Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 12 oktober 2022, waarin de grieven al zijn genomen, waarmee Salem in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 15 juli 2022, met bijlagen;
- de memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel van [verweerster], met bijlagen;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel;
- de akte houdende inbreng producties, met bijlagen, van [verweerster];
- de antwoordakte met één bijlage van Salem.
3.Feitelijke achtergrond
( ... )
18 december 2020 tot 4 januari 2021. Op 4 januari 2021 heeft zij per e-mail aan [leidinggevende] het volgende– laten weten:
De afgelopen 2 weken waren voor mij helaas geen vakantie zoals gewend. Wil je deze 2 weken verwerken in ziekte verzuim ipv vakantie verlof? Vandaag gaat het mij niet lukken om te werken en meld me nog ziek.”
e-mail aan haar collega’s, waaronder aan [leidinggevende], gestuurd:
Hallo collega’s,
besloten mijn ontslag in te dienen binnen salem. Wellicht komt het nogal onverwacht, of misschien ook niet helemaal. Gezien de huidige omstandigheden: herstel van covid, werk in/voor Salem de afgelopen tijd en wat ik nu weer zou moeten starten, thuisonderwijs, het opgroeien van onze shop thuis is voor mezelf nogal veel.
Bij deze dien ik schriftelijk mijn ontslag in binnen Salem. Gister hebben we dit telefonisch besproken. Ik hoor graag wat de opzegtermijn is.”
Dag [verweerster],
Dat is prima. Voorstel dat ik vrijdagmiddag naar Salem kom. Dan kan ik de mapjes, laptop, uniform, sleutels enz. brengen. Ik zal overdracht op papier zetten voor collega’s. (…)”
Ha [verweerster], dank voor je snelle reactie. Fijn dat je vrijdag alle praktische zaken zou kunnen regelen en overdragen. Ik hoop echter een dag vrij te zijn, als is dat nog niet zeker. Voor de praktische afronding ben je niet van mij afhankelijk. Wel zou ik het op prijs stellen wanneer we elkaar nog rustig kunnen spreken, al kan dat desnoods telefonisch, en vooral met de collega's en bak koffie ten afscheid kunnen drinken. (Wanneer) zou je dat willen doen?”
Prima, dan ga ik vrijdag middag naar salem. Afscheid van de collega's is leuk, maar moeten we even kijken of dat kan gezien corona. Ik zal daar vrijdag even over hebben met Annelies. Groetjes [verweerster]”
Beste collega's van Ichthus,
Beste collega's,
Zoals jullie inmiddels begrepen zullen hebben: [verweerster] heeft aangegeven haar werkzaamheden als po'er en als trainer vth in Salem te willen beëindigen en bij voorkeur z.s.m. uit dienst te gaan.
Hierbij ontvang je onze reactie op onderstaande mail. Deze hebben we met verbazing gelezen. In je mails van 7 en 8 januari heb je aangegeven dat en waarom je je ontslag hebt ingediend. Op de vraag naar je opzegtermijn heb ik niet meer expliciet gereageerd omdat je in ons gesprek van 11 januari 2021 nadrukkelijk hebt aangegeven bij voorkeur per direct te willen stoppen. Vervolgens hebben we in goed overleg alles in het werk hebben om tot een goede en voorspoedige overdracht en afronding van je werkzaamheden te komen. Dit is gelukt per 15 januari jl. Een en ander hebben we im- en expliciet bevestigd in onze mails.
Ik heb mij nog nooit beter gemeld en ik ben nog steeds niet beter en heb nog veel te maken met de gevolgen van corona.
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Principaal appel
Ik heb weloverwogen, samen met [echtgenoot] besloten mijn ontslag in te dienen binnen salem.” En in de tweede, van een dag later: “
Bij deze dien ik schriftelijk mijn ontslag in binnen Salem. Gister hebben we dit telefonisch besproken. Ik hoor graag wat de opzegtermijn is.” Gelet op de gekozen bewoordingen van beide e-mails is het hof van oordeel dat [verweerster] duidelijk en ondubbelzinnig heeft verklaard dat zij haar dienstverband wenste te beëindigen.
Omdat je ook duidelijk hebt aangegeven bij voorkeur per direct te willen stoppen hebben de collega's nagedacht over het overnemen van je taken per heden (…)” en de reactie op deze e-mail van [verweerster] van 12 januari 2021, waarin zij schrijft: “
Dat is prima. Voorstel dat ik vrijdagmiddag naar Salem kom. Dan kan ik de mapjes, laptop, uniform, sleutels enz. brengen. Ik zal overdracht op papier zetten voor collega’s. (…)” Vervolgens heeft [verweerster] daar naar gehandeld en haar werkzaamheden op 15 januari 2021 afgerond en overgedragen en daarna heeft zij afscheid genomen. Die mailwisseling en de gang van zaken daarna kan naar het oordeel van het hof niet anders worden uitgelegd, dan dat [verweerster] per direct wilde stoppen en dat [leidinggevende] daarmee heeft ingestemd, in zoverre dat hij met [verweerster] daarna heeft afgesproken dat het dienstverband op 15 januari 2021 zou eindigen. Daarover hebben hij en [verweerster] afspraken heeft gemaakt die zij is nagekomen.
7.Beslissing
15 juli 2022;
- wijst de vorderingen van [verweerster] jegens Salem af;
- veroordeelt [verweerster] tot terugbetaling van dat wat Salem ter uitvoering van het vonnis van de kantonrechter aan [verweerster] heeft voldaan;
- veroordeelt [verweerster] in de kosten van het geding in eerste aanleg, begroot op € 322 aan griffierecht en op € 1.245 aan salaris advocaat, en in (principaal en incidenteel) hoger beroep, aan de zijde van [verweerster] in principaal appel tot op heden begroot op € 2.135 aan griffierecht en € 1.183 aan salaris advocaat (1 x tarief II) en in incidenteel appel op € 1.183 (2x 0,5 punt x tarief II);
- verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.