Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Het geding
3.Feiten
4.Procedure bij de kantonrechter
- voor recht verklaard dat [werkgever] bevoegd was om de arbeidsovereenkomst met [werknemer] onverwijld op te zeggen op grond van een dringende reden;
- [werknemer] veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van de beschikking aan [werkgever] de sleutels van de zaak en de nog in zijn bezit zijnde bedrijfskleding te overhandigen, op straffe van een dwangsom van € 50,- per dag of gedeelte van een dag dat hij hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 1.000,-;
- [werkgever] veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding van € 2.233,45 bruto met rente;
- de proceskosten gecompenseerd zodat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
- alle overige verzoeken afgewezen.
5.Verzoeken in hoger beroep
- afwijzing van de verzoeken van [werknemer] en bekrachtiging van de beschikking met uitzondering van de veroordeling tot betaling van de transitievergoeding en - in incidenteel beroep - deze laatstgenoemde beslissing te vernietigen en [werknemer] te veroordelen de transitievergoeding terug te betalen;
- [werknemer] te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding van € 2.350,93 bruto en een eventuele billijke vergoeding aan [werknemer] op nihil te stellen;
- veroordeling van [werknemer] in de proceskosten van beide instanties.
6.Beoordeling
7.Beslissing
in zoverre opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [werkgever] tot betaling aan [werknemer] van een billijke vergoeding van € 5.000,- bruto;
- veroordeelt [werkgever] in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [werknemer] tot op 9 december 2022 begroot op € 600,- aan salaris advocaat;
- bekrachtigt de beschikking voor het overige;
- veroordeelt [werkgever] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [werknemer] tot op heden begroot op € 343,- aan verschotten en € 2.366,- aan salaris advocaat in principaal beroep en € 1.183,- aan salaris advocaat in incidenteel beroep;
- wijst het overig verzochte af;