten die door [recherche] in rekening zijn gebracht.
4.2
De rechtbank heeft de vorderingen van Buch afgewezen. De rechtbank overwoog dat Buch als eisende partij moet bewijzen wat de inhoud is van de overeenkomst die zij stelt te hebben gesloten met [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go en waarom [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go deze afspraken niet zijn nagekomen. Volgens de rechtbank heeft Buch haar verhaal, zeker tegenover de bestrijding daarvan door [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go, onvoldoende toegelicht.

5.Beoordeling in hoger beroep

5.1
In hoger beroep heeft Buch vijf grieven tegen het rechtbankvonnis aangevoerd. Buch handhaaft haar stelling dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go teveel hebben gefactureerd. Daarnaast beroept Buch zich nu subsidiair ook op wanprestatie in de zin van niet deugdelijk presteren en nog meer subsidiair op onrechtmatige daad van [geïntimeerde 1] -IT. Meest subsidiair beroept Buch zich op ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling. Het hof zal hierna eerst ingaan op de stelling van Buch dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go teveel in rekening hebben gebracht omdat uren zijn gefactureerd die niet zijn gewerkt. Vervolgens zal het hof de stelling van Buch behandelen dat [geïntimeerde 1] -IT ten onrechte opslagen heeft toegepast op de facturen van Fortiflex. Ten slotte zal het hof ingaan op het verwijt dat [geïntimeerde 1] -IT niet deugdelijk heeft gepresteerd en een onrechtmatige daad heeft gepleegd.
Niet teveel uren in rekening gebracht
5.2
Het hof is van oordeel dat het betoog van Buch dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go teveel in rekening hebben gebracht niet slaagt. Daarbij laat het hof in het midden hoe de overeenkomst tussen Buch en [geïntimeerde 1] -IT precies moet worden gekwalificeerd, alsook of tussen Buch en Bounce2Go wel een overeenkomst tot stand is gekomen en zo ja, welke. Dat is omdat het hof tot de conclusie komt dat de centrale stelling van Buch , die inhoudt dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go uren hebben gefactureerd die niet zijn gewerkt, niet juist is. De bewijslast van deze stelling rust op Buch als eisende partij en Buch heeft deze stelling niet bewezen en onvoldoende onderbouwd. Het hof licht dit oordeel hierna toe.
5.3
Voorop staat dat het standpunt van [geïntimeerde 1] -IT c.s. en Bouce2Go c.s. zoals hierboven onder 3.14 uiteengezet goed past bij de feitelijke gang van zaken. [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 4] hebben ter zitting hun standpunt nog eens op overtuigende wijze toegelicht. Hier tegenover staat dat het standpunt van Buch meer vragen oproept dan duidelijkheid schept. Het staat vast dat alle facturen, niet alleen die van [geïntimeerde 1] -IT maar ook die van Bounce2Go, zijn goedgekeurd door [domeinmanager 1] en vervolgens zijn betaald. [domeinmanager 1] was bij Buch domeinmanager I&A (Informatisering en Automatisering) en had een achtergrond als zelfstandig ondernemer in de ICT [4] . [domeinmanager 1] was nauw bij het project Rationalisatie betrokken. Hij had, zo blijkt uit het verslag van zijn gesprek met [recherche] , bijna dagelijks afstemming met [geïntimeerde 2] over de voortgang van het project. Het is tegen die achtergrond onaannemelijk dat, zoals de stellingen van Buch impliceren, vele honderden niet gewerkte uren zijn gedeclareerd zonder dat [domeinmanager 1] dit zou zijn opgevallen. Ook als in aanmerking wordt genomen dat [domeinmanager 1] niet controleerde of gefactureerde uren daadwerkelijk waren gewerkt (omdat hij meende dat hij dat niet kon of omdat hij [geïntimeerde 2] vertrouwde) is nauwelijks voorstelbaar dat hij niet zou hebben gemerkt dat het aantal gefactureerde uren in geen verhouding stond tot de verrichte werkzaamheden en de voortgang van het project. Uit niets blijkt echter dat [domeinmanager 1] ontevreden was met de geleverde diensten of de voortgang van het project, hoewel er wekelijks overleg over de voortgang en een toets op hetgeen geleverd was. [5]
5.4
De gang van zaken met de payroll constructie zoals [geïntimeerde 1] -IT deze omschrijft, past goed bij de feitelijke gang van zaken en wordt grotendeels bevestigd door [domeinmanager 1] , die tegenover [recherche] immers heeft verklaard dat een bepaalde payroll constructie is gevolgd om de continuïteit van het team te waarborgen en omdat Buch tegen de aanbestedingsregels aanliep. [domeinmanager 1] bevestigt in deze verklaring ook dat de afspraken over de payroll constructie zijn gemaakt met twee inkoopmedewerkers van Buch . Buch betwist dat er een probleem was met de aanbestedingsregels en stelt dat zij gebruik heeft gemaakt van ‘de afwijkingsmogelijkheid in haar aanbestedingsbeleid’, zonder ook maar enigszins toe te lichten welke afwijkingsmogelijkheid dit was en wie daarover heeft beslist, ondanks dat [geïntimeerde 1] -IT c.s. en Bounce2Go c.s. Buch gemotiveerd hebben uitgenodigd hierover duidelijkheid te geven. Deze stelling van Buch is ook in strijd met de verklaring van [domeinmanager 1] tegenover [recherche] . [domeinmanager 1] heeft immers verklaard dat er wel een probleem met de aanbestedingsregels was.
5.5
Buch baseert haar vordering mede op de stelling dat uren in rekening zijn gebracht voor dagen waarop de desbetreffende medewerker niet op het kantoor van Buch aanwezig was en/of niet was ingelogd op het systeem. [geïntimeerde 1] -IT heeft erop gewezen dat werkzaamheden ook op afstand konden worden verricht zodat fysieke aanwezigheid op het kantoor van Buch niet nodig was en afwezigheid op kantoor dus niets zegt over de gewerkte uren. Buch heeft dit onvoldoende weersproken. Het standpunt van [geïntimeerde 1] -IT wordt bovendien bevestigd door [domeinmanager 1] , die in zijn gesprek met [recherche] heeft verklaard dat het helemaal niet relevant is of medewerkers überhaupt wel aanwezig zijn geweest, omdat ook remote werd gewerkt. [geïntimeerde 2] heeft verder (onder andere tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep) toegelicht dat ook werkzaamheden werden verricht waarvoor het niet nodig was om ingelogd te zijn op het systeem van Buch , omdat bijvoorbeeld veel tijd ging zitten in besprekingen met leveranciers van softwareapplicaties die moesten worden gerationaliseerd. Ook dit heeft Buch niet (voldoende gemotiveerd) weersproken.
5.6
Buch voert ook nog aan dat [geïntimeerde 1] -IT de facturen die zij ontving van Fortiflex op haar beurt doorbelastte aan Buch met een flinke opslag. Dat dit gebeurde is op zichzelf niet in geschil. Uren die Fortiflex aan [geïntimeerde 1] -IT werden gedeclareerd tegen uurtarieven van € 78 of € 82,50 werden door [geïntimeerde 1] -IT aan Buch doorbelast tegen uurtarieven van € 90 of meer. Vast staat echter dat de door [geïntimeerde 1] -IT aan Buch in rekening gebrachte uurtarieven niet hoger waren dan de tarieven die stonden vermeld in de orders die [domeinmanager 1] voor de inzet van de desbetreffende IT-specialisten had afgegeven. In dat licht heeft Buch onvoldoende onderbouwd waarom [geïntimeerde 1] -IT, hoewel het uurtarief bleef binnen de limiet waarvoor [domeinmanager 1] een order had afgegeven, toch niet een opslag mocht toepassen op de facturen van Fortiflex. In het algemeen bestaat er immers geen verplichting om besparingen die een opdrachtnemer bij de inkoop van diensten realiseert aan de opdrachtgever door te geven. Ook in zoverre is dus niet gebleken dat [geïntimeerde 1] -IT teveel aan Buch heeft gefactureerd.
5.7
Samengevat komt het hof tot de conclusie dat Buch tegenover de gemotiveerde, en zeer plausibele betwisting van [geïntimeerde 1] -IT c.s. en Bounce2Go c.s. haar stellingen van te weinig onderbouwing heeft voorzien om tot bewijslevering te worden toegelaten. Ten overvloede overweegt het hof dat Buch in hoger beroep slechts een algemeen geformuleerd bewijsaanbod heeft gedaan. Zij heeft aangeboden als getuigen te horen: [domeinmanager 1] , [geïntimeerde 2] , [geïntimeerde 4] en [domeinmanager 2] . Het is niet duidelijk op welke stellingen of grondslagen van Buch ’s vordering dit bewijsaanbod betrekking heeft (inhoud overeenkomst, teveel gedeclareerd, wanprestatie, onrechtmatige daad). Reeds hierop stuit het bewijsaanbod af. Voor zover het bewijsaanbod betrekking heeft op de stelling dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go teveel in rekening hebben gebracht, overweegt het hof nog het volgende. [domeinmanager 1] heeft tegenover het door Buch ingeschakelde bureau [recherche] een verklaring afgelegd, die de stellingen van Buch niet ondersteunt [6] . Onduidelijk is wat hij meer of anders zou verklaren indien het hof hem als getuige zou horen. Buch heeft daarover niets aangevoerd. [domeinmanager 2] is eerst vanaf 1 januari 2000 bij het project Rationalisatie betrokken. Wat hij uit eigen wetenschap zou kunnen verklaren over de in 2019 verrichte en gedeclareerde werkzaamheden en de manier waarop [domeinmanager 1] en [geïntimeerde 2] uitvoering gaven aan de manier van declareren heeft Buch niet toegelicht. [geïntimeerde 2] heeft zowel tijdens de mondelinge behandeling in eerste aanleg als de mondelinge behandeling in hoger beroep toegelicht hoe het volgens hem is gelopen. Dat hij, gehoord als getuige, meer of anders zou verklaren is niet aannemelijk en dat stelt Buch ook niet. Ook voor [geïntimeerde 4] geldt dat niet is toegelicht waarover hij zou kunnen verklaren, waarbij het hof in aanmerking neemt dat [geïntimeerde 4] en Bounce2Go maar een ondergeschikte rol in het project hebben gespeeld. Ten slotte merkt het hof op dat Buch een omvangrijk rapport heeft laten opstellen door [recherche] waarbij vele bijlagen en verslagen van gesprekken met betrokkenen zijn gevoegd. Het bewijs dat Buch moet leveren blijkt niet uit dit rapport. Ook in dat licht had het getuigenbewijs nader moeten worden toegelicht, maar dat heeft Buch niet gedaan. Het hof passeert dan ook het bewijsaanbod van Buch .
5.8
De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go teveel aan Buch in rekening hebben gebracht. Dit betekent dat [geïntimeerde 1] -IT en Bounce2Go in zoverre geen wanprestatie hebben gepleegd en dat ook geen sprake is van ongerechtvaardigde verrijking of onverschuldigde betaling. Ook betekent dit dat de grondslag is ontvallen aan de vorderingen tegen [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 4] op grond van bestuurdersaansprakelijkheid voor zover deze vorderingen zijn gebaseerd op ten onrechte in rekening gebrachte werkzaamheden.
Geen ondeugdelijke prestatie
5.9
De nieuwe stellingen van Buch met betrekking tot de wanprestatie van [geïntimeerde 1] -IT komen erop neer dat [geïntimeerde 1] -IT veel werkzaamheden niet of niet juist heeft uitgevoerd, alsmede dat de in het vooruitzicht gestelde besparingen niet zijn gerealiseerd en ook nooit konden worden gerealiseerd. Buch is naar eigen zeggen dan ook door [geïntimeerde 1] -IT misleid. Buch verwijst in dit verband naar productie 28 voor een lijst met applicaties met daarbij opmerkingen en uitleg. Volgens Buch zijn van veel applicaties alleen de snelkoppelingen verwijderd, maar bleven de applicaties zelf staan en werden de beoogde besparingen daardoor niet gerealiseerd. De schade die Buch door de wanprestatie heeft geleden begroot Buch op ‘ten minste’ € 234.141,05 incl. BTW, dus gelijk aan haar vordering voor niet gewerkte maar wel gefactureerde uren. Buch heeft de werkzaamheden van [geïntimeerde 1] -IT door eigen medewerkers moeten laten uitvoeren, waardoor deze niet beschikbaar waren voor andere projecten. [geïntimeerde 1] -IT verkeert in verzuim want uit verklaringen van [geïntimeerde 1] -IT kan worden afgeleid dat zij niet zal nakomen, aldus Buch .
5.1
[geïntimeerde 1] -IT betwist dat zij wanprestatie heeft gepleegd en Buch heeft misleid over de besparingen die zouden kunnen worden gerealiseerd. Volgens [geïntimeerde 1] -IT zijn de besparingen voorafgaand aan het project met specialisten doorgenomen en is het project vervolgens door de vier gemeentes goedgekeurd. Applicaties konden pas definitief worden verwijderd na akkoord van Buch , maar door ontbrekende input van medewerkers van Buch stagneerden de werkzaamheden. Buch heeft er zelf voor gekozen om de samenwerking met [geïntimeerde 2] te beëindigen voordat het project was afgerond. Reeds daarom is van verzuim geen sprake. Het paard is uit de race gehaald voordat het de finish bereikte en dat kan het paard niet worden verweten. De gestelde schade heeft Buch niet bewezen, aldus [geïntimeerde 1] -IT.
5.11
Het betoog van Buch dat [geïntimeerde 1] -IT schadeplichtig is op grond van wanprestatie stuit reeds af op het feit dat Buch [geïntimeerde 1] -IT niet in gebreke heeft gesteld maar, integendeel, haar van het project heeft afgehaald voordat [geïntimeerde 1] -IT haar werkzaamheden had kunnen afronden. De stelling van Buch dat ‘uit verklaringen van [geïntimeerde 1] -IT kan worden afgeleid dat zij niet zal nakomen’ is onvoldoende toegelicht. Niet duidelijk op welke mededelingen Buch doelt en wanneer deze zouden zijn gedaan. Ook de schade die Buch stelt te hebben geleden is onvoldoende onderbouwd. Die schade zou volgens haar zijn ontstaan doordat de onafgemaakte werkzaamheden door eigen medewerkers moesten worden uitgevoerd waardoor deze niet konden werken aan andere projecten. Zonder nadere toelichting, die geheel ontbreekt, valt echter niet in te zien waarom die schade zou uitkomen op (‘ten minste’) € 234.141,05, het bedrag dat Buch vordert van [geïntimeerde 1] -IT op grond van teveel in rekening gebrachte werkzaamheden. Voor zover Buch zich in het kader van de gestelde wanprestatie beroept op misleiding gaat het hof daarop hieronder in, nu dat beroep op misleiding alleen ter onderbouwing van de gestelde onrechtmatige daad enigszins is uitgewerkt.
Geen onrechtmatige daad
5.12
Buch heeft meer subsidiair aangevoerd dat [geïntimeerde 1] -IT jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door besparingen te hebben voorgespiegeld in het Project Initiatie Document die niet gehaald konden worden. Buch verwijst in dit verband naar vragen die bij [domeinmanager 2] zouden zijn gerezen, en naar productie 28, die een uitwerking zou bevatten van besparingen die nimmer gehaald konden worden. Buch heeft hiermee haar betoog dat [geïntimeerde 1] -IT haar heeft ‘misleid’ dan wel niet haalbare besparingen heeft ‘voorgespiegeld’ onvoldoende toegelicht. Ook indien juist zou zijn dat bepaalde besparingen niet gerealiseerd kunnen worden betekent dat nog niet dat [geïntimeerde 1] -IT onrechtmatig heeft gehandeld of wanprestatie heeft gepleegd. Daarvoor zou ten miste nodig zijn dat [geïntimeerde 1] -IT willens en wetens een verkeerde voorstelling van zaken zou hebben gegeven, of althans besparingen in het vooruitzicht had gesteld waarvan zij als IT-professional had moeten weten dat deze niet konden worden gerealiseerd. Dat daarvan sprake is heeft Buch niet gesteld of toegelicht en dat blijkt in ieder geval niet uit de summiere ‘Toelichting excellijst’ die deel uitmaakt van productie 28. Het gaat er bovendien niet om of, zoals in deze toelichting wordt aangevoerd, bepaalde specifieke besparingen niet kunnen worden gerealiseerd, maar of het overall resultaat niet de verwachte besparingen zouden kunnen opleveren. Dat dit laatste het geval is heeft Buch niet aangevoerd of onderbouwd.
5.13
Voor zover het bewijsaanbod van Buch in hoger beroep betrekking heeft op haar nieuwe stellingen met betrekking tot wanprestatie en onrechtmatige daad, geldt ook hiervoor dat dit bewijsaanbod te algemeen en ongespecificeerd is. Het hof verwijst ook naar hetgeen hiervoor onder 5.7 over dit bewijsaanbod is overwogen.
Slotsom
5.14
De conclusie is dat niet alleen de stellingen van Buch over teveel in rekening gebrachte werkzaamheden, maar ook de nieuwe stellingen met betrekking tot wanprestatie en onrechtmatige daad falen. Dat geldt ook voor de stellingen over onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking. Daarop stuiten dan ook de op bestuurdersaansprakelijkheid gebaseerde vorderingen tegen [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 4] af. Dit brengt mee dat ook de vordering tot vergoeding van de kosten van het [recherche] rapport niet toewijsbaar is.

6.Conclusie

6.1
De grieven falen. Het in hoger beroep aangevochten vonnis van de rechtbank zal worden bekrachtigd. De in hoger beroep vermeerderde eis zal worden afgewezen.
6.2
Buch zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.
Beslissing
Het hof:
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank;
- wijst de vermeerderde eis af;
- veroordeelt Buch in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde 1] -IT c.s. en Bounce2Go c.s. begroot op € 5.689,-- aan griffierecht ieder, en op € 8.632,-- aan salaris van de advocaat ieder, en op € 173,-- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 90,-- indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 90,--, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen tot aan de dag van voldoening;
- verklaart dit arrest wat betreft de proceskostenveroordelingen ten gunste van [geïntimeerde 1] -IT c.s. en Bounce2Go c.s. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.A. Boele, E.M. Dousma-Valk en B.M.P. Smulders en op 14 maart 2023 in het openbaar uitgesproken, in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Prod. 4 conclusie van antwoord [geïntimeerde 1] -IT c.s.
2.Prod. 1 conclusie van antwoord [geïntimeerde 1] -IT c.s.
3.Prod. 11 bij inleidende dagvaarding.
4.Verslag [recherche] van gesprek [domeinmanager 1] pag. 1, bijlage 72 bij rapport [recherche] .
5.Zie commentaar [domeinmanager 1] ‘page 5’ op het gespreksverslag van [recherche] , bijlage 72 bij rapport [recherche] .
6.[domeinmanager 1] heeft in zijn commentaar op het gespreksverslag van [recherche] onder meer opgemerkt (‘page 10’) dat het vertrouwen in Jeroen ( [geïntimeerde 2] ) niet is geschonden en dat hij eerst graag bewijzen ziet.