In deze zaak heeft [verzoeker] een beroepschrift ingediend tegen de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, waarin zijn arbeidsovereenkomst met Erasmus MC is ontbonden. [verzoeker] heeft tevens verzocht om een voorlopig getuigenverhoor, wat door het hof is afgewezen. Het hof oordeelt dat toewijzing van het verzoek in strijd zou zijn met een goede procesorde, omdat het de behandeling van het beroepschrift op onaanvaardbare wijze zou doorkruisen. De achtergrond van de zaak betreft klachten over ongewenst gedrag van [verzoeker] tijdens zijn dienstverband bij Erasmus MC, wat leidde tot een extern onderzoek en uiteindelijk tot het ontbindingsverzoek van Erasmus MC. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek tot getuigenverhoor niet voldoet aan de vereisten en dat er geen voldoende belang is om het verzoek toe te wijzen. De conclusie is dat het verzoek wordt afgewezen en [verzoeker] wordt veroordeeld in de proceskosten.