Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 1 november 2021, waarmee KPN in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 13 augustus 2021 (gepubliceerd onder ECLI:NL:RBROT:2021:8426, hierna: het bestreden vonnis);
- het arrest van dit hof van 18 januari 2022, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 maart 2022 waarin melding is gemaakt van de ontvangst van productie 20 van KPN;
- de memorie van grieven van KPN;
- de memorie van antwoord van Flextronics, met bijlagen;
- de nadere akte van KPN;
- de nadere akte van Flextronics.
3.Feitelijke achtergrond
Flextronics neemt door ondertekening van deze Mantelovereenkomst minimaal onderstaande abonnementen rechtstreeks af KPN:
Alle aansluitingen genoemd in deze overeenkomst zullen een individuele looptijd hebben van 36 maanden. Bij afname van extra aansluitingen binnen de mantelovereenkomst verkrijgen deze ieder ook deze looptijd.
- Nadere Overeenkomst KPN ÉÉN mobiel bellen en internet (hierna: Nadere Overeenkomst KPN ÉÉN mobiel);
- Nadere Overeenkomst KPN ÉÉN Vast bellen,
- en Nadere Overeenkomst KPN ÉÉN toegang
Business Partner Managingbij KPN, heeft de opzegging bevestigd en daarover bij e-mail van 14 november 2018 aan Flextronics bericht:
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
grief Ibetoogt KPN dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat Mantelovereenkomst II is gaan gelden ten aanzien van de door Flextronics gebruikte mobiele telefoonnummers.
Grief IIis gericht tegen het passeren van het bewijsaanbod van KPN en
grief IIIis gericht tegen de toewijzing van de schadevordering.
6.Beoordeling in hoger beroep
Kern van de zaak
- de algemene dienstbeschrijving bij de dienst KPN ÉÉN (hierna: de Algemene Dienstbeschrijving”). Daarin staat een stappenplan dat moet worden doorlopen voordat levering kan plaatsvinden, en
- artikel 4 van de Nadere Overeenkomst KPN ÉÉN mobiel, waarin staat dat Flextronics verplicht is tot medewerking aan “
- Mantelovereenkomst II is op 15 december 2016 tot stand gekomen;
- daarin zijn geen opschortende voorwaarden opgenomen (zie r.o. 5.2 van het betreden vonnis, waartegen niet is gegriefd);
- daarin is bepaald dat voor alle diensten één uniforme looptijd geldt van twee jaar. Deze looptijd wijkt af van de looptijd van 36 maanden die in Mantelovereenkomst I is bepaald.
al bestaande overeenkomsten aan deze Mantelovereenkomst toe te voegen(zie citaat onder 3.3, in het bijzonder overweging D). Uit de taalkundige betekenis hiervan volgt dat het de bedoeling van partijen was om de hiervoor genoemde individuele overeenkomsten per mobiel nummer onder de paraplu van Mantelovereenkomst II te brengen. KPN heeft dit op zichzelf ook niet betwist. Zij betoogt echter, zo begrijpt het hof, dat geen uitvoering aan deze bedoeling kon worden gegeven omdat Flextronics heeft nagelaten bepaalde realisatiehandelingen te verrichten die nodig waren om de dienst KPN ÉÉN in werking te stellen. In de redenering van KPN is daarom de dienst Zakelijk Mobiel van Mantelovereenkomst I blijven gelden ten aanzien van de individuele overeenkomsten.
te verlenen elektronische communicatiediensten”,dus de algehele dienstverlening van KPN
.Flextronics heeft daarom redelijkerwijs uit de tekst van Mantelovereenkomst II mogen begrijpen dat deze overeenkomst in de plaats is getreden van Mantelovereenkomst I en dus ook betrekking had op de mobiele nummers. Het verweer van KPN dat de mobiele nummers onder Mantelovereenkomst I zijn blijven hangen en daarvoor nog de looptijd gold van artikel 2.2 van Mantelovereenkomst I, wordt verworpen.
de oude SP2-propositie”, is in dit verband niet voldoende. Flextronics heeft gemotiveerd bestreden dat zij bekend was of had behoren te zijn met deze propositie omdat uit de facturen onvoldoende kenbaar was dat KPN factureerde volgens de methodiek van Mantelovereenkomst I. KPN heeft weliswaar een stapel facturen en creditnota’s over de periode 2017-2019 overgelegd, maar deze niet voorzien van een toereikende toelichting in dit verband. Naar aanleiding van de nadere akte van KPN over de schadebegroting merkt het hof nog op dat uit de schadebegroting van Flextronics niet kan worden afgeleid dat Flextronics
ten tijde vande facturering behoorde te begrijpen dat KPN factureerde volgens de methodiek van Mantelovereenkomst I.
“lopend contract aangaande mobiele en vaste telefonie”.Op geen enkele wijze is inzichtelijk gemaakt waarom dat contract volgens KPN niet
“daadwerkelijk is gebruikt”.Daarbij komt dat KPN met die e-mail nu juist het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt bij Flextronics dat het Flextronics vrij stond om over te stappen naar een andere provider dat KPN de mobiele nummers desgevraagd naar die andere provider zou porteren, zoals het hof hierna onder 6.16 verder zal toelichten.
“een lopend contract aangaande mobiele en vaste telefonie met een einddatum van 1-03-2019”is beëindigd en dat het Flextronics vanaf deze datum vrijstaat “
nieuwe keuzes te maken aangaande de telefonie behoefte van Flex”(zie de e-mail genoemd onder 3.6). Daarmee heeft KPN het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt bij Flextronics dat het Flextronics vrij stond om over te stappen naar een andere provider van mobiele telefoondiensten en dat KPN de mobiele nummers desgevraagd naar die andere provider zou porteren. Flextronics is in dat vertrouwen op zoek gegaan naar een nieuwe provider, die zij ook heeft gevonden. KPN kreeg vervolgens het verzoek om de mobiele nummers te porteren, maar heeft dat geweigerd. Die weigering was naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar met de hiervoor bedoelde mededeling van KPN dat het Flextronics vrij stond nieuwe keuzes te maken aangaande haar
“telefonie behoefte”.Het verweer van KPN dat zij met die mededeling heeft bedoeld dat het Flextronics vrij stond om andere keuzes
bij KPNte maken, wordt verworpen. KPN heeft geen feiten en omstandigheden naar voren heeft gebracht waaruit blijkt dat Flextronics de tekst van het hiervoor genoemde e-mailbericht van KPN redelijkerwijs zo beperkt had behoren te begrijpen. Uit de verdere tekst van de e-mail blijkt dit in elk geval niet.
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 13 augustus 2021;
- veroordeelt KPN in de kosten van dit hoger beroep, tot op heden aan de kant van Flextronics begroot op € 2.106,- aan griffierecht en € 3.827,50,- aan salaris advocaat, en op € 173,- aan nasalaris, te verhogen met € 90,00 indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden en bepaalt dat binnen veertien dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 90,-, na de datum van betekening, aan deze kostenveroordeling moet zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen tot aan de dag der algehele voldoening.