Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
hierna te noemen: opposant,
1.Procesverloop
- het op 11 oktober 2022 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift, waarbij opposant in verzet is gekomen tegen de vaststelling van het griffierecht in het hoger beroep in de zaak Tankconnect B.V./ N. Starre (zaaknummer 200.314.518/01);
2.Feitelijke achtergrond, gronden voor verzet en verweer
Starre vorderde in de eerste aanleg betaling door Tankconnect van vracht van € 7.563,71 met rente en kosten. Tankconnect stelde daartegenover een vordering op Starre te hebben van € 13.029,62. Het verschil, zijnde € 5.465,91, vorderde Tankconnect in reconventie. Omdat voor vorderingen met een beloop van meer dan € 12.500,‑- in hoger beroep een griffierecht wordt geheven van € 783,--, heeft Tankconnect het beloop van haar (tegen)vordering verminderd. In plaats van € 13.029,62 vordert zij € 12.499,99, zodat het verschuldigde griffierecht voor vorderingen met een beloop van niet meer dan € 12.500,-- van toepassing is, te weten € 783,--. Het vonnis in eerste aanleg is door Tankconnect nagekomen. Opposant stelt dat de vordering van Starre onbetwist is. Naar zijn mening moet in appel eerst worden vastgesteld of, en zo ja tot welk bedrag, Tankconnect een vordering heeft op Starre. Als die vordering is vastgesteld op € 12.499,99 of zoveel lager als het hof zou beslissen, wordt er verrekend en dan resteert een bedrag door Starre te voldoen aan Tankconnect. Dat bedrag is dus in elk geval lager dan € 5.465,91, aldus opposant.
3.Beoordeling van het verzet
saldowas van haar tegenvordering op Starre van € 13.029,62
na verrekeningmet de vordering van Starre op haar van (in hoofdsom) € 7.563,71. [4] Daarbij concludeerde Tankconnect tot niet-ontvankelijkverklaring van Starre, althans tot afwijzing van zijn vordering in conventie. De tegenvordering van Tankconnect vóór verrekening (€ 13.029,62) komt dus overeen met de som van de in de procedure in de eerste aanleg in conventie en in reconventie (in hoofdsom) gevorderde bedragen (€ 7.563,71 + € 5.465,91).
In het petitum van de memorie van grieven wordt voor zover hier van belang gevorderd het ‘vonnis tussen Tankconnnect en Starre te vernietigen, en opnieuw rechtdoende bij arrest, zo nodig onder verbetering van gronden, Starre niet-ontvankelijk te verklaren, althans zijn vorderingen af te wijzen, althans hem deze vorderingen te ontzeggen, en de vordering van Tankconnect in reconventie, welke bij appeldagvaarding is beperkt tot € 12.499,99, alsnog toe te wijzen en Starre te veroordelen om hetgeen door Tankconnect aan Starre is betaald krachtens het vonnis in prima, zijnde een bedrag groot € 9.862,87 terug te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 februari 2022 tot aan de dag der voldoening en te vermeerderen met de nakosten (…)’.
in hoofdsom€ 7.563,71 =) en dat Tankconnect in het petitum van de appeldagvaarding vermeldt dat zij haar vordering
beperkttot een bedrag van € 12.499,99. In haar memorie van grieven stelt Tankconnect dat zij haar reconventionele vordering daarom vermindert tot € 4.935,29 (bedoeld zal zijn: € 12.499,99 minus de vordering van Starre van (in hoofdsom) € 7.563,71 = € 4.936,28).