Ducor c.s. heeft in haar memorie na deskundigenbericht bezwaren geuit tegen het rapport. Samengevat weergegeven voert Ducor c.s. (onder meer) het volgende aan.
Niet kan worden volgehouden dat er geen problemen waren met microbiologische groei voorafgaand aan de overdosering biodetergent in 2010. Tussen partijen staat ten processe vast dat de eerste verhoging van de dosering biodetergent een reactie was op geconstateerde schuimvorming en het vermoeden van microbiologische activiteit. Uit een inspectierapport van Nalco van 2006 blijkt dat er toen al aanwijzingen waren voor biologische groei. De verandering in 2008 zag op het bestrijden van kalk en zal geen verschil hebben gemaakt ten aanzien van microbiologie en mogelijk zelfs een tegengesteld effect hebben gehad zoals blijkt uit het bij de memorie na deskundigenbericht gevoegde PEWA-memorandum van ir. [naam 4] . Na 2006 is er geen ‘concerted effort of chlorine bleach lye and biodertegent’ geweest. In de servicerapporten waarnaar de deskundigen verwijzen wordt alleen de microbiologie in het koelwater gecontroleerd, maar niet of (vastzittende) biomassa/biofilm in het systeem aanwezig is. De corrosie begon al eind december 2010 – volgens Nalco op 20 december – te stijgen. Voor de verspreiding van losgeweekte microbiologie is enige tijd nodig.
Onduidelijk is waarom de deskundigen het reduceren van de dosering biodetergent gedurende een groot deel van 2011, dat volgens de deskundigen de opbouw van biomassa had kunnen voorkomen of beperken, niet als een fout van Nalco heeft aangemerkt. Uit het PEWA-memorandum blijkt dat de chloordosering al vanaf 2008 niet op peil was en zich een biomassa aan de wanden van het systeem heeft kunnen vormen. Er is geen bewijs dat Nalco, zoals in het PEWA-memorandum is beschreven, ten behoeve van de desinfectie van het water regelmatig voor korte termijn een Redox/ORP-waarde van 800 – 825 mV heeft gehanteerd. Volgens het deskundigenrapport heeft Nalco dit op 400 – 450 mV gehouden.
Van een gaslekkage is geen enkel bewijs voorhanden. Ducor heeft destijds ook geen gaslekkage kunnen vinden. Door deze oorzaak te benoemen zijn de deskundigen bovendien buiten het partijdebat getreden. Deze oorzaak is ook scheikundig onmogelijk omdat propeen, als voldoende chloorbleekloog is gedoseerd, wegreageert, zoals blijkt uit het rapport PEWA. Nalco diende het chloorgehalte op peil te houden, juist ook om problemen met productielekkages te voorkomen.
Verder heeft Ducor c.s. aangevoerd dat Nalco, ook ongeacht de oorzaken van de corrosie aansprakelijk is voor de schade. Het rapport geeft voldoende aanwijzingen dat Nalco is tekortgeschoten. Nalco heeft microbiologie losgeweekt door de overdosering biodetergent. Deze microbiologie is vervolgens door een te lage dosering chloorbleekloog niet gedood. Nalco heeft de ernst van de situatie onvoldoende onderkend en geen (afdoende en tijdige) maatregelen genomen om corrosieschade te voorkomen. Nalco had erop moeten aandringen dat Ducor de fabriek stil zou leggen. Daarnaast is het vrij-chloor gehalte niet op niveau gehouden en heeft Nalco niet regelmatig het ORP-niveau verhoogd.
Volgens Ducor c.s. dient het hof het deskundigenbericht reeds op grond van bovenstaande bezwaren ter zijde te stellen, dan wel de deskundigen en partijdeskundigen te horen. Ducor c.s. hebben daartoe (aanvullend) bewijs aangeboden.