Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Waar het in deze zaak over gaat
2.Het procesverloop
3.De procedure bij de kantonrechter
- een bedrag van € 1.984,83, bestaande uit een bedrag van € 1.102,68 bruto inclusief vakantiegeld aan niet betaald salaris tijdens haar vakantie van 16 augustus tot en met 30 augustus 2020, een bedrag van € 529,29 bruto inclusief vakantiegeld aan te weinig betaald salaris over salarisperiode 9 van 2020 en een bedrag van € 352,56 bruto inclusief 8% vakantiegeld aan niet genoten vakantiedagen bij het einde van het dienstverband;
- de wettelijke verhoging van € 992,41;
- de wettelijke rente over voornoemde bedragen vanaf de dag van intreden van het verzuim tot de algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten.
4.De vordering en het verweer in hoger beroep
- alsnog afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerde] in conventie en veroordeling van [geïntimeerde] tot terugbetaling van het door Trustpack aan haar op grond van het bestreden vonnis betaalde bedrag van € 1.365,01 bruto, te vermeerderen met wettelijke rente en op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag(deel) dat [geïntimeerde] hiermee in gebreke blijft;
- alsnog toewijzing van de vorderingen van Trustpack in reconventie, inhoudende veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van de huurachterstand ad € 1.445,00 en de achterstallige parkeerboetes ad € 265,04, althans het na verrekening resterende bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente;
- veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties.
5.De beoordeling in hoger beroep
‘De werknemer zal het salaris incl. periodieke uitbetaling vakantiegeld en vakantie uren ontvangen op uw bankrekening (…).’. Trustpack verwijst in dit verband verder naar de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ EG) van 16 maart 2006, ECLI:EU:C:2006:177, NJ 2007, 228.
‘Niet opgenomen vakantiedagen worden bij beëindiging van het dienstverband bij de laatste loonbetaling uitbetaald.’