Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Mijbupark,
[geïntimeerde],
1.Waar het in deze zaak over gaat
2.Het procesverloop
3.De feiten
geenverlenging wenst voor het seizoen 2019 dient u dit schriftelijk aan ons te melden voor 3 oktober 2018 en de plaats leeg te maken voor 7 oktober 2018.
geenverlenging wenst voor het seizoen 2020 dient u dit schriftelijk aan ons te melden voor 3 oktober 2018 en de plaats leeg te maken voor 7 oktober 2020.
Artikel 3: Duur en afloop van de overeenkomst
Primair:
Zowel primair als subsidiair:
subsidiaireen
meer subsidiairevorderingen worden ingetrokken en dat resteren de
primairevordering en de gevorderde buitengerechtelijke kosten.
3.De procedure bij de kantonrechter
4.De beoordeling in hoger beroep
grief IIverwijt Mijbupark de Geschillencommissie dat zij buiten Mijbupark om contact met [geïntimeerde] heeft gehad over de onderbouwing van zijn schade, zonder daarbij Mijbupark te betrekken of daarvan op de hoogte te stellen, waardoor de Geschillencommissie een zodanig elementair beginsel van procesrecht heeft geschonden dat het bindend advies al op die grond vernietigd moet worden. Het hof oordeelt daarover als volgt.
“U heeft op het vragenformulier aangegeven dat er sprake is van een openstaand bedrag ad € 8426,25. Het is ons onduidelijk of dit een bedrag is wat u aan de andere partij verschuldigd bent, of een bedrag is wat u retour wenst te ontvangen van de andere partij. Wij verzoeken u om ons dit schriftelijk kenbaar te maken.”)zonder tegelijkertijd de andere partij bij de klacht hierover en over het antwoord van de gemachtigde van [geïntimeerde] van 12 juni 2020 te informeren, is in strijd met het recht op wederhoor van Mijbupark. Dat gebrek is in dit geval echter geheeld en heeft niet tot nadeel geleid zodat niet gezegd kan worden dat gebondenheid aan het bindend advies in verband met de wijze van totstandkoming naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de Geschillencommissie slechts duidelijkheid wilde krijgen over wat [geïntimeerde] wilde met zijn klacht en dat daarop die duidelijkheid is gegeven door […] bij brief van 12 juni 2020. Daarop heeft Mijbupark, die blijkens de brief van haar gemachtigde van 22 juni 2020 op de hoogte was van de brief van 12 juni 2020, in de procedure zelf inhoudelijk kunnen reageren, wat Mijbupark niet heeft gedaan. Voor de suggestie dat er meer vragen zijn gesteld of dat ‘er tussen de Geschillencommissie en [geïntimeerde] inhoudelijk is gesproken’ ontbreekt feitelijke onderbouwing, zodat daaraan wordt voorbijgegaan. Grief II kan niet slagen.
grieven III tot en met VIbetreffen de inhoud van het bindend advies van de Geschillencommissie. Deze grieven lenen zich voor een gezamenlijk bespreking.
geenverlenging wenst voor het seizoen 2019 dient u dit schriftelijk aan ons te melden voor 3 oktober 2018 en de plaats leeg te maken voor 7 oktober 2018.
Haviltex-maatstaf waarbij telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Het hof oordeelt daarover als volgt.
grief VIIwordt betoogd dat de Geschillencommissie het beroep van Mijbupark op art. 6:101 BW ten onrechte heeft afgewezen op de grond dat er geen sprake zou zijn geweest van een aan [geïntimeerde] toe rekenen omstandigheid. Die omstandigheid was er volgens Mijbupark wel degelijk, nu Mijbupark [geïntimeerde] herhaalde malen heeft gewaarschuwd dat wanneer hij zijn kampeermiddel niet van haar parkeerterrein zou verwijderen, zij tot vernietiging daarvan zou overgaan en [geïntimeerde] daaraan desondanks geen gevolg heeft gegeven.
Grief VIIIhad de Geschillencommissie de schadevordering als onvoldoende onderbouwd moeten afwijzen.
€ 836(1 pt. tarief I)