ECLI:NL:GHDHA:2022:892
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- C.M. Warnaar
- K.M. Braun
- J.B. Backhuijs
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling huwelijkse voorwaarden en verzoek om verklaring voor recht inzake economisch mede-eigendom van de woning na echtscheiding
In deze zaak gaat het om de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden na een echtscheiding tussen partijen die in gemeenschap van goederen waren gehuwd. De vrouw verzoekt om een verklaring voor recht dat zij economisch mede-eigenaar is van de woning van de man, gebaseerd op een finaal verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden. Het hof oordeelt dat er geen bewijs is voor een mondelinge afspraak tussen partijen over het delen van de overwaarde van de woning. De peildatum voor de waardering van de woning wordt vastgesteld op de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek, conform de wettelijke regeling. De vrouw heeft geen belang meer bij haar verzoek tot voortgezet gebruik van de echtelijke woning, aangezien de termijn van zes maanden is verstreken. Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking van de rechtbank, die de verzoeken van de vrouw heeft afgewezen.