AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Ontnemingszaak Mega Armor: Bepaling van wederrechtelijk verkregen voordeel en afwijzing van ontnemingsvordering
In deze ontnemingszaak, die voortvloeit uit een strafzaak tegen de betrokkene, heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 augustus 2023 uitspraak gedaan. Het hof heeft de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op basis van het bewezenverklaarde witgewassen bedrag. De betrokkene was eerder veroordeeld voor het medeplegen van het een gewoonte maken van witwassen en had een gevangenisstraf opgelegd gekregen. De rechtbank Rotterdam had in eerste aanleg een bedrag van € 19.145,00 vastgesteld als wederrechtelijk verkregen voordeel, maar het openbaar ministerie vorderde een hoger bedrag van € 85.728,73. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet kan worden vastgesteld dat de overige geldbedragen op het moment van ontvangst in de beschikkingsmacht van de betrokkene zijn gekomen.
Het hof heeft de vordering van het openbaar ministerie afgewezen, omdat het niet is komen vast te staan dat de betrokkene daadwerkelijk voordeel heeft genoten uit de bewezen feiten. De verdediging had betoogd dat het wederrechtelijk verkregen voordeel op nihil moest worden gesteld, en het hof heeft dit standpunt gevolgd. Het hof heeft ook overwogen dat de hoofdelijk toegewezen vorderingen van benadeelde partijen in mindering moeten worden gebracht op het totaal wederrechtelijk verkregen voordeel, ondanks dat deze vorderingen nog niet volledig zijn voldaan. Dit leidde tot de conclusie dat de ontnemingsvordering moest worden afgewezen.
De beslissing van het hof is genomen na onderzoek ter terechtzitting in zowel eerste aanleg als hoger beroep, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging. Het hof heeft vastgesteld dat de vordering van het openbaar ministerie niet kan worden toegewezen, omdat het bewijs voor het wederrechtelijk verkregen voordeel niet voldoende is aangetoond. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.
Voetnoten
1.‘Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict ex art. 36e, tweede lid, Sr’, opgemaakt door verbalisant
2.Map 24, PLO2GL 2012133306-7, blz. 10373.
3.Map 31, pv-nummer 30360848, blz. 12674.
4.Map 31, pv-nummer 30477452, blz. 12916.
5.Map 31, pv-nummer 30518904, blz. 12987.
6.Map 31, pv-nummer 30517831, blz. 13009.
7.1e verhoor [money mule 8], map 29, pv-nummer 30540638, blz. 12104.
8.Map 29, pv-nummer 311540638, blz. 12104.
9.3e verhoor [money mule 8], map 29, pv-nummer 30542519, blz. 12170.
10.3e verhoor [money mule 8], map 29, pv-nummer 30542519, blz. 12170.
11.Map 30, pv-nummer 311549873, blz. 12383.
12.Map 23, PLO2GL 2012125067-9, blz. 10138.
13.Zie Hoge Raad 4 november 2014,